Bij het eerste nummer Begin vorig jaar verzocht het bestuur van de Neder landse Landmeetkundige Federatie ons te zoeken naar een nieuwe opzet voor het Tijdschrift voor Ka daster en Landmeetkunde. Reden daarvoor was de ontevredenheid over het tijdschrift, die zich onder andere uitte in kritiek op de verouderde vormgeving en geringe actualiteit van de inhoud. Uit dit zoeken is voortgekomen het Nederlands Geodetisch Tijdschrift, in een nieuwe vormgeving die, naar wij hopen, zich zal weerspiegelen in het karakter van de inhoud. Reeds het feit, dat het N.G.T. tien maal per jaar zal verschijnen, duidt erop, dat bestuur en redactie grote waarde hechten aan actuele informatie en aan het snel kunnen rea geren op belangrijke ontwikkelingen. Het N.G.T. is het orgaan van de Nederlandse Ver eniging voor Geodesie. Een groot deel van de lezers kring zal daarom bestaan uit leden van deze ver eniging. Zij leggen de financiële basis voor dit tijd schrift, hun bijdragen zullen de kern vormen van de inhoud, zij ook mogen van het tijdschrift verwachten dat het informatie verschaft die zij in hun werk kun nen gebruiken. Wij hopen aan dit verlangen tege moet te kunnen komen door het opnemen vooral van bondige artikelen over praktische toepassing van de geodesie en aanverwante disciplines ener zijds, anderzijds over toepassing van andere weten schappen in de geodesie. Daarbij zal tevens aan dacht moeten worden besteed aan de maatschappe lijke en organisatorische aspecten van deze toepas singen. Aan elke praktische toepassing gaat vooraf het wetenschappelijk onderzoek zowel van daarin gespecialiseerde instituten als van individuele leden van de vereniging. Ook dit onderzoek moet zijn neer slag kunnen vinden in het tijdschrift. Wij zijn echter van mening dat, gezien de beperkte omvang van het tijdschrift en de samenstelling van de lezerskring, de auteur zich zal dienen te beperken tot de hoofdlijnen van zijn onderzoek, zodanig dat zijn opstel begrijpe lijk is voor lezers met een beperkte specialistische voorkennis. Het N.G.T. zal dus zowel artikelen opnemen over het werk van de ingenieur in de praktijk, als ook wetenschappelijke artikelen. Zowel het aanvatten van een wetenschappelijk on derzoek als het gebruik van de uitkomsten van dit onderzoek zijn echter niet waardevrij. Elke weten schapsman stelt, bewust of onbewust, prioriteiten; elke ingenieur moet onderzoeken, en ook aan ande ren duidelijk maken, wat de gevolgen zijn van de inschakeling van een bepaalde techniek in de maat schappelijke situatie. Op de N.L.F.-studiedag „De geodeet in perspectief" en kortgeleden nog op de „Ingenieur in bedrijf "-dag zijn deze aspecten van het technicus-zijn duidelijk naar voren gebracht. Voor de discussie over deze, voor de technicus zo moeilijk te hanteren problemen stelt de redactie haar ko lommen graag open. Het vinden van het juiste evenwicht tussen artikelen over maatschappelijke achtergronden, wetenschap en praktijk, zal moeilijk zijn. Veel hangt af van de kopij die de redactie ter beschikking krijgt. De redac tieraad steunt en stimuleert, u, lezer, moet schrijven. We hopen dat de nieuwe vormgeving een stimulans zal zijn om de pen ter hand te nemen om geodeten en niet-geodeten op de hoogte te stellen en te hou den van visies, gedachten, doelstellingen en al of niet geslaagde werkwijzen. De redactie J. van Mierlo H. Rietveld P. A. Roos R. van der Schans 2 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 4