Kuststaten zullen voordeel kunnen zien in brede
territoriale aanspraken op de zee, van de oceaan af
gesloten staten zullen de oceaan liever beschouwen
als een gemeenschappelijk terrein. Staten met een
groot continentaal plat, waarvan de exploratie nog
lange jaren zal nemen, zullen misschien minder ge
ïnteresseerd zijn in een spoedige regeling t.a.v. het
buiten het plat heersende regime dan staten met een
klein, een reeds geëxploreerd of geen plat. Staten die
natte mijnbouw bedrijven en zeevarende naties zul
len wellicht het optreden tegen zeevervuiling meer
in eigen hand willen houdenandere staten een verre
gaand internationaal regime wensen. De tendens
schijnt op dit moment te gaan in de richting van het
bijeenroepen van een internationale conferentie;
deze conferentie zal deugdelijk moeten worden voor
bereid, wil men niet het gevaar lopen, dat algemeen
nog aanvaarde regels van internationaal zeerecht in
de strijd zullen sneuvelen. Hopelijk zullen bij uw
volgende lustrum enkele nu nog duistere punten op
het gebied van het internationale recht zijn opge
helderd.
REPRODUKTIETECHNIEKEN
Enkele indrukken van de Studiedagen van de Kartografische Sectie van 20 t/m 23 april
De jaarlijkse studiedagen van de Kartografische Sectie waren
ditmaal gewijd aan de reproduktietechnieken, in het bijzonder
aan die welke bij kaartvervaardiging worden toegepast. Het
lag dus voor de hand dat het grootste deel van de tijd besteed
zou worden aan de behandeling van het reproduktieproces
van origineel via fotografie en kopie tot drukvormvervaardi-
ging en offsetdruk.
De eenvoudiger reproduktiemethoden, afgestemd op kleinere
oplagen in één kleur, werden evenwel niet vergeten. Gede
monstreerd werden de mogelijkheden van lichtdrukapparaten
en -papieren en de heer S. C. Hoos van de Meetkundige
Dienst van Rijkswaterstaat behandelde naast verschillende
moderne tekeningdiagers enkele wash-off-reproduktieme-
thoden, waarbij het mogelijk is om zonder donkere kamer,
zelfs zonder water, haarscherp te kopiëren op maatvast ma
teriaal. Een uitgebreide beschrijving van zijn hand staat in het
april-nummer van Geodesia.
Hoofdthema van de studiedagen was echter wel d; repro-
duktietechniek t.b.v. grotere oplagen, ook in kleur. De heer
ir. L. van Zuylen gaf een overzicht van de verschillende be
grippen. Dit werd vervolgens in een meer historisch perspec
tief (soms voor de eenvoud enigszins vertekend) geplaatst
door de directeur van de Amsterdamse Grafische School af
deling M.T.S., de heer J. C. de Winter, die naast de offset
druk ook de hoogdruk, de zeefdruk en de verschillende vor
men van diepdruk behandelde.
Op de tweede dag sprak drs. A. J. W. Sweerman van het
Instituut voor Grafische Techniek I.G.T.-T.N.O. over
„Standaardisatie van origineel tot druk". Hij analyseerde
zeer diepgaand verschillende bronnen van kwaliteitsverlies
die bij het reproduktieproces kunnen voorkomen, tijdens de
fotografie, bij het belichten en ontwikkelen van de films, bij
het kopiëren op de drukplaat. Tijdens het afdrukken zelf
ontstaan afwijkingen door de afwikkeling van de drukcilin-
ders en bij het inkten. De heer Sweerman pleitte vurig voor
constante omstandigheden bij de verwerking (belichting,
temperatuur, samenstelling ontwikkelaar, dikte inktlaag) en
voor toepassing van mechanische en elektronische hulp
middelen om tot een steeds hoogwaardig produkt te komen.
De heer T. Ottink van Cartoprint viel als man-van-de-praktijk
het betoog van drs. Sweerman wel enigszins aan in zijn voor
dracht over „Drukvormvervaardiging". De wisselende kwa
liteit van de originelen en een plezierige gang van zaken tussen
opdrachtgever en drukker maken vakmanschap en flexibele
werkwijzen vaak noodzakelijk. Door langer of korter te ont
wikkelen b.v. kan van een origineel met grijze lijnen nog
iets aanvaardbaars worden gemaakt.
Hier stonden dus twee opvattingen tegenover elkaar: stan
daardisatie ja, als de kwaliteit van de originelen vrij constant
is en het eindprodukt eveneens binnen enge toleranties moet
blijven (topografische kaart!); anders een meer flexibele
werkwijze als de originelen van variërende kwaliteit zijn en
de te drukken kaarten min of meer op zichzelf staande pro-
dukten.
Verder stonden er op het programma een bezoek aan de
Amsterdamse Grafische School of het I.G.T. (ik bezocht de
school - er bleek slechts weinig interesse bij de leerlingen om
cartografisch tekenaar te worden), een demonstratie met het
Gevaproof-systeem, waarmee met gekleurde gelatinebladen
bijzonder fraaie proeven in kleur gemaakt kunnen worden,
een demonstratie met Stabilenematerialen en twee voor
drachten (die ik helaas niet kon bijwonen): Dipl.-Ing. H. Pahl
sprak over „Verfahren zur wirtschaftlichen Reproduktion
des kartographischen Elements Farbe" en prof. dr. ir. C.
Koeman over „De cartografie in de toekomst".
Na deze drukbezochte studiedagen was mijn conclusie, dat
de cartografische reproduktietechniek zich bevindt in een
overgangsfase tussen ambachtelijke werkmethoden en ge
mechaniseerde techniek. Standaardisatie en mechanisatie
zullen ongetwijfeld zeer veel gaan kosten, met alle gevolgen
van dien voor het (carto)grafische bedrijfsleven.
R. van der Schans
130
ngt 71