Water gebruiken. Een verschil met de Europese CEN-standaard voor metadata (NVN- ENV 12657) is de mogelijkheid om de metadata van een samenstel van bestanden met geo-informatie te definiëren. Een volgende actie zal de verwerking van ISO- normen over kwaliteitsprincipes en procedures voor evaluatie van de kwaliteit (ISO 1 5046-1 3 en 14) in de OGC "abstract specification" over kwaliteit zijn. Catalog Working Group Een geografische catalogus geeft toegang tot een verzameling van geografische bestanden. In zo'n verzameling kan worden gezocht, waarna de kenmerken van de gevonden records terug worden gegeven. De inhoud van een catalogus bestaat uit metadata. Met de toename van het aantal geografische bestanden wordt zo'n catalogus steeds belangrijker. Elke organisatie kan zijn eigen catalogus maken, bijhouden en gebruiken. Wanneer organisaties ook van eikaars geografische bestanden op de hoogte willen blijven dan wordt het belangrijk dat de verschillende catalogi op elkaar aan te sluiten zijn. Het koppelen van catalogi op nationaal en internationaal niveau is de laatste jaren in opkomst. Dat is te zien aan bijvoorbeeld de websites van het NCGI (http://www.ncgi.nl) en het FGDC (Federal Geographic Data Committee, http://www.fgdc.gov). Voor het goed laten verlopen van een koppeling van catalogi is een standaard noodzakelijk. In zo'n standaard zijn de query (zoekopdrachten), de query-language (standaardtaal voor definitie van de zoekopdracht) en interfaces (toegang tot de catalogus) belangrijk. Het OGC heeft de afgelopen twee jaar heel veel aandacht geschonken aan de geografische catalogus. Tijdens de OpenGIS-conferentie in Enschede (april 1 999) is ook de Nederlandse firma Geodan gevraagd om mee te doen met de catalog working group. In de conferentie van augustus 1 999 in Southampton is het voorstel ingediend, gepresenteerd, toegelicht, gedemonstreerd (met behulp van enkele prototypes om te bewijzen dat de voorgestelde technieken ook echt werken) en ten slotte geaccepteerd. Deze acceptatie betekent dat er nu een internationale standaard is voor een geografische catalogus. Een stap vooruit in de standaardisering van GIS en interoperabiliteit. Eindgebruikers zullen dit merken. Geografische catalogi zullen makkelijker gekoppeld kunnen worden. Vanuit een centrale catalogus zullen diverse andere catalogi gedistribueerd en doorzocht kunnen worden waardoor de gebruiker de bestanden waarnaar hij op zoek is beter kan vinden. Maar de catalogus zal ook gebruikt worden in het zogenaamde "spatially aware" Internet: gespecialiseerde services op internet zullen hierin zoeken naar passende geografische data en hiervan gebruik maken. Web Mapping Testbed Met de komst van Internet is er een nieuw onderwerp bijgekomen in de GIS- wereld: Web Mapping. Grote GIS-leveranciers springen hier op in door hun software aan te passen zodat kaarten ook via het Web in een browser te bekijken zijn. Zo heeft ESRI het product IMS (Internet Map Server) gelanceerd, bracht Intergraph Geomedia Web Map uit en kwam Maplnfo met MapXtreme. Andere leveranciers begonnen met een geheel nieuw opgebouwd product, zoals Autodesk met MapGuide. Deze applicaties zijn alle zeer goed in het produceren van een kaart. Data staat op de server, de kaart wordt op de server gemaakt en de output wordt via Internet naar de cliënt gebracht en in de browser vertoond. Het wordt echter een ander verhaal als de cliënt een kaart wil zien die het product is van twee mapservers. Dat is slechts mogelijk als beide mapservers van hetzelfde merk zijn, en zelfs dan niet altijd. Het Open GIS Consortium wil dit probleem oplossen door ook voor mapservers een standaard te definiëren. 75

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Lustrumboek Snellius | 2000 | | pagina 87