In memoriam J. H. M. Ockels
Veel te jong naar menselijke begrippen overleed op
12 januari 1971 zeer plotseling de hoofdingenieur
van het kadaster Johan Hendrik Marten Ockels.
Van 1 juli 1938 af was hij achtereenvolgens werk
zaam aan het bureau van de landmeetkundige
dienst van het kadaster te Arnhem, de bureaus van
de ruilverkavelingsdienst te Arnhem en vervolgens
te Eindhoven, om weer terug te keren bij de land
meetkundige dienst te Almelo en daarna te Brielle
(als hoofd van het bureau) en te Groningen, waarna
tenslotte de verplaatsing naar de ruilverkavelings
dienst te Groningen is gevolgd.
Johan Ockels heeft het in zijn leven zichzelf en
anderen bepaald niet gemakkelijk gemaakt. Daar
uit vloeide voort, dat hij zijn werk door de jaren
heen met wisselend enthousiasme heeft verricht.
Voor hem en zijn omgeving - zijn gezin niet het
minst - was het verheugend, dat hij zich de laatste
tien jaren bij de ruilverkavelingsdienst zozeer op
zijn plaats heeft gevoeld, dat hij zich met hart en
ziel kon wijden aan de taken, waarvoor hij zich zag
gesteld.
Vijf jaar geleden kreeg hij de eerste ernstige waar
schuwing, dat zijn lichaam niet kon verrichten, waar
toe zijn capaciteiten hem in staat stelden. Van deze
tijd af had hij opdracht om op kantoordagen een
wat langere middagpauze te houden. In het alge
meen heeft hij zich daaraan gehouden, zoals hij zich
ook nauwgezet hield aan de aanwijzingen van
medische zijde. Van een verminderde activiteit bui
ten het kantoor werd zelden iets gemerkt. Hij wilde
ook niet graag ontzien worden. Tenslotte was hij
landmeter-deskundige van zes ruilverkavelingen,
maar hij was niettemin van alle bijzonderheden
nauwkeurig op de hoogte; alleen voor administra
tieve details interesseerde hij zich minder.
Met het groeien van het enthousiasme voor zijn
werk nam ook de actieve deelneming aan het kerke
lijk leven toe. Jarenlang was hij een trouw en actief
lid van een bijbelstudiegroep en van een sociale
studiekring. Meer en meer groeide zijn behoefte
aan daadwerkelijke deelneming in het werk van de
Remonstrantse Gemeente als geheel. Hij aan
vaardde een kandidatuur voor de kerkeraad. Na
zijn verkiezing werd hij op 10 januari, slechts twee
dagen voor zijn overlijden, geïnstalleerd.
Na een inspannende werkdag, gevolgd door een
enkele uren durend medisch onderzoek is er, voor
vrijwel een ieder onverwacht, aan zijn leven een
einde gekomen. Mijn indruk was, dat hij zelf heeft
gevreesd, dat een schijnbaar geringe aandoening
van ernstige aard was.
Zowel op ambtelijk als op kerkelijk gebied is het
leven van Johan Ockels naar een climax gegroeid.
In de kring van zijn collega's, zijn medewerkers en
de plaatselijke commissies wordt zijn heengaan
diep betreurd, doch bovenal gaan onze gedachten
van medeleven uit naar zijn vrouw en kinderen.
Moge hun geloof de bron zijn, waaruit zij de kracht
putten, die hun in staat stelt hun verlies te dragen,
en de inspiratie om hun taken te verrichten.
G. Bierma
34
ngt 71