zal er worden uitgevoerd: de geruite, en dat berust niet op dat geruit zijn of op een greep in het wilde weg, maar op een verstandige, doelgerichte, keuze. 5.3 Componenten van een doel We hebben weer met een ongestructureerd geheel te doen: een verzameling van mogelijke overboe kingen. Hierin is een, altijd willekeurige, structuur aan te brengen, maar dat is alleen zinvol als die structuur afgeleid wordt uit de verschillende aspec ten van het begrip mogelijke overboeking. Inder daad heeft een overboeking deze aspecten meege kregen bij zijn ontstaan uit kaveldeel en plaatsingen. De volgende componenten blijken onder meer aan wezig te zijn: P volgnummer toegepaste plaatsing p volgnummer alternatieve plaatsing R rang toegepaste plaatsing r rang alternatieve plaatsing G gewicht toegepaste plaatsing g gewicht alternatieve plaatsing sv sluitterm van blokdeel v (plaatsing P) vóór over boeking sw sluitterm van blokdeel w (plaatsing p) vóór over boeking k waarde van het over te boeken kaveldeel Opmerkingen: 1. Onder toegepaste plaatsing moet worden ver staan de plaatsing in het blokdeel, waar het kaveldeel zich bevindt vóór de overboeking. De alternatieve plaatsing is die, waarheen de te onderzoeken overboeking plaats vindt. Beide behoren tot de voor het kaveldeel gespecificeer de plaatsingen. 2. De sluitterm van een blokdeel wordt verkregen door van de totale waarde van de in het blok deel geplaatste kaveldelen de waarde van het blokdeel af te trekken. 3. Bij de beslissing over wel of niet overboeken zal de vergelijking van de toestand na de overboe king met die van voor de overboeking essentieel zijn. Schijnbaar ontbreken van de blokdelen waartussen wordt overgeboekt de sluittermen na de overboeking. Deze zijn evenwel uit sv, sw en k te berekenen: sv—k en sw k. 4. Tot de relevante componenten behoren zeker niet de volgnummers van de kavel- en blokdelen. Deze dienen er slechts toe de kaveldelen en de blokdelen uit elkaar te houden, ze zijn dus uit sluitend selectief en mogen geen invloed hebben op te nemen beslissingen. In wezen zijn P en p ook selectief; zij kunnen echter in plaats van de rang worden gebruikt. Uitsluitend op basis van deze informatie zal moe ten worden beslist welke overboeking wordt uitge voerd. Alleen als anders geen beslissing mogelijk is mag het toeval te hulp worden geroepen. Gezien de hoeveelheid beschikbare gegevens zal dat maar zelden nodig zijn. 6 Opbouw van een waardefunctie door ordening en samenvoeging van componenten 6.1 Beslissingscriterium; waardefunctie Wat is de beste keus? Op die vraag kan alleen ant woord worden gegeven als er een beslissings criterium is. Men kan op twee manieren, die te combineren zijn, tot een beslissing komen: 1. door alle doelen volgens vaste regels te verge lijken en te ordenen, onder gebruikmaking van andere ordeningen, b.v.elke overboeking van rang 1 naar rang 2 is a priori altijd beter dan elke overboeking van rang 1 naar rang 3. Het doel dat in deze ordening als hoogste naar voren komt wordt gekozen. 2. door aan alle doelen door middel van een waar defunctie een getal toe te kennen. Het doel met het grootste, of het kleinste, getal is dan het beste. Bekend voorbeeld: de kleinste kwadraten- methode. Het principiële verschil tussen beide methoden is, dat de selectie in het eerste geval zuiver ordinaal is en in het tweede geval volgens een bepaald, kunst matig, maatsysteem gebeurt. Bij de definitie van de grootheden rang en gewicht zijn we dit eerder tegen gekomen en het zal blijken dat het verschil ook verder een rol speelt. De tweede methode ziet er op het eerste gezicht veel exacter uiter wordt gemeten, maar in wezen is deze exactheid maar schijn. Want uiteindelijk blijkt elke waardefunctie, hoe knap ook geconstrueerd, tot stand te komen door een zeer sub jectieve ordening van verschillende factoren. ngt 71 141

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 11