Hyperboloide Satelliet baan Schip Figuur 4 illustreert dat de meetkundige plaats van de punten waarvoor het afstandverschil Ot ,-Ot2 con stant is, een omwentelingshyperboloïde is. De snij- kromme ervan met de aardellipsoïde levert een po- sitielijn waarop het schip zich bevindt. Door deze procedure te herhalen voor een tweede periode van twee minuten, zouden lengte en breedte kunnen worden berekend op het snijpunt van deze twee po- sitielijnen. Zoals reeds vermeld, vormt het frequen tieverschil tussen de zendfrequentie en de referen tiefrequentie echter een derde onbekende, zodat er minimaal nog een derde waarneming nodig is om tot een positie te komen. Als er meer dan drie waar nemingen zijn heeft men overtollige gegevens, het geen aanleiding geeft tot een vereffening volgens de methode der kleinste kwadraten. In de bestaande computerprogramma's wordt de methode van variatie van coördinaten gebruikt. Hierbij worden eerst benaderde coördinaten inge voerd. De Doppler-tellingen die theoretisch bij deze positie zouden behoren, worden berekend en verge leken met de waargenomen grootheden en hieruit worden correcties voor de coördinaten berekend, zodanig dat de overblijvende restfouten aan de mi- nimum-kwadraatvoorwaarde voldoen. Doordat de correctievergelijkingen zijn gelineariseerd, dient deze procedure in een iteratieproces te worden herhaald, totdat de vereiste convergentie is bereikt. Hoewel zowel de zendfrequentie als de referentie frequentie aan geleidelijke verandering onderhevig is, is het toch geoorloofd om het verschil gedurende de maximaal 18 minuten dat een passage duurt, als constant te beschouwen. Dit verschil wordt samen met de gezochte lengte en breedte uit de vereffening opgelost. Er worden in de praktijk nooit meer dan acht Doppler-tellingen van twee minuten verricht, zodat het probleem maximaal vijf overtollige waar nemingen heeft. Baangegevens van de satelliet Tot nu toe is geen aandacht geschonken aan de vorm waarin de baangegevens van de satelliet ter beschik king van de gebruiker komen. Ter inleiding het vol gende: De mechanica van elke satellietbaan wordt voornamelijk bepaald door het in evenwicht zijn van de middelpuntvliedende kracht en de aantrekkings kracht van de aarde. De eerste is recht evenredig aan het kwadraat van de snelheid, de tweede omgekeerd evenredig aan het kwadraat van de afstand. Het is duidelijk dat er een direct verband moet bestaan tussen hoogte en snelheid van de satelliet en dus ook tussen hoogte en omlooptijd. Het blijkt nu dat de satellieten van het hier behan delde systeem bij een cirkelvormige baan op 1100 km hoogte, een omlooptijd van ongeveer 107 minuten hebben. In werkelijkheid is de baan enigszins ellip tisch. De wetten die de beweging van een satelliet over een elliptische baan beschrijven zijn reeds eeu wen geleden door Kepler in formules vastgelegd. Een andere wet die ons helpt de beweging van een satelliet beter te begrijpen is de traagheidswet van Newton. Deze verklaart het feit dat het omloopvlak een vaste stand ten opzichte van de vaste sterren zal behouden. De aarde zal dagelijks onder dit vrijwel stilstaande vlak doordraaien. Dit heeft tot gevolg dat een satel liet die bijvoorbeeld eerst laag aan de oostelijke ho rizon van noord naar zuid overkomt in de volgende omwenteling bijna door het zenit zal gaan. De aarde is in die 107 minuten namelijk ongeveer 25° naar het oosten gedraaid. Weer een omwenteling later zal de satelliet laag in het westen passeren. In dien vier satellietvlakken een ideale separatie van 45° hebben, zal tegen die tijd de volgende satelliet in het oosten passeren, enz., tot na 12 uur de eerste weer zal verschijnen, maar nu in een beweging van zuid naar noord. Op deze wijze kan men gemiddeld ongeveer iedere anderhalf uur op een satellietpassa ge rekenen en in de hogere breedten, waar alle ba nen naar de polen convergeren, zelfs aanzienlijk va ker. Indien er storende invloeden zijn - en die zijn er altijd - dan kunnen deze precessiebewegingen ten gevolge hebben, terwijl ook kleine afwijkingen van de ideale ellips zullen voorkomen. Elke twee minu- Fig. 4. De hyperboloide behorend bij een Dopplertelling. ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 8