Nauwkeurigheid van een plaatsbepaling De nauwkeurigheid van een satellietplaatsbepaling is van vele factoren afhankelijk. Hoewel de voor naamste toepassing van het NNSS op het gebied van de navigatie ligt, heeft het voor een beoordeling van de nauwkeurigheid toch zin om eerst iets te zeggen over waarnemingen met een stationaire ontvanger. De geometrie van een satellietpassage heeft veel in vloed op de nauwkeurigheid van het resultaat. Zo geeft bijvoorbeeld een laag overkomende satelliet een slechte positiebepaling. Maar ook een door het zenit overkomende satelliet zal een minder goed re sultaat geven, voornamelijk in de lengtebepaling. In het algemeen stelt men de voorwaarde dat de culmi natiehoogte tussen de 15° en 70° moet liggen voor nauwkeurig werk. In feite zou aan iedere satelliet plaatsbepaling een bepaald gewicht kunnen worden toegekend. Neemt men echter aan dat alle fixes een zelfde gewicht hebben, dan kan men op eenvoudige wijze de middelbare fout bepalen door het doen van een groot aantal waarnemingen op een vaste lokatie. Deze blijkt dan ongeveer 70 meter te worden, zowel in de lengte als in de breedte. Zoals reeds gezegd, kan hier voor een varend schip nog een zeer grote fout bijkomen, door de onzeker heid in de scheepssnelheid. Normaliter zullen hierin fouten van zo'n 0 tot 1^ km per uur optreden. Hoewel de fouten in positie als gevolg hiervan meest al de 400 meter niet zullen overschrijden, kunnen ze toch in bepaalde gevallen tot circa 800 meter op lopen. Tijdsinterval tussen satellietbestekken Omdat gedurende het tijdsinterval tussen twee satel lietbestekken een gegist bestek moet worden bijge houden, is het van belang om te weten hoe lang dit tijdsinterval normaal is. Met behulp van een computerprogramma, het zo genaamde „alert"-programma, kunnen uit de para meters de tijd en de culminatiehoogte van toekoms tige satellietpassages worden voorspeld. Het blijkt dat er tussen twee passages meestal niet veel meer dan 100 minuten verlopen en op hogere breedte zelfs veel minder. Een groot aantal van deze passages is echter onbruikbaar, hetzij doordat de satelliet te laag of te hoog overkomt, hetzij door radio-interfe rentie of andere oorzaken. Ook is in de loop der ja ren de ideale separatie van 45° tussen de omloop- vlakken door de optredende precessie verloren ge gaan. Hoewel er in de praktijk tussen twee bruikbare plaatsbepalingen vaak minder dan twee uur ver loopt, zijn perioden van 4, 6 en zelfs 8 uur zonder be stek, toch geen zeldzaamheid. Gegist bestek Uit het voorgaande blijkt dat een zo nauwkeurig mogelijk gegist bestek van het allergrootste belang is. Dit komt neer op een nauwkeurige bepaling van richting en snelheid van de scheepsbeweging. Een bijkomend voordeel van zo'n nauwkeurige bepaling is dat ook het satellietbestek aanzienlijk verbeterd kan worden. Om deze reden worden hierna heel in het kort een drietal systemen vermeld, die mogelijk heden bieden om waar ook ter wereld doorlopend een nauwkeurig gegist bestek bij te houden. In de eerste plaats het sonar-doppler systeem. Hier bij zendt het schip onder een hoek van 30° met de verticaal sonartrillingen naar de zeebodem. Men meet dan de Doppler-verschuiving van het door de bodem teruggekaatste signaal. Door dit in twee rich tingen te doen, worden de verplaatsingen van het schip ten opzichte van de zeebodem in langsscheepse en dwarsscheepse richting bepaald. Met behulp van een gyrokompas wordt dit omgezet in een verplaat sing t.o.v. een op het geografische noorden georiën teerd assenstelsel. Een bezwaar van het sonar- doppler systeem is dat het alleen in water van min der dan 200 meter diep bruikbaar is en dat het bij woelige zee zeer onbetrouwbaar wordt. Onder ideale omstandigheden zijn de fouten vaak minder dan 0,5% van de afgelegde weg, maar onder ongunstige omstandigheden zijn fouten tot 10% geconstateerd. Een tweede mogelijkheid is de traagheidsnavigatie. Het systeem gebruikt acceleratoren om wijzigingen in de snelheid van het schip (versnellingen dus) te meten in een driedimensionaal assenstelsel. De lig ging van dit assenstelsel wordt met behulp van gyro scopen scherp gecontroleerd. Een computer inte greert de gemeten versnellingen en telt het resultaat, dat een snelheidswijziging is, op bij de aanvangssnel- heid van het schip. Door deze nogmaals te inte greren verkrijgt men de afgelegde weg door het eer- ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 12