grondwerk is echter nog noodzakelijk om deze sys temen tot volle wasdom te brengen. Het succes van deze methode is naar alle waarschijn lijkheid toe te schrijven aan het feit dat de spectrale eigenschappen van de waargenomen objecten net de eigenschappen zijn die de scanner systemen het beste kunnen waarnemen. 4 De microgolven. Radar Het meest succesvolle apparaat voor waarneming vanuit de lucht in het microgolfgebied is de radar. Fig. 12 geeft een overzicht van dit gebied met de gangbare coderingen der verschillende golflengte banden en voorts de atmosferische absorptie. De gewone radar met ronddraaiende antenne wordt alom toegepast, ook in vliegtuigen. Voor karterings- doeleinden is dit apparaat minder geschikt. Een mo derne ontwikkeling, de side-looking airborne ra dar" of SLAR, echter maakt dit wel mogelijk voor schalen tussen 1/100.000 en 1/1.000.000 door de geringe absorptie in de atmosfeer onder nagenoeg alle weersomstandigheden. 4.1 De SLAR. Apparatuur en beeldvorming De radar is een actief systeem. Het zendt een korte puls EM energie uit en registreert de terugontvangen echo's in volgorde van binnenkomst en zet deze op een lijn achter elkaar uit op een beeldbuis in de vorm van lichte vlekjes. Na de laatste echo ontvangen te hebben (bepaald door de afstand waarover men wil waarnemen, in dit geval meestal tussen 10 en 50 km) wordt een nieuwe puls uitgezonden, enz. Daar de EM golf zich met de lichtsnelheid voortplant is de omlooptijd kort en kunnen vele pulsen per seconde worden uitgezonden. Door deze techniek meet de radar in feite afstanden tot de reflecterende objecten (tijd tussen uitzenden puls en terugontvangen echo). Bij de SLAR worden twee antennes gebruikt, die de uitgezonden energie bundelen, één aan elke zijde van het vliegtuig. Fig. 13 toont de configuratie. Er wordt steeds één lijn afgebeeld op de beeldbuis. Door deze lijn af te beelden op een film, die voort bewogen wordt met een snelheid die evenredig is met de vliegsnelheid, wordt een continu beeld ver kregen. Van dit beeld wordt de schaalnauwkeurig- heid in de vliegrichting bepaald door de nauwkeurig- heid van de overzetverhouding: vliegsnelheid vs. filmsnelheid. Elke radar werkt op één golflengte en is als zodanig een „monochromatisch" apparaat. De meest ge bruikte golflengtebanden liggen tussen X 5 cm en X 0,8 cm (frequenties tussen 6 en 40 GHz). Lan gere golflengtes zijn mogelijk en zelfs het gebruik van de P-band (X 50 cm) wordt in de literatuur genoemd. Zij vereisen echter zeer ingewikkelde ap paratuur om een voldoend hoog scheidend vermo gen te bewerken (een coherente radar met apertuur- Band designation .V.Kn Kn X C S L 1 1 ïT K1 1 1 10-1 I lü- 01 0.2 Q5 10 20 50 10 20 50 e*l cm's 200 1ÓÓ''5020 1Ó" 5 in GHz -a 2 1 05 Fig. 12. De microgolven. Aanduiding der frequentiebanden en atmosferische absorptie in dB/km. Fig. 13. SLAR. A. Wijze van aftasten van de grond. B. Systeem: 1. antenne, 2. zender/ontvanger, 3. beeldbuis met één in intensiteit gemoduleerde lijn het beeld komt tot stand door afbeelding op de be wegende film in camera 4. ngt 71 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 17