Het gebruik van satellieten voor navigatiedoeleinden Inleiding Toen professor Vening Meinesz in de jaren 1923 tot 1938 zijn bekende onderzeebootexpedities maakte, geschiedde de plaatsbepaling volgens principes zo als die reeds eeuwen in de zeevaartkunde gebruike lijk waren. Dit wil zeggen dat met regelmatige tus senpozen een absolute plaatsbepaling werd uitge voerd, een zogenaamd „waar bestek", hetzij door middel van een astronomische plaatsbepaling, het zij door het aanpeilen van punten aan de kust. Daar tussenin werd een „gegist" bestek bijgehouden. Klassieke wijze van plaatsbepaling op zee Hoewel een plaatsbepaling voor landmeters natuur lijk weinig geheimen heeft is een korte toelichting op de op zee gebruikelijke methoden hier op zijn plaats. Een astronomisch bestek wordt verkregen door het met een sextant waarnemen van de hoogte van hemellichamen. Hiervoor kunnen zowel de zon en de maan als de planeten en sterren worden ge bruikt. Het resultaat is een positie op de geoïde, die als samenvallend met de ellipsoïde wordt beschouwd. Een gegist bestek bestaat uit het extrapoleren van uit zo'n in absolute zin bepaalde plaats, gebruik makend van koers en verheid, of - vertaald in land meetkundige termen - door middel van richting en afstand. De richting wordt hierbij bepaald met het kompas, en de afstand met een snelheidslog of afge leid uit het aantal omwentelingen per minuut van de schroef. Beide waarnemingen dienen te worden ge corrigeerd met schattingen van richting en snelheid van de zeestromingen ter plaatse. Deze kunnen wor den verkregen uit zeevaartkundige publikaties en worden bij voorkeur gecombineerd met de door de navigator in voorgaande uren of dagen ter plaatse opgedane ervaring. Voor gravimetrische waarnemingen wordt meer dan normale aandacht aan het gegist bestek besteed. Dit om een zo exact mogelijke bepaling van de oost- westcomponent van de scheepssnelheid te verkrijgen. Deze is namelijk essentieel voor het bepalen van de voor gravimetrische waarnemingen zo belangrijke Eötvös-correctie. Bij voortdurende waarneming van de zwaartekracht is het bovendien zaak om zoveel mogelijk ware be stekken te bepalen. Deze kunnen echter alleen wor den verkregen wanneer de weersomstandigheden het waarnemen van hemellichamen of van de kust mogelijk maken. Recente ontwikkelingen In de afgelopen twintig jaar zijn de geofysische on derzoekingen op zee van grote invloed geweest op de ontwikkeling van plaatsbepalingssystemen die niet afhankelijk zijn van het weer en tevens nauw keuriger zijn dan voor de koopvaardijnavigatie ver eist is. In dit artikel wordt een van de jongste van deze ontwikkelingen uiteen gezet, namelijk de satel- lietnavigatie. Dit systeem heeft de mogelijkheid in zich in de toekomst de plaats van het astronomisch bestek te gaan innemen. Tevens wordt heel in het kort ingegaan op enige sys temen die de navigator in staat stellen om ook het gegist bestek, dus de plaatsbepaling tussen de satel lietwaarnemingen in, met grotere nauwkeurigheid uit te voeren. Navy Navigation Satellite System Het satellietsysteem dat thans voor de navigator van een schip beschikbaar is, is in de jaren na 1959 door de marine van de Verenigde Staten van Noord-Ame- rika ontwikkeld. Het is in 1964 operationeel gewor den en omstreeks eind 1967 vrijgegeven voor niet- militaire en niet-Amerikaanse gebruikers. Oor- P. G. Sluiter Bewerking van een onder dezelfde titel gehouden voordracht op het N.L.F.-congres op 16 oktober 1970 te Apeldoorn. SUMMARY The main body of the paper discusses the Navy Navigation Satellite System. Included are a description of the parameters needed to define the position of an earth-orbiting satellite and an explanation of the use of Doppler measurements to determine the position of a ship at sea. The largest error source is the lack of accurate knowledge of the ship's speed. This frequently causes actual performance of the system to be less satisfactory than the potential accuracy, which is better than 100 metres. Since positions are only obtained at intervals of about 1J hours, the development of systems that combine satellite fixes with other measurements, in order to obtain more accurate and continuous positioning, is mentioned. ngt 71 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 5