3 vigatie, die aan de hoogste eisen moest voldoen, werd door de marine-officieren verzorgd. Verschil lende navigatiesystemen werden beproefd, o.a. het omega-systeem. Het Vening Meinesz Laboratorium van de univer siteit te Utrecht verrichtte metingen van het aard- magnetisch veld, nam bodemmonsters en maakte foto's van de bodem, hetgeen niet eenvoudig was op gemiddeld 5000 m diepte. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee onderzocht de chemische samenstelling, het temperatuurverloop, de stroming en de helderheid van het zeewater op verschillende diepten. Tevens waren er biologen van de Vrije Universiteit te Amsterdam aan boord voor de bestudering van vogels, vissen en plankton op zee. Het onderzoek der zeeën zal in de toekomst sterk gestimuleerd worden en in internationale samenwer king worden uitgevoerd. Hier liggen grote onbe kende gebieden die voor de mensheid van grote eco nomische betekenis zijn. Besluit Uit het voorgaande blijkt dat door de ruimtevaart en oceanografie een nieuwe dimensie aan de geode sie is toegevoegd. Dit kan men in letterlijke zin op vatten. De klassieke geodesie van het platte vlak is nu ruimtelijk geworden. Men kan dit echter ook fi guurlijk opvatten. De derde dimensie bestaat dan uit de raakvlakken van de geodesie met de fysica, elektronica en de fijnmechanische techniek. Mede hierdoor zijn de vakgebieden satellietgeodesie en mariene geodesie ontstaan. Het laat zich aanzien dat in de toekomst deze ontwikkeling zich voortzet. Literatuur ngt 71 links: registratieapparatuur van de zeegravimeter. rechts: „North American" landgravimeter. 1. Prof. Ir. G. J. Bruins, „Nieuwe ontwikkelingen in de vormbepaling van de aarde". Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, december 1970. 2. Ir. L. Aardoom, „Dynamische en Geometrische aspecten van de Satellietgeodesie". Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, december 1970. 3. Ir. Th. J. Poelstra, „Technische aspecten van het meten naar satellieten". Tijdschrift voor Kadaster en Landmeet kunde, december 1970. 4. P. G. Sluiter, „Het gebruik van satellieten voor navi- gatiedoeleinden. Nederlands Geodetisch Tijdschrift, janu ari 1971. TH ZOMERKAMP Het jaarlijkse TH-zomerkamp vindt dit jaar plaats van 14 juni tot en met 2 juli, op het weiland en in de schuur van H. R. Soeters, St. Jansgildestraat 38, BEEK (Gem. Berg) nabij Montferland. Ook dit jaar wordt een open avond ge houden: donderdag 24 juni. Iedereen, die het kamp wil zien en weer eens wat wil babbelen, is vanaf een uur of acht 's avonds van harte welkom! De voorzitter van de kampcommissie P. v. d. Molen EEN NIEUWE RADIOAFSTANDSMETER, DISTOMAT Dl 60 De firma Wild brengt samen met Albiswerk Ziirich een nieuwe afstandsmeter op de markt die werkt op een golflengte van 3 cm en die vergelijkbaar is met de bekende Tellurome- ters MRA3 en MRA101. Volgens de beschrijving in Allge- meine Vermessungsnachrichten van februari 1971 is de be diening zeer eenvoudig, vooral doordat de modulatiefrequen tie zo hoog gekozen is (150 MHz, dus 2 m) dat het niet nodig is om op verschillende draaggolven af te stemmen om de invloed van de reflecties binnen redelijke grenzen te hou den. De afstemming vindt volledig automatisch plaats. Verder is de uitlezing volledig digitaal. De meettijd is dan ook zeer kort: 30 sec. De zeer eenvoudige bediening en de korte meettijd zullen bij veel landmeetkundig werk niet een groot voordeel zijn omdat een radioafstandsmeter toch in hoofdzaak voor vrij grote af standen gebruikt wordt, waar organisatie en transporttijd be langrijke factoren zijn. Het is echter zeer goed mogelijk dat de voordelen bij speciaal werk van doorslaggevend belang zijn, bijvoorbeeld bij uitzetten, en bij meting vanaf langzaam bewegende vaartuigen. 125

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 17