SAR Interferometrie voor het meten van hoogte en hoogteveranderingen Lustrumboek "The 5th Element" Zoals gezegd, wordt in feite met de interferometrische techniek een afstandsverschil gemeten voor hetzelfde pixel in twee beelden. Dit verschil kan ontstaan op twee manieren, die tot de twee toepassingen van InSAR leiden, namelijk het bepalen van hoogtemodellen en van hoogteveranderingen. Een afsta ndsverschil kan ontstaan als de antennepositie in de twee beelden, en dus de opnamegeometrie, verschillend is (figuur 4). Het principe is ongeveer hetzelfde als het principe dat wordt toegepast voor stereofoto's: hier geeft het kijken naar twee foto's van hetzelfde object opgenomen onder twee verschillende hoeken het "gevoel" van de derde dimensie. In een soortgelijke manier de combinatie van twee SAR fasebeelden van hetzelfde gebied wordt gebruikt om digitale hoogtemodellen te vervaardigen. De nauwkeurigheid van zulke driedimensionale hoogtemodellen is gewoonlijk in de orde van enkele meters. Figuur 4: SAR Interfere*metrisch principe voor het bepalen van hoogtemodellen Een verschil in afstand kan echter ook in de werkelijkheid plaatsvinden, door het bewegen van de grond, bijvoorbeeld als gevolg van landverzakking of een aardbeving. De gronddeformatie kan dus ook worden gemeten met InSAR, maar deze keer moet men twee beelden gebruiken die precies vanuit dezelfde positie werden opgenomen op twee verschillende tijdstippen. Dat is het typische geval van een radar die op een satelliet is gemonteerd. De satelliet herhaalt zijn baan na een bepaald aantal dagen, zodat een bepaald gebied op regelmatige basis kan worden opgenomen. In dit geval is het faseverschil van een pixel niet meer aan zijn hoogte gerelateerd. Als net punt in de twee beelden op dezelfde hoogte ligt, dan is de afstand tot de satelliet, en dus de fasewaarde, precies hetzelfde en het faseverschil is nul. Het faseverschil is alleen in het geval dat de hoogte van het punt in het tijdsinterval tussen de twee opname veranderd is niet nul (figuur 5). In dit geval geeft een interferogram dus de terreindeformaties weer. De nauwkeurigheid van de gemeten hoogteveranderingen is direct gerelateerd aan de gebruikte halve golflengten, die in de orde van 1 tot enkele tientallen centimeters is. Hierdoor staat voorde radar van bijvoorbeeld de ERS satellieten een faseverschil 178

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 188