60
Lustrumboek "The 5th Element"
Door het beschreven model af te trekken van de metingen wordt voldaan aan
deze eis, de trend is dan uit de data verwijderd. Met de covariantiefunctie kan
dan gecolloceerd worden. Dit blijkt een bruikbare techniek te zijn om afwijkingen
van het model op te sporen en deze te relateren aan de ondergrond. Figuur 2
laat de gecolloceerde trendafwijkingen zien van de Tietjerksteradeel/Suawoude
gasvelden en de totale bodemdaling wordt samen met de modeldaling, in
doorsnede, weergegeven in figuur 3. Aan de zuidkant van de kommen blijken
nog behoorlijke dalingen voor te komen waar het model geen daling veronderstelt
omdat NAM daar namelijk geen velden heeft liggen. Er is blijkbaar nog een
andere oorzaak voor bodemdaling. Omdat zoals gezegd het gemiddelde van de
trendafwijkingen per definitie nul moet zijn, uit zich dit in schijnbare stijgingen
elders, in dit geval aan de noordkant van het gebied, evenwel duidelijk van
mindere grootte. Door de kom aan de zuidkant ook op te nemen in het
functiemodel kan alsnog tot modelacceptat:^ gekomen worden zonder modelruis
benodigd is. Hiermee blijkt dat de totaal afgeleide bodemdaling onafhankelijk is
van de modelkeuze en dat collocatie een geschikte methode is om
ongemodelleerde effecten op te sporen.
De relevantie van de afgeleide millimeters bodemdaling is een kwestie die de
auteur dezes met enige regelmaat kwelt, zeker gezien de natuurlijke daling. Daarbij
dient natuurlijk bedacht te worden dat als een bepaald fenomeen meetbaar is dit
nog niets zegt over de relevantie ervan.
Zeker is dat als de bodemdaling niet vastgesteld wordt, er meer ruimte voor
onzekerheid is over eventuele schade. Het aloude adagium "meten is weten"
moet dan maar worden uitgelegd als weten dat iets NIET optreedt en kan
daarnaast in het licht van de soms ongrijpbare en zeer gevoelige discussies rond
dit thema ook wel gelezen worden als "meten is zweten".
200 207 215
X-RD in km
Trend deviations on 01-Jun-1998
Figuur 2: Trendafwijkingen op 1 juni 1998. De waterpastrajecten met begrenzingen zijn
op de achtergrond weergeaeven. De zwarte lijn geeft de lokatie aan waar de doorsnede
is genomen die is afgebeeld in figuur 3.