ware aan op te hangen. De precisie van de coördi
naten van zulke gegeven punten moet men op een
of andere wijze schatten; het is in principe mogelijk
dat zeer behoorlijk via berekening te doen als men
over alle oude gegevens beschikt, maar het naspeu
ren van de vroeger gebruikte methoden is praktisch
ondoenlijk. Vrij kort geleden is het gelukt een ma
thematisch model te vinden waardoor de precisie
van zulke puntstelsels met slechts enkele parameters
zeer bevredigend beschreven wordt. Het nauw ver
wante probleem, een vorm te vinden voor de crite
ria waaraan de precisie van puntsbepalingssystemen
moet voldoen, kan hiermee ook voor een groot deel
als opgelost worden beschouwd. Deze zaken spelen
een belangrijke rol bij de reeds genoemde planning
van geodetisch werk teneinde een vooraf bepaalde
precisie en betrouwbaarheid te bereiken. De aldus
geschapen mogelijkheid, de kwaliteit van geodetisch
werk beter te formuleren en in kwantitatieve vorm
te gieten doet de gedachte opkomen, van deze scher
pe formulering gebruik te maken bij het opstellen
van contracten tussen een geodeet en zijn opdracht
gever, met het door onderhandeling vaststellen van
de te gebruiken toetsen en rekenmodellen. Deze
door W. Baarda [5, 6] voorgestelde ontwikkeling,
die mede is gebaseerd op de gedachte aan verdeling
van risico tussen producent en consument, lijkt mij
alleen te verwezenlijken als beide partijen zeer kun
dige geodeten zijn. Want bepalingen in een contract
hebben geen zin als maar één der partijen precies
weet wat ze betekenen. Deze zaak is namelijk nog
veel ingewikkelder dan de kwaliteitscontrole van een
partij van een of ander massaprodukt, waarbij een
procedure voor monsterneming en beoordeling
wordt vastgelegd - en ook zo'n kwaliteitscontrole
vereist al veel specialistische kennis, zowel van het
produkt als van de te gebruiken statistische metho
den. Alsde consument een niet-geodeet is,zal hetvaak
meer op advies dan op onderhandeling aankomen;
zonder hoogdravende verhalen over erecodes of
ambtseden te willen afsteken geloof ik toch dat er een
behoefte zal blijven aan iets alseen vertrouwensrelatie.
Waarbij die zich niet alleen uitstrekt over onweegbare
factoren, zoals er bij de betrekkingen tussen mensen
en grond zoveel voorkomen, maar ook over het
kwantificeren van doelstellingen, bijvoorbeeld het
helpen vaststellen van de voor een bepaald doel ge
wenste nauwkeurigheid, èn over de manier waarop
vastgesteld wordt of die doelstellingen bereikt zijn.
Wie een auto koopt is wel geïnteresseerd in algemene
garantiebepalingen maar niet in de opzet en de uit
voering van de kwaliteitscontrole in de fabriek. De
zonder twijfel zeer wenselijke geodetische kwaliteits
controle zie ik om dezelfde reden in ieder geval als
een intern geodetische zaak.
Het zou jammer zijn als het voorgaande u de valse
indruk zou geven dat de preoccupatie van de geodeet
met nauwkeurigheid betekent dat hij alles zo nauw
keurig mogelijk wil doen. Voorzover nauwkeurig
heid kosten meebrengt is eerder het tegendeel waar.
Sterk vereenvoudigd voorgesteld is zijn probleem
het probleem van elke ingenieur: een bepaald doel
te bereiken met zo gering mogelijke kosten, waarbij
„kosten" echter beslist niet alleen „geld" hoeft te
betekenen. Hieruit volgt dat de geodeet is geconfron
teerd met een optimaliseringsprobleem. Hij moet,
onder andere, de kosten van nauwkeurigheid en
betrouwbaarheid afwegen tegen de kosten die voort
vloeien uit vaagheid en onontdekte fouten. Bij het
nemen van zijn beslissingen speelt onzekerheid een
essentiële rol, onzekerheid die voortvloeit uit de
vaagheid van meetuitkomsten en onzekerheid over
de fouten veroorzaakt door de natuur, door nukken
van instrumenten en door menselijke vergissingen.
De volledige toepassing van de statistische decisiethe
orie, die zich bezighoudt met dit soort beslisproble-
men, wordt vooralsnog sterk bemoeilijkt doordat
het vaak niet mogelijk is de maatschappelijke kosten
vast te stellen die het gevolg zijn van onnauwkeurig
heid. Nauwkeurigheid kan vaak uitgedrukt worden
in centimeters, maar de stap van centimeters naar
„centen" is bijzonder lastig. Daarbij komt nog dat
alle onzekerheden tezamen niet in een hanteerbaar
wiskundig model te vangen zijn [1, 2],
De naam overzichtgever, die ik aan de landmeter
of geodeet heb gegeven, heb ik willen toelichten door
de functie van zijn werk te karakteriseren als het
geven van informatie over land. In het licht van deze
simplificatie heeft zijn werk een duidelijk onderwerp
en een duidelijk eindpunt: het verstrekken van
118
ngt 71