Aarde beleid ook daadwerkelijk uit te voeren, werden speciale instrumenten en coördinatiemechanismen nodig geacht. Hiertoe is sinds eind 1998 Reconstructiewet concentratiegebieden in parlementaire behandeling. De Reconstructiewet dient verschillende doelen. Allereerst richt de wet zich op de bevordering van een goede ruimtelijke structuur van de concentratiegebieden, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur. Daarnaast is zij bedoeld ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en richt zij zich op de verbetering van de economische structuur van deze concentratiegebieden (art. 4). De reconstructie omvat in ieder geval maatregelen en voorzieningen: ter verbetering van de ruimtelijke structuur ten behoeve van de landbouw, mede teneinde de veterinaire risico's voortvloeiend uit een hoge veedichtheid te verminderen; ter verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap; en ter verbetering van de kwaliteit van milieu en water (art. 5). Uit deze doelstelling blijkt dat de Reconstructiewet zich niet alleen richt op het oplossen van de problematiek van varkenshouderij zoals de veterinaire kwetsbaarheid, maar onder andere ook op de aanpak van de milieuproblematiek, zoals vermesting en verzuring en op ae realisering van doeleinden uit het Structuurschema Groene Ruimte zoals de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Belangrijk blijft binnen de reconstructie het realiseren van varkensvrije zones. Deze zones zouden zo gekozen moeten worden dat ze aansluiten bij bestaande structuren, zoals infrastructuur en de EHS. Bovendien zouden de zones zo gekozen moeten worden dat de belasting van milieugevoelige gebieden daardoor wordt verminderd. De keuze van waar deze varkensvrije zones moeten komen, wordt door de provincies gemaakt in de reconstructieplannen en niet zoals eerder was gesuggereerd middels het Rijk voorgeschreven varkensvrije corridors. Als tegenhanger van de varkensvrije zones wordt ook nog gesproken over nieuwe of bestaande locaties die kansrijk zijn voor verdere ontwikkeling van de landbouw in het algemeen en de veehouderij in het bijzonder. Deze locaties zouden zelfs zo moeten worden ingepast dat de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw niet onevenredig worden ingeperkt. Deze locaties worden wel aangeduid als "industriegebieden voor intensieve veehouderij". De gedachte is dat door middel van specifieke inrichtingsmaatregelen, binnen de context van bestaande regelgeving en beleid op de diverse genoemde beleidsterreinen, het realiseren van deze doelstelling in samenhang kan worden aangepakt. De nieuwe wet biedt nu in feite een instrument om deze inrichtingsmaatregelen te kunnen realiseren, namelijk door middel van reconstructie. Reconstructie omvat gecoördineerde en geïntegreerde planvorming, die na vaststelling uitmondt in de uitvoering van maatregelen en voorzieningen conform het reconstructieplan. Kenmerkend van deze maatregelen en voorzieningen is dat deze elk meerdere doeleinden kunnen dienen, zodat op geïntegreerde wijze de oplossing van de diverse problemen wordt aangepakt. Men kan de voorgestelde Reconstructiewet concentratiegebieden tot de speciale herinrichtingswetten rekenen, die naast de algemene Landinrichtingswet de basis bieden voorde uitvoering van multi-sectoraal beleid in bepaalde gebieden. Naast de op vrijwilligheid gebaseerde instrumenten, die de overheid kan inzetten om haar beleidsdoelstellingen te realiseren (stimuleren van bepaald gedrag, het verstrekken van subsidies voor het doen of nalaten van bepaalde handelingen en het op vrijwillige basis aankopen van bepaalde onroerende zaken), kenmerken deze wetten zich door meer dwangmatige instrumenten om veranderingen in eigendoms- en gebruiksverhoudingen van onroerende zaken te brengen. Alle genoemde wetten kennen daartoe de herverkaveling en - onder voorwaarden - de onteigening. De voorgestelde Reconstructiewet concentratiegebieden kent daarnaast de mogelijkheid tot het instellen van een gebruiksverbod. 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 44