Zaterdag 16 augustus 1997 Zondag 17 augustus 1997 Snellius Het programmaboekje spreekt duidelijke taal: 's Ochtends: Opstaan, 's Middags wordt de groep gesplitst en worden Rotterdam en Den Haag met een bezoek vereerd. Op deze heerlijk warme zomerdag vallen de nullen in hun knalgroene shirts, onder begeleiding van de in knalrood shirt gestoken commissieleden, in de drukke steden erg goed op. Na een spannende speurtocht, die gelukkig op een terrasje blijkt te eindigen, wacht de groepen nog een gezamenlijke opdracht. In Rotterdam moet de Koopgoot en in Den Haag de Korte Spuistraat heen en terug worden opgemeten, waarbij de sluitfout natuurlijk minimaal moet zijn. Hier blijkt al direct dat elke geodeet een primitief vereffeningsinstinct heeft: op de goede momenten wordt de meetband niet of juist extra strakgetrokken, om zo tot een goed resultaat te komen. Handicap bij het opmeten is dat de nullen het uiteinde van de meetband niet mogen aanraken, ze moeten voorbijgangers het werk laten doen. Gelukkig zijn beide winkelstraten volgepropt met mensen, wat het vinden van vrijwilligers vergemakkelijkt, al heeft niet iedere voorbijganger vertrouwen in dit vreemde gezelschap. Na wederom een terrasje wordt ae trein naar Delft gepakt, waar Karin, Marcel, Mariska en Marco al aan het koken zijn. Ze bereiden voor ons een, laten we zeggen, zeer interessante maaltijd. Dan is het tijd voor de confrontatie met de oudere geodeten: de Open Avond is goed bezocht en erg gezellig. Er wordt goed gedronken en gedanst, tegen half zeven wankelen de laatste nullen richting bed. Helaas voor twee commissieleden blijkt in het waterige ochtendzonnetje de vloer blank te staan met een mengsel van bier, zweet en cola. Om dit ooit nog schoon te kunnen maken, moet toch voor het slapen gaan nog actie worden ondernomen. Licht onder invloed wordt de brandspuit gehanteerd, waarna blijkt dat de drempels drie centimeter hoog en de twee treTckers samen 60 centimeter breed zijn. Na een uur zwoegen kan er ontbeten worden in het warme zonlicht, waarna ook wij ons bed kunnen opzoeken. Bij het ontbijt heerst, na een veel te korte nacht, een serene rust. Zwijgend worden de bommetjes en de koffie naar binnen geschoven. Deze rust is helaas voor de nullen van korte duur: het middagprogramma gaat beginnen met de onvermijdelijke zeskamp. Allereerst kan men zich uitleven in de eiervolleybalcompetitie. Hierbij is elk team uitgerust met een laken (voorzien van een gat in het midden), waarmee het ei kan worden opgevangen en over het net kan worden gespeeld. Met het breken van het laatste ei is net tijd voor het kratjelopen, waarbij al snel blijkt dat je het kratje niet te ver voor je uit moet gooien. Hierna volgen nog het rondjezitten en het wegens succes geprolongeerde Twister. Dan komt nét spel voor elke geodeet: het piketjedraaien. Helaas voor 271

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 280