Equator vlak Omloops vlak i ten zenden de satellieten 11 vaste parameters uit, die exact de ligging van een aan precessie onderhevi ge Kepler-ellips beschrijven en de beweging van de satelliet over die ellips. Deze parameters worden ge deeltelijk in figuur 5 toegelicht. Drie ervan beschrij ven de ligging van het omloopvlak, namelijk de in- clinatiehoek t.o.v. het equatorvlak - waarvan zo wel cosinus als sinus worden gegeven - en de rechte klimming (£2) van de stijgende knoop. (De stijgende knoop is de equatordoorgang van de satelliet tijdens zijn noordgaande beweging.) Drie andere parame ters beschrijven de ellips in dit omloopvlak, name lijk de halve lange as (a), de excentriciteit een de hoek tussen de stijgende knoop en het perigeum (tf>). Vervolgens zijn er twee die de precessie in rechte klimming van het omloopvlak geven en de precessie van het perigeum. De positie van de satelliet op de ellips wordt bepaald door zijn gemiddelde hoek- snelheid te geven en zijn positie op een bepaald tijdstip (t). Men heeft hiervoor het moment gekozen waarop de satelliet voor de eerste maal tijdens de injectieomloop door het perigeum van zijn baan gaat. Tot slot wordt de ligging van het aardse coör dinatensysteem aan het astronomische systeem ge koppeld, door de rechte klimming van Greenwich (/t9) te geven voor het eerder genoemde tijdstip t. Door diverse storende invloeden zal de werkelijke baan van de ideale ellips afwijken. Die storingen kunnen een onregelmatige massaverdeling van de aarde zijn, een op deze grote hoogte nog aanwezige geringe luchtweerstand of de werking van kosmische zonnestraling. Afwijkingen van de ellips worden voor ieder twee-minuten tijdsein afzonderlijk gege ven in de zogenaamde variabele parameters. Het zijn voor elk punt twee correcties aan de poolcoör dinaten van de satelliet in zijn omloopvlak en een correctie loodrecht op dit vlak. In deze parameters zijn tevens enige grootheden verwerkt die het moge lijk maken om de berekening in de boordcomputer, voor een niet-eenparige beweging over een Kepler- ellips, sterk te vereenvoudigen. In figuur 6 zijn al deze gegevens weergegeven zoals zij aan het einde van een satellietpassage op de teleprinter verschij nen, aangevuld met enige toelichtingen. Refractie De middelste acht lijnen van figuur 6 geven de Dop- pler-tellingen voor de opeenvolgende perioden van twee minuten. Zij kunnen al dan niet alle acht aan wezig zijn en vormen de waarnemingen voor het ver effeningsvraagstuk. Doordat een vaste verschilfre- quentie van ongeveer 32 Kilohertz tussen satelliet en referentiesignaal is geïntroduceerd, zijn negatieve waarden vermeden. De tweede kolom van deze acht lijnen behoeft nog enige toelichting. Het is namelijk zo, dat radiogol ven in de ionosfeer een refractie ondergaan, waar door zij een iets langere weg afleggen dan men vol gens de rechte lijn berekent. De invloed van deze in ngt 71 Fig. 5. Overzicht van de baanparameters. INVOEROEGEVF.NS 10 +06925306 03652465 ♦01527770 ♦000199 30 ♦00002353 00746 4 7 9 ♦00465459 -00000263 ♦00007012 0313500=? +00999975 3020508 22 14 3249581 2132 3698 108 2036 42258 74 2000 4560412 1354 4712222 2000 4776141 2000 0000000 0000 ♦046 +310 +04 055 +299 - 10 ♦064 +28 1 -04 ♦070 +255 -24 075 +19 1 - 16 074 155 +M 070 +119 - 17 ♦063 +085 +24 053 +055 - 18 +042 +031 +34 VASTE KEPLER PARAMETERS DOPPLER EN REFRACTIE TELLINGEN TOELICOTIMO t 692.5306 tl I'M GMT n 3.3652465 Gi?AQ/M IM V 152.7 770 G8ADEM ip 0.0019930 GRAÜ/MIN e 0.002353 A 7464.79 KM q 46.5459 GRADEN fï -0.0000263 G8AD/MIN cos i O.007012 X 3 13.5003 GRADEN sin i c= 0.999975 tE 0.0055 GRADEN fcA 2.99 KM fcz -0.10 KM VARIABELE PARAMETERS 23 20 30 -95 0 0 20 INVOER DOOR NAVIGATOR 23 20 i g =30 X =-95 K0ERi?= 0 1 V= 0 KNOPEN ANT. H00GTE= 20 VOET L AT= 29.70576 L3N= 95.43599 FR0=31954.36000 RESIDUALS 14.95237 1.25997 12.41011 1 1 .20434 14.08981 52.03695 50.43347 .00000 a j RESULTAAT RESTFOUTEN AANTAL ITERATIES Fig. 6. Voorbeeld van de invoergegevens en van het resul taat van een positieberekening. 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 9