nisch bewegende delen onmisbaar zijn, hetgeen rela tief veel tijd vergt en een interactief gebruik vrijwel onmogelijk maakt. Ook bij het gebruik van de computer in het onder wijs zijn de interactieve mogelijkheden van groot be lang. Immers bij goed onderwijs is er steeds een in tensieve wisselwerking tussen student enerzijds en docent en leermiddelen anderzijds. Wanneer dan ook routinewerkzaamheden in het on derwijs overgedragen worden aan de computer, die nen deze werkzaamheden in voortdurende interactie tussen student en computer plaats te vinden. In principe is een dergelijk gebruik van de computer ook steeds mogelijk geweest, maar de economische basis hiervoor was tot voor kort slecht: Verreweg de meeste computers stonden ter beschikking van grotere groepen gebruikers, terwijl niet meer dan één gebruiker tegelijk op de machine kon worden toegelaten. Stond men toe, dat een gebruiker tijdens de periode dat de computer tot zijn beschikking was gesteld, tussen twee berekeningen in nadacht over het in behandeling zijnde probleem, dan betekende deze „denktijd" uiteraard leeglooptijd voor de computer. In dit opzicht is de situatie de laatste jaren grondig gewijzigd: Enerzijds doordat op grote schaal kleine en relatief goedkope computers op de markt komen, waardoor een zekere leeglooptijd economisch toe laatbaar is, anderzijds doordat het mogelijk is ge worden een aantal gebruikers tegelijkertijd verbin ding te geven met een grote computer, waardoor tij dens de leeglooptijd van de ene gebruiker ogenblik kelijk een andere gebruiker wordt ingeschakeld (time sharing). Door deze beide ontwikkelingen komt het gebruik van de computer in het onderwijs binnen de horizon. Computer Graphics Wat is nu het belang van het via de computer be stuurde afbeelden? In de eerste plaats komt het vaak voor, dat resulta ten van berekeningen veel sneller grafisch dan nu meriek beoordeeld kunnen worden. Wordt ook de grafische voorstelling verkregen onder besturing van de computer, direct aansluitend op het rekenproces, dan wordt daardoor de mens ontlast van het moei zame omzetten van numerieke gegevens in grafische voorstellingen. Een bekend voorbeeld hiervan is het automatisch tekenen van profielen uit de waterpas sing. Geschiedt dit afbeelden bovendien interactief, dan kan het eindresultaat in veel gevallen veel sneller worden verkregen, doordat rekenen, tekenen en in terpretatie van tussenresultaten elkaar steeds direct kunnen volgen. Belangrijker is nog dat in een aantal gevallen afbeel dingen als eindresultaat vaak onmisbaar zijn. Wor den rekenen en tekenen met behulp van de compu ter geïntegreerd, dan opent vooral de beschikbare geheugencapaciteit nieuwe perspectieven. Men kan dan immers de basisgegevens, aan een zeer complexe tekening ten grondslag liggend, in het ge heugen opslaan, tezamen met het reken- en teken programma dat noodzakelijk is om uit de basisge gevens een bepaalde afbeelding te verkrijgen. Deze gedachtengang kan worden toegelicht aan de hand van een bedacht maar in principe realiseerbaar voorbeeld: Vorm en afmetingen van het aardopper vlak zijn in een driedimensioneel coördinaatstelsel opgeborgen in het geheugen van de computer. Het rekentekenprogramma wordt in werking gesteld, en op de aangesloten beeldbuis verschijnt een afbeel ding van het aardoppervlak in een bepaalde, in het programma verwerkte, kaartprojectie. Met de licht pen wordt op deze afbeeldingaangewezen het centrum van het gebied, dat men nader in ogenschouw wenst te nemen. Via het alfanumerieke toetsenbord wor den aangegeven de afmetingen van het gebied, dat men wenst te bezien. Met het functie-toetsenbord geeft men aan in welke kaartprojectie men het ge bied afgebeeld wenst. De functietoetsen 1 tot en met 20 zouden b.v. kunnen corresponderen met 20 ver schillende, in het programma ingebouwde, kaartpro jecties. Na het indrukken van de toets verschijnt op het scherm het gewenste gebied in de gewenste pro jectie, eventueel aangevuld met bepaalde numerieke gegevens, die de eigenschappen van deze projectie voor dit gebied typeren. Op deze wijze zou een uit- uitstekende methode verkregen zijn voor demonstra ties bij het vak kaartprojecties. Andere voorbeelden, wellicht van grotere praktische betekenis, zouden te geven zijn. ngt 71 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 5