voorkomen op te geven; dit kan onzekerheid voor komen. Wanneer een beheerder nieuwe leidingen legt in een vak waar hij nog geen leidingen beheerde, geeft hij dit direkt door aan het Kadaster. Ook de nog niet gelegde leidingen, waarvan het tracé reeds vaststaat, worden gemeld; bij planning is het im mers van het grootste belang dat men ook met deze leidingen rekening kan houden. Uitdrukkelijk zij hier gesteld dat het Kadaster geen enkele bemoeiing dient te hebben met de tracering van een leiding. De leidingendienst van het Kadaster houdt de re gistratie bij van de beheerders per vak. De nood zakelijke te verwerken gegevens omtrent de beheer der zijn; naam, eventueel onderafdeling, adres en telefoonnummer van het kantoor waar de technische gegevens over de betrokken leidingen te verkrijgen zijn. In steden waar reeds een gemeentelijke centrale leidingenregistratie bestaat kan desgewenst de ge meentelijke dienst als contactadres worden opge geven. Het vak kan worden aangeduid met de R.D.- coördinaten in kilometers of hectometers van het Zuid-Westelijke hoekpunt. In bovengenoemde twij felgevallen moeten speciale aanduidingen worden toegepast. Een eerste vereiste is dat dezeeerste-fase- registratie up to date en betrouwbaar is; hiertoe zou de mogelijkheid geboden kunnen worden door b.v. een ponskaarten-systeem met interne en externe controles, zoals controleponsen, verifiëring door de beheerder van het uitgelijste bestand, e.d. De gebruikers van de openbare beheerdersregistra tie zullen zijn: planologische diensten, grondbedrij ven, opdrachtgevers, direkties en aannemers van grondwerkzaamheden, leidingbeheerders, enz. Het doel van de eerste-fase-registratie, het mogelijk ma ken van het contact tussen de aannemers (waar onder mede verstaan worden andere belanghebben den die gebruik maken van de registratie) en alle beheerders in een bepaald gebied, kan op twee wijzen geëffectueerd worden. Systeem a De beheerders melden aan de registratiedienst in welke vakken hun leidingen liggen (1). De aanne mers melden bij die dienst hun voorgenomen werk (2); de registratiedienst geeft dit aan de beheerders van leidingen in het betrokken gebied door (3). De beheerders nemen contact op met de aannemer en verstrekken informatie (4). Schematisch voorgesteld; Dit systeem vertoont sterke gelijkenis met het K.L.l.C.-systeem. In de werkwijze van het K.L.I.C. ontbreekt slechts de handeling (I); het K.L.l.C. geeft een melding van een aannemer door aan alle beheerders. Selectie (op grond van 1) zou echter in een streek met grotere leidingdichtheid onmisbaar zijn voor een doelmatig functioneren. Systeem b De beheerders melden aan de registratiedienst in welke vakken hun leidingen liggen (1). De aannemer vraagt bij die dienst welke beheerders leidingen beheren in de vakken waar hij voornemens is te werken (2); de registratiedienst verstrekt deze in formatie (3). De aannemer wint bij de beheerders verdere informatie in (4) en de beheerders verstrek ken deze (5). Schematisch voorgesteld: 3 Systeem b verdient de voorkeur boven systeem a, en wel om de volgende redenen: I. In geval van voorgenomen grondwerken is de aannemer degene die de actieve rol (graven) gaat spelen; waarom zou men hem dan bij het overleg over de leidingen de passieve rol (zoals bij a) toedelen? REGISTRATIEDIENST AANNEMER BEHEERDER AANNEMER REGISTRATIEDIENST 2 BEHEERDER 96 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 8