i waardigerwijs wordt bij de Amerikaanse marine de op een dergelijke wijze gemaakte opname naderhand voor locale navigatie gebruikt. Uit de topografische opname verkregen gegevens - de x, y en z coördi naten - worden in de vorm van een zgn. navigatie- matrix in het geheugen van de computer opgeslagen. Bij het navigeren worden alleen diepten (z) gemeten, die de computer vergelijkt met de opgeslagen gege vens waaruit deze dan de positie kan bepalen, mits de zeebodem voldoende geaccidenteerd is. Deze me thode is de zgn. bathymetrische navigatie Een ander belangrijk middel voor de topografische opname is de side looking sonar waarvan de werking in fig. 10 wordt voorgesteld. Aan de zijkant van een vaartuig wordt een transducer bevestigd die akoestische signalen van 50-250 kHz dwars op de vaarrichting uitzendt. Deze akoestische signalen ko men in de vorm van een stralenwaaier op de zee bodem terecht en worden teruggekaatst naar de transducer. De sterkte van de terugontvangen sig nalen, die op een 15 cm brede papierstrook worden geregistreerd, is afhankelijk van de vorm van de zee bodem. Als het vaartuig met de voorgeschreven snel heid (5,7 knopen) vaart en het terrein continu wordt afgetast, wordt een zogenaamde akoestische kaart verkregen, die met enige ervaring redelijk leesbaar is ten aanzien van de vorm van de zeebodem. Een onder water liggend wrak kan b.v. op deze wijze eenvoudig opgespoord worden. In fig. 11 wordt een dergelijke akoestische kaart getoond. De maximaal bereikbare schuine afstand bij de side looking sonar bedraagt 500 meter. Het lijkt veel op een SLAR (Side Looking Airborne Radar) opname vanuit een vliegtuig, vooral als aan beide kanten van het vaartuig een transducer wordt bevestigd. Er wer den zelfs proeven genomen met onderwater-paspun- tendit zijn vlak boven de bodem geplaatste passieve reflectoren, die door de side looking sonar worden waargenomen. Voor diepzeeonderzoek werd een speciale sonar ontwikkeld, waarbij de transducer in een apart vaartuig door middel van een kabel dicht boven de zeebodem gesleept wordt. Tenslotte is het interessant op het succesvolle expe riment van de Ball Brothers Research Corp. te wij zen, waarbij televisiebeelden werden overgebracht via een akoestische schakel tussen een opnemings- vaartuig op 4500 meter diepte en een oppervlakte schip. Deze akoestische schakel werd door een nauw gebundelde geluidsstraal bij een frequentie van 9,25 kHz resp. 14,5 kHz gerealiseerd. Er wordt veelvul dig geëxperimenteerd om gereflecteerde akoestische signalen ook optisch af te beelden. Met een dergelijk akoestisch oog zouden we onder water normaal kunnen zien. De resultaten zijn nu nog matig, maar misschien kan deze methode in de toekomst dusda nig verbeterd worden dat het een belangrijk hulp middel wordt bij het oceaanonderzoek. Literatuur (o) ZWAKKE REFLECTIE VLAK T-ERREi (c) STERKE REFLECTIE: RUWE BODEM Fig. 10. Side looking sonar. 1Proceedings of First Marine Geodesy Symposium. Columbus, Ohio (1966). 2. A Second Symposium on Marine Geodesy. New Orleans (1969). 3. Symposium Moderne Navigatiemiddelen. Koninklijk Instituut voor de Marine (maart 1967). 4. K. Ramsayer, „Navigation und Geodasie". Allgemeine Vermessungsnachrichten Heft 5/1969. 5. A. Korpel, „Optical imaging of ultrasonic fields by acous tic bragg diffraction". Proefschrift TH-Delft, 1969. 6. T.V. pictures from the depth via sonar. Ocean Industry no. 2/1969. 7. Kelvin Hughes Transit Sonar (folder). 8. V. T. Miscoski, Marine Charting Today. Surveying and Mapping (juni 1969). ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 11