Lustrumboek "The 5th Element" De omslag kwam met het uitbreken van de varkenspest in 1 997. De omvang van de epidemie, de beelden van de "geruimde" dieren en niet altijd constructieve wijze waarop de betrokken agrariërs op de epidemie leken te reageren, maaktende weg vrij voor het nemen van enkele draconische maatregelen om de varkenshouderij aan te pakken. Dit leidde tot de Wet herstructurering varkenshouderij, die 1 september 1998 in werking trad. De wet beoogt vele doelen te dienen, maar is (politiek en juridisch) het bekendst geworden door de invoering van varkensrechten, en de kortingen daarop. De mestproductierechten werden vervangen door varkensrechten, waarbij het werkelijk aantal gehouden varkens in 1996 bepalend was. Dit betekende dat bedrijven die dat jaar minder mest produceerden dan waarvoor zij mestproductierechten hadden, die 'reserve' hoeveelheid kwijt waren (dit heet officieel de latente ruimte). Daarnaast voorzag de wet in een korting op de varkensrechten in twee stappen. De eerste stap, direct bij invoering van de wet, bedroeg uiteindelijk 1 0%. De tweede stap, voorzien voor 2000, zou er toe moeten leiden dat de totale hoeveelheid rechten 25% lager zou komen te liggen dan de uitgangssituatie. Dat betekent dus in principe een korting van 1 5%, maar dit percentage zou verlaagd worden voor op bepaalde andere wijzen in de tussentijd vervallen varkensrechten. Een felle discussie ontstond, ook onder juristen, of deze vorm van "koude sanering" wel door de beugel kon. Het laten verdwijnen van mestproductierechten die mensen bezaten, leek toch wel erg veel op onteigening en dat mag alleen tegen volledige schadeloosstelling (volgens zowel onze Grondwet als verschillende internationale verdragen). Toen ons parlement de wet toch goedkeurde, werden verschillende rechtszaken aangespannen. De eerste uitspraken vielen in het voordeel van de agrariërs, hoewel latere uitspraken gunstiger voor de regering waren. Op dit moment lijkt de eerste korting van 10% door de rechter geaccepteerd, maar wordt verdere korting als buitensporig gezien. De regering (intussen bij monde van de derde Minister van Landbouw Natuurbeheer en Visserij (LNV) sinds de varkenspest) heeft intussen een aanzienlijk warmere vorm van sanering ingezet, die zich ook niet meer uitsluitend op de varkenshouderij richt. Na al enkele beperktere aankoopregelingen van varkensrechten en beëindigingsubsidies voor varkenshouderij in bepaalde gebieden, is nu de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken verschenen. Deze is gebaseerd op het idëe van ruimte voor ruimte Die regeling maakt het mogelijk om tegenover het afbreken van stallen, de verkrijging van een bouwkavel te zetten. De voormalige agrariër kan dan, als het daar is toegestaan, die bouwgrond of een te bouwen woning verkopen, of anders een vergoeding van de overheid krijgen. Die vergoeding gaat naar agrariërs die wonen op plaatsen waar niet gebouwd kan of mag worden, en wordt betaald door een provinciaal fonds dat geld gaat verdienen door die bouwkavels elders in de provincie te realiseren. Om voor de regeling in aanmerking te komen moet men in principe zijn veehouderijbedrijf, maar tenminste één van de drie benoemde takken daarvan (varkenshouderij, pluimveehouderij of rundveehouderij) beëindigen. Ook moet men zijn niet-grondgebonden varkens- of mestproductierechten bij de overheid inleveren (waarvoor men dan nog enige compensatie ontvangt), en zorgdragen dat ter plaatse gedurende tenminste tien jaar de beëindigde tak niet opnieuw wordt uitgeoefend. Reconstructie van concentratiegebieden Zowel de oorspronkelijke opzet van de Wet herstructurering varkenshouderij als de huidige beleidslijnen, leiden tot een enorme verandering van het gebruik en de inrichting van de concentratiegebieden. Al van af het begin was men van plan om die verandering te begeleiden met een speciale vorm van landinrichting, de reconstructie van concentratiegebieden. De ideeën hiervoor waren heren der al te herkennen in gebiedsgerichte initiatieven en er wordt nu in alle vijf betrokken provincies ook hard aan het formuleren van zulk beleid gewerkt. Er zijn zelfs al enkele pilot s gestart. Omdat het heel moeilijk is om zulk integraal gebiedsgericht 30

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 43