Snellius
Maandag 27 januari
Dinsdag 28 Januari
De eerste excursie leidde de groep naar observatorium Zimmerwald. Omdat
daar, boven op een berg, geen restaurant in de buurt te vinden was, was met de
herbergier afgesproken dat we een lunchpakketje mee zouden krijgen. Zodoende
stond de hij man in alle vroegte tig zakjes klaar. Om 9 uur echter bleek dat er te
weinig brood was om genoeg zakjes te maken. Daar werd de beste man niet
minder gestresst van. Met een kleine vertraging, maar met lunchpakketjes,
vertokken we dus richting Zimmerwald, een plaatsje vlak onder Bern.
Deze eerste excursie was direct een flinke test voor de kaartleescapaciteiten van
de commissie. Langs almaar kleiner wordende weggetjes ging het steeds maar
verder omhoog. Nadat we uiteindelijk over een zandpaadje dwars door een bos
reden, waren de opmerkingen niet van de lucht, en begon zelfs de commissie te
twijfelen. Een tegemoetkomende PTT-er bracht echter uitkomst: We waren nog
slechts een paar nonderd meter van het observatorium verwijderd. De commissie
kon weer oplucht ademhalen. Na een perfecte tour in Zimmerwald, ging het
verder richting Zürich, waar een ontmoeting was geregeld met plaatselijke
geodasie studenten. Nadat de Zwitsers bij de ETH waren opgepikt, werden we
door hun naar het centrum gedirigeerd, waar de groep werd opgesplitst. Onze
collega's hadden voor ons een leuke rondleiding georganiseerd. Zo gingen we
onder andere met een leuk trammetje een helling af, beklommen we de beroemde
Grosmunster kerk met ziin twee torentjes, waar we een erg leuk uitzicht hadden.
Ook lieten ze ons de TÜ bibliotheek zien, die er best aardig uitzag, maar toch
ook weer niet zo bijzonder (misschien dachten ze dat we in Delft geen bieb
hebben). Overigens werden we hier door een drukdoende dame weggestuurd,
omdat we de boel verstoorden. Onderweg werd nog even bijgetankt in een café,
waar een aantal geo's zich erg vrolijk maakten over een plaatselijk biermerk:
Hurlimann bier. Zie voor verdere specificaties het busboek. Na terugkomst op de
ETH, werd de middag afgesloten met een sjieke borrel compleet met toespraken
van iedereen, die zich daartoe geroepen voelde. Nadat afgesproken was om de
studenten 's avonds ook weer te ontmoeten, gingen we ons inchecken in de
plaatselijke jeugdherberg.
's Avonds ging net met "Êisenbahn" richting centrum, waar zo was de verwachting
wel het een een ander te beleven zou zijn. Uiteindelijk zat bijna elke geodeet toch
weer in hetzelfde café (het zal ook weer eens niet zo zijn). Rond middernacht nam
iedereen de laatste tram, waarna alweer een dag voorbij was.
Op dinsdag werden we al vroeg opgehaald door een gids van de ETH Zürich.
Deze man bleek de plaatselijke Joop. Hij begeleidde ons de hele dag, gaf ons
koffiebonnen, die we helaas pas 's middags konden verzilveren en bracht ons
naar het restaurant van Natuurkunde. Jammer genoeg vergat hij dat het nogal
koud was en we een stuk door de buitenlucht moesten lopen. Het eten was
echter zeer de moeite waard. Het bleek eens te meer dat de universiteit in Zürich
flink wat geld te besteden had.
Omdat voor het eten flink wat tijd was ingeruimd en Joop ons een eindje op weg
hielp, kwamen we zeker een half uur te vroeg bij de volgende halte, Swiss Photo.
Nadat hier een twaalftal Zippoganaers gedropt waren, reed de rest door naar de
niet-geodetische excursie bij de technische dienst van Swiss Air. Maar vliegtuigje
kijken doet het altijd goed, dus dat mocht de pret niet drukken. Aan het eind van
de middag toen beide groepen weer herenigd werden, meenden bovendien
iedereen de leukste excursie bijgewoond te hebben, en had ook niemand spijt
van zijn keuze.
Voordat we op weg gingen richting het Oostenrijkse plaatsje Feldkirch, werd de
plaatselijke Mac geplunderd, zowel van het eten als van zijn verkeersborden. De
rit naar de grens met Oostenrijk was zo bereikt, en nadat we weer de nodige
problemen hadden met de Zwitserse douane verlieten we voor even Zwitersland,
om onze intrek te nemen in een mooie oude jeugdherberg in Feldkirch. De
217