De beheerders worden in deze tweede fase verplicht
niet alleen hun namen en adressen, maar ook de
nodige gegevens over de ligging der volgens de alge
mene norm belangrijke leidingen te verschaffen aan
de kadastrale leidingendienst. Aan de beheerders
moet ook de bevoegdheid worden toegekend andere
naar hun mening belangrijke leidingen te laten re
gistreren. Daarnaast blijft, zoals in de eerste fase,
de verplichting bestaan tot informatieverstrekking
aan de voorbereiders en uitvoerders van werken.
Bij A.M.v.B. moet geregeld worden welke maatre
gelen getroffen moeten worden, wanneer de door
de beheerder verstrekte gegevens evident onjuist
zijn.
Een voor de hand liggende oplossing zou b.v. kun
nen zijn een bevoegdheid van het Kadaster de be
heerder de verplichting op te leggen een nieuwe
meting te laten uitvoeren.
Ofschoon er in de tweede fase meer reden kan zijn
om aan de ontwerpers een informatieplicht op te
leggen, althans ten aanzien van geregistreerde lei
dingen, omdat de gegevens daarvan nu eenvoudig
op overzichtskaarten bij het Kadaster kunnen wor
den verkregen, behoort een wet op de leidingen
registratie ook dan nog niet daarmee te worden
belast. Wel is het ook in deze tweede fase weer denk
baar verplichtingen tot informatie-inwinning in
andere wetten of regelingen op te nemen. Hetzelfde
geldt voor de inwinning van informatie door op
drachtgevers, direkties, aannemers en uitvoerders van
werken, niettegenstaande het feit dat naast de mo
gelijkheid tot raadpleging van het leidingenkadaster
ook in deze fase het rechtstreekse overleg met de
leidingbeheerders noodzakelijk blijft.
3.3 Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid in de tweede fase blijft groten
deels gelijk aan die in de eerste fase. Alleen de even
tuele aansprakelijkheid voor de verleggingskosten
wordt iets meer geaccentueerd, doordat nu een een
voudige mogelijkheid bestaat met de geregistreerde
leidingen bij het ontwerpen rekening te houden.
Voorts geldt hier wederom dat naarmate de moge
lijkheden tot informatie-inwinning groter, althans
eenvoudiger worden, de plicht hiertoe automatisch
zwaarder wordt.
4. De registratie van alle leidingen (derde fase)
Aangezien het de vraag is of het ooit nodig en/of
mogelijk zal zijn over te gaan tot een centrale regis
tratie van alle leidingen, worden hier slechts enkele
korte opmerkingen gemaakt over deze derde fase.
Gedacht kan worden aan leidingkaarten op schaal
1 200 tot 1 1.000, al naar gelang het gebied, met
een goede nauwkeurigheid. Bij de uitvoering van
werken zou men dan direkt met deze kaarten kunnen
werken.
Een centrale registratie door het Kadaster kan be
rusten op meetgegevens verstrekt door de beheerder
of op eigen metingen. Een consequent doorgevoer
de meting door het Kadaster zou het nadeel met
zich meebrengen dat veelal dubbel werk gedaan
wordt. Vooral daar waar veel aandacht besteed
wordt aan het uitzetten van de leiding zouden de
meetploegen van de beheerder en die van het Ka
daster elkaar staan te verdringen. Anderzijds lijkt
het ook niet helemaal bevredigend al het meetwerk
door de beheerders te laten doen, aangezien een
registratie bij het Kadaster, ondanks het negatieve
stelsel, verwachtingen oproept, waarvoor dan te
weinig waarborgen bestaan.
Een tussenoplossing zou misschien kunnen zijn het
Kadaster in principe zorg te laten dragen voor zowel
meting als registratie, maar behalve de reeds ge
noemde delegatiemogelijkheid van de registratie aan
gemeenten, ook een ruime bevoegdheid tot delegatie
van de metingen te geven. Hiervoor komen dan b.v.
grote beheerders, gemeentelijke diensten of inge
nieursbureaus, met voldoende landmeetkundig ge
schoold personeel in aanmerking. Een en ander
vereist uiteraard een goede regeling, b.v. door mid
del van samenwerkingscontracten. Het Kadaster
verzamelt dan de meetgegevens en verwerkt deze;
de kwaliteit van de metingen kan door kaarteer-
gewijze controle en eventueel door steekproeven in
het terrein gewaarborgd blijven.
Er is ook een andere tussenoplossing denkbaar.
Men kan het Kadaster de registratie laten verzorgen,
maar de beheerders in principe zorg laten dragen
voor de metingen. Door dan in de wet te regelen
dat de beheerders aansprakelijk zijn voor de meet
gegevens, dwingt men hen om wanneer zij niet
100
ngt 71