voldoende landmeetkundig zijn toegerust het meet- werk uit te besteden. Dit kan dan b.v. als speciale opdracht door het Kadaster of door goede particu liere bureaus worden uitgevoerd. Het Kadaster zal in ieder geval centrale voorschrif ten voor de uitvoering van de meting en de ver vaardiging van kaarten moeten geven. In de derde fase zou het Kadaster theoretisch ook voor andermans fouten aansprakelijk kunnen worden gesteld, b.v. wanneer de leidingendienst zelf beoordeelt in hoeverre zij tot opmeting of con trole van bestaande leidingentracé's overgaat dan wel volstaat met overname in haar registers en kaar ten van door de beheerders verstrekte gegevens. Het ligt echter evenzeer voor de hand dat het Rijk de ze uiteraard veel te zware aansprakelijkheid zal willen uitsluiten. Hoogstens zal het Rijk dan nog aansprake lijk zijn voor door het Kadaster zelf gemaakte fouten. Hiertoe zouden dan wel kadastraal gemeten of qua ligging gecontroleerde leidingen in de registratie an ders moeten worden aangeduid dan de overige. De commissie is van mening dat de keuze tussen bovengenoemde en andere mogelijkheden voor de uitvoering van de derde fase pas zinvol gemaakt kan worden, wanneer ervaring met de eerste en tweede fase is opgedaan. Er wordt momenteel op vele plaatsen gezocht naar en geëxperimenteerd met oplossingen, zowel wat betreft de administratieve als de technische kant. Het is te verwachten dat door de ontwikkelingen in de automatisering de technische realisering van een totale leidingenregistratie op grote schaal tot de mogelijkheden zal gaan behoren. 5. Enige economische aspecten 5.1 Inleiding Zoals in het voorgaande is uiteengezet bestaat de leidingenregistratie uit twee onderdelen: de admi nistratieve (beheerders) en de technische (ligging der leidingen) registratie. De registratie behoort de relatie tussen de beheerders en de leidingen over zichtelijk weer te geven. De commissie zou kunnen volstaan met de opmer king dat de kosten van een leidingenregistratie, in aanmerking genomen de grote belangen van regis- tratie, niet van doorslaggevende betekenis mogen zijn bij de overwegingen die gelden t.a.v. de beslis sing voor de invoering van een centrale leidingen registratie. Immers, evenmin als het maatschappelijk leven denkbaar is zonder een centrale grondregistra- tie (het Kadaster), zal ook een centrale leidingen registratie een onmisbaar element zijn. Zowel in Tsjecho-Slowakije als in delen van de Verenigde Staten van Amerika wil men centrale leidingen registraties opzetten op een wijze als in het rap port is vermeld. Het feit dat bij de Provinciale Water staat van Gelderland al een proef in uitvoering is, volgens de in het rapport vermelde fase 1, wijst ook al op de noodzaak van de leidingenregistratie. Bovendien is het de commissie uit de vele verkregen inlichtingen, zowel schriftelijke als mondelinge, duidelijk geworden dat voor tientallen miljoenen guldens wordt besteed door gemeenten en bedrijven om een registratie, zij het soms een gebrekkige, der leidingen te verkrijgen. Door eenheid te brengen in het systeem, door regels te doen geven door een centraal overheidsorgaan dat aan de uitvoering mee werkt of hierop toezicht uitoefent, door normalisa tie der kaarten en kaartsymbolen, zal een grote be sparing in de kosten van het totale beheer van het leidingennet kunnen worden verkregen, zodat de voor de registratie bestede gelden een beter rende ment zullen opleveren. Een leidingenregistratie zal bijdragen tot een ver mindering van het aantal schadegevallen; dit is een indirekte kostenbesparing. 5.2 De eerste fase In de eerste fase is het de bedoeling dat de leidingen beheerders opgeven waar hun leidingen zijn gelegen. Voor de plaatsbepaling wordt het vierkante-kilo- meter-net gebruikt, dat op de topografische kaarten voorkomt. De taken van de centrale leidingen organisatie zijn onder meer: 1. De aanschaffing van topografische kaarten met de aanduiding van elke ruit (ter grootte van 1 km2). Daar de kaarten op schaal 1 25.000 voor dit doel het meest geschikt lijken wordt van het gebruik hiervan uitgegaan. In totaal wordt Nederland door 369 bladen overdekt. Aange nomen wordt dat van ieder blad gemiddeld 100 ngt 71 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 13