Berichten
R.D.-PUNTEN
Het Ministerie van Financiën heeft de volgende aanschrijving
doen uitgaan aan de Dienst van het Kadaster en de Openbare
Registers. Gezien het feit dat deze aanschrijving ook voor
andere gebruikers van de R.D.-punten van belang is wordt zij
hier overgenomen.
1. Stand van zaken
In 1969 is bepaald dat het net van de Rijksdriehoeksmeting
zal bestaan uit ±1000 punten van eerste en tweede orde en
±3000 punten van derde orde. De stand van zaken is op dit
moment zo, dat in het Zuiden van het land de tweede-orde
punten nieuw berekend zijn. De nieuwe coördinaten moeten
worden gebruikt. In 1971 zullen de nieuwe coördinatenlijsten
verschijnen. In midden Nederland is het tweede-orde net wel
gemeten, maar nog niet berekend.
Indien nodig worden hier dan door de dienst van de Rijksdrie
hoeksmeting ten gerieve van de aanvragers incidenteel kleine
deelnetjes berekend, waardoor men de beschikking krijgt over
coördinaten van de aansluitingspunten die bij de latere defi
nitieve vereffening van het net midden-Nederland vrijwel geen
veranderingen meer zullen ondergaan.
Het tweede-orde net in de drie noordelijke provincies is nog
maar ten dele gemeten. Hier kunnen niet overal deelnetjes
worden berekend, zodat hier volstaan moet worden met het
onderzoeken door de dienst van de Rijksdriehoeksmeting van
de bestaande punten op hun bruikbaarheid.
2. Derde-orde punten
De opbouw van het net van derde-orde punten dient sys
tematisch over het gehele land plaats te vinden. Door het
bureau van de R.D. zullen hiertoe op topografische kaarten
1 50.000 de eerste- en tweede-orde punten worden aan
gegeven die in het nieuwe net zijn of zullen worden opgeno
men. Deze kaarten worden hierna toegezonden aan de hoof
den van bureau van de landmeetkundige dienst die zorgdragen
dat zo spoedig mogelijk de gewenste plaats van de derde-orde
punten erop wordt aangegeven. Een duidelijke omschrijving
van de punten wordt erbij vermeld. Overleg met andere dien
sten, waarmee wordt samengewerkt, is hierbij gewenst.
Het is de bedoeling dat op deze wijze een homogeen net van
punten ontstaat met een maaswijdte van ±4 km.
Bij de selectie van de op te nemen derde-orde punten dient te
worden uitgegaan van de volgende overwegingen:
a. bruikbaarheid voor achterwaartse richtingen (hoogte en
richtpunt),
b. bruikbaarheid voor voorwaartse richtingen (opstellings
mogelijkheden),
c. wanneer geen andere belangen ertegen pleiten heeft het
voordelen oude R.D.-punten te kiezen. In deze gevallen
bestaat de bovenbedoelde omschrijving uit het oude num
mer van het punt.
Na deze bewerking worden de kaarten langs de ambtelijke
weg gezonden aan de Directie Kadaster en Openbare Regis
ters.
Met behulp van de op deze wijze verzamelde gegevens zullen
ongeveer 3000 derde-orde punten worden aangewezen en zal
de bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeksmeting, die belast
is met de opbouw van het R.D.-net, overgaan tot het bepalen
van de coördinaten.
Het is echter ook mogelijk dat bij gebruik van kringnetten
- in gebieden waar het kernnet reeds is voltooid - derde-orde
punten ontstaan, al of niet op verzoek van de Rijksdriehoeks
meting. Behoudens wellicht de lokale driehoeksmeting ge
schiedt de bepaling dan niet door de Rijksdriehoeksmeting.
Vanzelfsprekend blijft het wel de verantwoordelijkheid van
de Rijksdriehoeksmeting om te beoordelen of de coördinaten
voldoende nauwkeurig zijn om ze voor een derde-orde punt
te accepteren.
Wanneer door een bureau puntsbepalingen moeten worden
uitgevoerd en men beschikt niet over voldoende aansluitings
punten, dan worden door de Rijksdriehoeksmeting voor dit
bureau de noodzakelijke derde-orde punten bepaald. Dit kan
ook gebeuren indien andere instanties een derde-orde punt
moeten gebruiken. De aanvrage zal in dat geval via het be
trokken bureau van de kadastrale landmeetkundige dienst
moeten lopen. Dit is van belang omdat dit bureau het beste
kan beoordelen, welke punten belangrijk genoeg zijn om in
het derde-orde net te worden opgenomen, vooruit lopende op
de landelijke aanwijzing van de ±3000 punten.
3. Assistentie
Voor het voltooien van de herziening van het tweede-orde net
behoeven geen nieuwe assistentieploegen te worden ingescha
keld. De bestaande assistentiemeetploegen zullen in hoofd
zaak worden ingezet voor de bepaling en het onderhoud van
het derde-orde net. Zo zullen o.a. zeer veel centreringen moe
ten worden uitgevoerd.
4. Controle van R.D.-punten en melding van storingen
Preventieve controle is nodig voor een doeltreffend onder
houd van het puntenstelsel. Deze controle zal in hoofdzaak
door de bureaus van de landmeetkundige dienst moeten wor
den uitgevoerd. Hiervoor is het nodig dat er steeds contact
wordt opgenomen met uitvoerders van restauraties aan bouw
werken, welke coördinatenpunten bevatten. Dit contact
maakt het mogelijk op het juiste moment voorzieningen te
treffen bij noodzakelijke verplaatsingen van vastleggings
bouten. De landmeetkundige dienst moet daarom de R.D.
waarschuwen, voordat de bout is verdwenen. Het verplaatsen
van vastleggingen dient over een zo kort mogelijke afstand in
hetzelfde bouwwerk te geschieden, waarbij de vastleggings
bout weer een definitieve plaats kan krijgen en geen merkbaar
verlies in nauwkeurigheid optreedt. Het tijdelijk overbrengen
naar een ander bouwwerk met een terugbrengen op een later
tijdstip geeft wel nauwkeurigheidsverlies en onnodig werk en
dient daarom te worden vermeden. Er zal een formulier wor
den ingevoerd waarop de gebruikers van R.D.-punten te ver
wachten wijzigingen of geconstateerde storingen en verande
ringen van R.D.-punten kunnen door geven.
5. Verstrekking van gegevens aan derden
Reeds is aangekondigd dat de R.D.-punten en de hoofdpun
ten zullen worden afgebeeld op topografische kaarten
1 50.000 en dat coördinatenlijsten zullen worden vervaar
digd. Deze taak is in behandeling. Op genoemde topografi
sche kaarten zullen van de in de eerste zin van punt 1 bedoelde
R.D.-punten alleen die worden aangebracht waarvan - al of
niet opnieuw berekende - coördinaten bekend zijn. De coör
dinatenlijsten zullen echter slechts de nieuwe berekende pun
ten bevatten. Het is de bedoeling dat de overgang van het
oude op het nieuwe systeem zonder kosten voor de gebruikers
verloopt. Er zullen bepaalde diensten zijn, die - op aanwijs
van de Directie van het Kadaster en de Openbare Registers -
ook de latere verstrekkingen gratis krijgen, maar dat zal niet
voor alle gebruikers het geval zijn. In de nog uit te voeren ta
riefvaststelling zal een abonnementstarief worden opgenomen.
58
ngt 71