vraagt om ondernemerschap, dat geeft ook alle kwade kansen dat je nog een keer failliet gaat als dat ondernemerschap niet zo goed is. Want ook de landbouw bestaat, net als iedere andere sector van het bedrijfsleven, niet voor 100% uit superonderne mers, dat is maar een beperkte groep, ook hier. Als in het kader van de ruilverkaveling op den duur een aantal grote bedrijven groeit dan is daar dacht ik wel een basis voor aanwezig. Maar je moet rea listisch zijn, omdat er altijd een grote middenmoot zal blijven die middelmatig is en die je ook niet te veel op moet drijven tot zaken die ze toch niet kun nen bijhouden. Ik zou hier dus sterk willen be nadrukken dat degenen die gaan rekenen en dan zeggen: die ruilverkaveling heeft zoveel hectare; aan het begin zaten er zoveel boeren, aan het eind zoveel, dus die ruilverkaveling heeft bijzonder weinig gedaan aan de bedrijfsvergroting, de zaak te eenvoudig voorstellen. Voorbereiding en uitvoering Een ruilverkaveling vraagt minstens een voorbe reidingsperiode van een jaar of vijf, een voorberei dingsperiode waar ongeveer iedereen in het gebied aan te pas komt. De boeren worden meer of minder uitgebreid, mede naar gelang de activiteit van de organisaties, in allerlei informatieve vergaderingen ingelicht. Er worden vaak, als het actieve mensen zijn, werkgroepen gevormd om het allemaal te be kijken. Kortom, in die streek wordt met de mensen veel gesproken; gemeentebesturen, waterschappen, provinciale instanties, zoals de provinciale plano logische dienst en provinciale waterstaat, worden in de plannen gekend, en ook de rijksdiensten, zoals b.v. Rijkswaterstaat. Er is ook een procedure die de natuurbeschermers voldoende inspraakmogelijkheden geeft. De con sulent van Staatsbosbeheer stelt nl. een pre-advies op voor de Raad voor de Natuurbescherming. Dan komt een bepaalde commissie van de raad be kijken welke gebieden bewaard moeten worden, omdat daar b.v. zoveel bijzondere vogels hun pleisterplaats hebben. Alles wordt geïnventariseerd en er wordt aan de minister van C.R.M. een advies uitgebracht over de te sparen gebieden en over wat de minister even- tueel zou moeten aankopen. Dat advies komt ook bij de voorbereiders van de ruilverkaveling. Die houden daar ook weer rekening mee, die bouwen dat allemaal in. Zij hoeven dat advies natuurlijk niet precies op te volgen, maar als zij het helemaal niet opvolgen zullen zij later wel merken wat er dan gebeurt. Daar kom ik nog op terug. Kortom alle belangengroepen krijgen, als ze maar actief zijn, voldoende kans om inspraak te hebben in het geheel. Nadat overleg is gepleegd en over eenstemming is bereikt met alle betrokken diensten wordt het rapport opgesteld en ter bespreking aan geboden aan de Centrale Cultuurtechnische Com missie. De Centrale Cultuurtechnische Commissie is een aan de Rijks Planologische Commissie nevenge- steld belangenafwegend lichaam, waarin naast het Ministerie van Landbouw en vertegenwoordigers van de landbouw ook vertegenwoordigers van aller lei andere departementen zitting hebben. Daarin zit de directeur van de Rijks Planologische Dienst, die bekijkt of het beleid ten aanzien van de ruimte lijke ordening wel goed in acht is genomen. Daarin zitten C.R.M. Natuurbescherming en C.R.M. Recreatie. Daarin zit Financiën, dat bekijkt of het geld wel verantwoord wordt uitgegeven. Het Minis terie van Binnenlandse Zaken gaat na of de gemeen ten in het kader van het plan geen verplichtingen aangaan die ze niet kunnen nakomen. Dan is er het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, dat met het rapport akkoord moet gaan wanneer het in het kader van de ruilverkaveling b.v. een tracé krijgt toegewezen. Het zijn maar enkele voorbeel den. Als dan blijkt dat het pre-advies of het advies van de natuurbescherming aan C.R.M. helemaal niet is opgevolgd, of dat het op provinciaal niveau niet rond zit met het tracé van de rijksweg, dan moeten we wel heel sterke papieren hebben om op dat mo ment niet onder tafel te worden gedrukt met ons plan. Er is dus een ruime inspraak in dit geheel die voor alle betrokken instanties er toe leidt dat de belangen op evenwichtige wijze in de C.C.C. naar voren ko men, waar ze duidelijk worden geconfronteerd en tegen elkaar afgewogen. ngt 71 55

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 17