De Meetdagen Lustrumboek 'The 5th Element" Noorbeek ligt het buurtschap Vroelen. Daar staat Hoeve "De Peul", deze hoeve is omgebouwd tot vakantieboerderij met ruimte om te kamperen op het erf. Een prima locatie dus voor het zomerkamp. Om van een vakantieboerderij een zomerkampterrein te maken, is er een opbouwweekend. In dit weekend gaan de kampstaf en de zomerkampcommissie hard aan het werk om het kamp gereed te hebben voordat op zondagavond de deelnemers en begeleiders arriveren. Hoe belangrijk dit ook is, in dit lustrumboek is het veel leuker om over het weer te vertellen dan over de werkzaamheden. De zomer was immers net begonnen, in Nederland betekent dit dat hetaaat regenen. Deze keer viel de regen overvloediger dan normaal uit de lucht, Modderstromen gingen langs De Peul en door Noorbeek en bomen knapten als luciferhoutjes. Het meest spectaculaire, naast Ton Stam in zijn brandweerpak, was het beekje de Noor dat was veranderd in een woest kolkende modderstroom. Omdat De Peul hogerop een heuvel lag, kon er met een gerust hart ramptoeristje worden gespeeld in het dorp. Het weekend zat er op, de tenten stonden recht overeind, de uitwerkruimtes waren ingericht, de keuken of freggelgrot was in gebruik genomen en de bar was inmiddels draaiende. Noorbeek '98 ging beginnen. Het grootste deel van de tijd wordt tijdens het zomerkamp besteedt aan het meten en uitwerken van de meetgegevens. Hiermee kunnen immers de begeerde studiepunten en uiteindelijk een bul mee worden verdiend. De eerstejaars waren dit jaar verplicht om een behoorlijk eind te fietsen. Geen wonder dat na één week meerdere ploegen de beschikking hadden overeen auto. In het buurtschap stonden minder huizen dan gebruikelijk is voor een eerstejaarsmeetgebied. Hierdoor werden de in te meten oppervlakken groot en dit leverde wat problemen op bij het tekenen van de kaart. Een A-l formaat vel blijft immers wel even groot ais andere jaren. Het uitwerken vond plaats in het woonhuis van De Peul, oftewel in het meest luxe stukje van het kamp. De tweedejaars mochten een zogenaamde nietjeskaart van Noorbeek maken. Het GBKL-bestek leverde nog wel eens onduidelijkheden op, de kerk was met zijn uitstulpingen zeker geen makkelijk object en de Limburgse heuvels waren soms best lastig. Toch rolde er na drie weken een mooie digitale GBKL uit de computer. De uitwerkingen vonden plaats in een kleine vochtige ruimte, waar ook de derdejaars hun onderdak hadden gevonden. Zij mochten hun gegevens inwinnen in een tweetal gebieden buiten het kamp. Behalve de zwaartekracht en de GPS-oefeningen gingen zij ook de traditionele kringnetten uitzetten. Dit was de laatste lichting derdejaars die deze netten uitzet. De auto's die door de derdejaars ploegen werden gebruikt, zagen er na drie weken, zoals altijd, weer modderig uit. 250

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 259