De eerste algemeen aanvaarde toepassing was de
vervanging van de schattingsveldkaart door de ont-
schrankte luchtfoto. Belangrijker is echter de ver
vanging van de kaart waarop de uitwerking van het
gehele ruilverkavelingsproces plaats vindt, het zo
genaamde werkplan 2, door de fotokaart. In ver
schillende ruilverkavelingen werd en wordt deze
werkwijze reeds met goede resultaten gevolgd. Dat
het hierbij niet alleen gaat om een meer economische
toepassing, hetzij in tijd hetzij in kosten, kan opge
maakt worden uit een rapport van Beukman in 1967
over de ruilverkaveling Heerhugowaard, waar de
fotokaart op schaal 1/2.000, uitgevoerd in 37 bladen
op maatvast materiaal, gebruikt werd als werkplan
2 en tenslotte als basis voor het kadastraal bijblad
[12]. Het feit dat de volledige terreinsituatie de on
dergrond vormt, heeft volgens hem grote voordelen,
zowel bij de toedeling als bij het ontwerpen van cul
tuurtechnisch aanpassingswerk. Daarbij komt dat
nadelen, die soms optreden bij het gebruik van de
uitgetekende fotogrammetrische kaart, ontstaan
doordat de fotogrammetrische operateur het terrein
niet kent, ondervangen worden.
Het tegenwoordige hoofd van de kadastrale ruil-
verkavelingsdienst, Van Lent, gaat een stap verder.
Dit blijkt uit een uitspraak in 1970, waarin hij pleit
voor grootschalige kaarten van het gehele land [13].
Hij onderscheidt drie typen: de kadastrale kaart, de
fotokaart en de leidingenkaart, en wijst op de moge
lijkheid gecombineerde afdrukken te maken. In
tegenstelling tot zijn voorstel om de kadastrale kaart
in de vorm van eilandenkaart te blijven uitvoeren,
ben ik van mening dat, voor de eenheid in bladin
deling, voor het profijt dat verkregen kan worden
van mechanisering en automatisering en ook voor
de dienst die hiermede de gebruikers wordt geboden,
alleen de uitvoering als raamkaart in aanmerking
komt. Administratieve redenen behoeven geen be
zwaren op te leveren. Dit wordt o.a. door Rijsdijk
aangetoond in een origineel voorstel tot hervorming
van de kadastrale boekhouding [14].
Tot nu toe heb ik alleen over een toepassing van de
fotokaart in Nederland gesproken. Uit het gebruik
in andere Europese landen, zoals Zweden, Hongarije
en Frankrijk, zouden andere voorbeelden het toe-
passingsgebied kunnen illustreren. Dit zou op dit
moment te ver voeren. Toch wil ik graag nog op
een bepaald aspect wijzen. De wereldbehoefte aan
kaarten is groot. Afgezien van kaarten op zeer kleine
schaal, zoals de Internationale Wereldkaart op de
schaal 1/1.000.000, ziet een inventarisatie van het
bestaande kaartmateriaal dat voor civiele doelein
den beschikbaar is, er niet erg rooskleurig uit.
Van ongeveer 35% van de landoppervlakte van de
aarde bestaan kaarten op de schaal 1/250.000 of
groter, van ongeveer 15% op de schaal 1/100.000 of
groter en van slechts 5% op een schaal groter dan
1/25.000. Gerekend naar de bijdrage die de laatste
jaren geleverd wordt om hierin verbetering te bren
gen, zou het nog ruim 100 jaren duren voor van een
totale bedekking op de schaal 1/100.000 gesproken
kan worden [15], Deze schaal is wel het minimum
voor kaarten die bedoeld zijn om te beginnen met
de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen. Is er
werkelijk sprake van ontwikkelingsplannen die zo
hard nodig zijn in vele landen van Afrika, Azië en
Zuid-Amerika, dan zullen kaarten op grotere schaal
onmisbaar zijn.
Door de voortgang in de ontwikkeling van de foto-
grammetrie in de richting van de automatisering
zal een bijdrage geleverd kunnen worden om die
problemen te helpen oplossen. Eén van de mogelijk
heden, die vaak op korte termijn te verwezenlijken
is, is de fotokaart. De praktijk wijst uit, dat deze
vorm een zeer bruikbare is door de veelheid van
gegevens die de kaart bevat. Vele fasen in het kaarte-
ringsproces die wij in Europa hebben doorgemaakt
kunnen waarschijnlijk overgeslagen worden. Het is
zelfs niet onmogelijk dat wij, door gebruik van
nieuwe technieken bij de kartografische hulp in
ontwikkelingslanden, methoden leren die in eigen
land toepasbaar zijn. Het vastzitten in een historisch
gegroeid proces kan een belemmering zijn voor hoog
nodige hervormingen.
In de Westerse landen zijn wij op school en in de
praktijk opgegroeid met redelijke kartografische
produkten. De luchtfoto en de fotokaart hebben in
het onderwijs op de middelbare scholen nog geen
plaats gevonden [16, 17]. Velen kennen de fotokaart
alleen door de beelden op het televisiescherm of in
de krant van gedeelten van het maanoppervlak.
ngt 71
71