exemplaren nodig zijn, die met voorbedrukking van de ruitgetallen en verzendkosten niet meer dan 4.- per stuk zullen kosten, zodat de totale aanschaffingskosten en de verzendkosten naar de beheerders ƒ150.000,zullen bedragen. 2. De verwerking van de van de beheerders ont vangen gegevens, die leiden tot het vastleggen van de relatie tussen beheerders en ligging van de leidingen kan met ponskaarten of een computer gebeuren. Gemiddeld komen in één ruit leidin gen van 15 a 20 beheerders voor. De kosten van de verwerking van deze gegevens worden ge raamd op 350.000, 3. Voor de verstrekking van inlichtingen en het bijwerken van wijzigingen, moet per kadastraal bureau één technische medewerker (jaarkosten per ruimte en per persoon per tezamen 30.000,-) aanwezig zijn; deze post wordt dan ƒ700.000,-. De totale kosten voor de inrichting, waarvoor één jaar is gedacht, bedragen derhalve 150.000,- ƒ350.000,- 700.000,- 1.200.000,-. De kosten van de bijhouding van de werkzaamheden, vallende onder fase 1, zullen zeer waarschijnlijk uit de retributies voor de verstrekking van inlichtingen aan belanghebbenden kunnen worden bestreden. 5.3 De tweede fase Ten aanzien van fase 2 zij opgemerkt, dat de be heerders van de te registreren leidingen al in fase 1 bekend zijn geworden. Het onderdeel der werkzaam heden dat in de tweede fase de meeste kosten vraagt, is de plaatsbepaling der leidingen. Deze plaats bepaling zal voornamelijk in de landelijke gebieden moeten geschieden. In stedelijke gebieden, in het bijzonder wordt hier gedacht aan de industriegebie den in en rond de grote steden, zijn de metingen veelal reeds verricht en de leidingen in kaart ge bracht. Bovendien zullen zij op overzichtskaarten nauwkeurig moeten worden getekend. Onderzocht zal moeten worden of deze kaartering op kaarten 1 25.000, dan wel op kaarten op grotere of kleinere schaal moet gebeuren. Hierover kan eerst een oordeel worden uitgesproken nadat het resultaat van fase 1 bekend is. De kaartkosten vormen echter een betrekkelijk ge ring deel der totale kosten. Zoals reeds is opge merkt, wordt het hoofdbestanddeel hiervan ge vormd door de meetkosten. Nu is echter een aantal van de belangrijke leidingen, waarvan in fase 2 sprake is, reeds gemeten in het systeem van de Rijks driehoeksmeting. Voor de centrale leidingenregis tratie zullen de voornaamste werkzaamheden be staan uit het overnemen van meet- of kaartgegevens op de onder haar beheer zijnde kaarten en de aan vulling van gegevens in het ponskaartenbestand. Voor het geval dat geen meting volgens de te stellen eisen heeft plaatsgevonden, kan worden overwogen of deze metingen als speciale opdracht door het Kadaster zullen geschieden. De bijhoudingskosten kunnen geheel of gedeeltelijk door retributies voor de verstrekking van inlichtingen worden gedekt. 5.4 De derde fase Over fase 3 kan wat de kosten van de centrale registratie betreft nog geen uitsluitsel worden ge geven. Er worden in vele gemeenten reeds leiding- kaarten vervaardigd. Het lijkt de commissie gewenst tijdens de uitvoering van fase 2 door de centrale registratiedienst te laten inventariseren hoeveel werk op dit gebied reeds is verricht en welke de kwaliteit van dit werk is. Gebleken is dat nu de kosten van meting, controle bij het leggen en registratie lal,5°/00 van de aanleg- kosten van de leiding bedragen. Het was onmogelijk hieruit de zuivere registratiekosten te destilleren. Ook wanneer in de tweede en derde fase het Kadas ter de taak van de beheerder, voor wat betreft de registratie, overneemt, lijkt het voor de hand te liggen dat de beheerders in de kosten blijven bijdra gen. De verdeelsleutel kan afhankelijk gesteld wor den van o.a. het aantal leidingen en mutaties per beheerder. Op deze manier is men in Basel gekomen tot de volgende verdeling: Openbare werken 21%, Gasbedrijf 10%, Waterleidingbedrijf 10%, P.T.T. 23%, Elektriciteitsbedrijf 26%, Vervoerbedrijf 5%, Vermessungsamt 5%. In aanmerking genomen de uitspraken van alle be trokkenen (provinciale waterstaten, beheerders en aannemers) die allen doordrongen zijn van het be lang van een behoorlijke leidingenregistratie, kan het kostenvraagstuk geen obstakel vormen voor de invoering van centrale leidingenregistratie. 102 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 14