over de opbouw van de aarde en de samenstelling van verschillende aardlagen (olie-exploratie). Zwaartekrachtsmetingen Van oudsher zijn de zwaartekrachtsmetingen uitge voerd door vertegenwoordigers van de verschillende vakgebieden. Vroeger gebeurde dat incidenteel af hankelijk van de speciale interesse van bepaalde on derzoekers, zoals in ons land Vening Meinesz een groot voorganger is geweest. Onder druk van de ruimtevaart is hierin tegenwoordig grondig veran dering gebracht. In vele landen zijn diensten en in stituten belast met het systematisch uitvoeren van zwaartekrachtsmetingen. Vooral in Amerika, Euro pa en Rusland heeft men vele metingen verricht. He laas zijn de resultaten lang niet altijd openbaar daar hierbij ook militaire belangen in het geding zijn. Daar men zowel voor de klassieke geodesie als voor de satellietgeodesie de zwaartekracht nodig heeft over de gehele aarde benadeelt dit geheimhouden de nauwkeurigheid van de berekeningen in alle andere landen. Om dezelfde reden is het noodzakelijk dat er geen systematische verschillen bestaan tussen de metin gen in de verschillende landen. Om dit laatste te voorkomen heeft men een eerste-orde wereldnet op gebouwd dat alle belangrijke zwaartekrachtstations in de wereld onderling verbindt. Dit eerste-orde net wordt regelmatig gecontroleerd en uitgebreid, waar vele landen aan meewerken. Binnen de landen worden de lokale zwaartekrachts metingen verbonden met de primaire stations. De opbouw van een zwaartekrachtsnet is gebaseerd op het meten van zwaartekrachtsverschillen tussen de punten. Een zwaartekrachtsverschil is eenvoudiger te bepalen dan de absolute zwaartekracht. De verschillen worden gemeten met instrumenten waarbij een gewicht is opgehangen aan veren. Het verschil in uitrekking van de veren tussen twee plaat sen is evenredig met het zwaartekrachtsverschil. Om de absolute zwaartekracht in alle punten te krijgen behoeft men deze te bepalen in slechts één punt. De absolute metingen zijn echter veel gecompliceerder en tijdrovender en kunnen slechts in gespecialiseerde laboratoria gebeuren. Tot voor kort was de meest nauwkeurige methode die met behulp van slingers. De slingertijd is afhankelijk van de zwaartekracht en de lengte van een slinger. Door slingertijd en -lengte te meten kan men de zwaartekracht bereke nen. Tegenwoordig wordt deze methode echter ver drongen door de methode van de vrije val. De val- tijd van een kogeltje over een bepaalde afstand is af hankelijk van de zwaartekracht. De meest bekende absolute slingermetingen zijn ver richt van 1898 tot 1904 in Potsdam. De uitkomst is internationaal als standaard aanvaard. Na de tweede wereldoorlog zijn echter op meerdere plaatsen nieu we metingen verricht die in 1967 een correctie nood zakelijk maakten van de standaardwaarden. Bij ons streven naar een zo uniform mogelijk beeld van de zwaartekracht over de gehele aarde valt ons oog onmiddellijk op de oceanen die 70% van het ge hele aardoppervlak uitmaken. Zowel voor de ruim- ngt 71 Zeegravimeter op gestabiliseerd platform aan boord van H.M. „Snellius" 123

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 15