Hoe ziet de waardefunctie voor de door ons gestelde doelen - overboekingen - er uit? De enige infor matie bestaat uit de componenten. Orden met be hulp hiervan een beperkt aantal „representatieve" overboekingen en breng een scheiding aan tussen wel voor het hoofddoel dienstige overboekingen en niet zinvolle overboekingen, dit alles subjectief maar verstandig. Construeer vervolgens een waarde functie, die in deze - beperkte - verzameling een zelfde ordening aanbrengt, aan de zinvolle over boekingen een positief getal toekent en aan de niet- zinvolle een negatief getal. Met andere woorden: zoek een waardefunctie F, die aan een mogelijke overboeking van een kaveldeel i van plaatsing P naar plaatsing p een getal F(i:P -> p) F(P,p, R, r, G,g,sv,sw,k) toekent, en die de volgende eigenschappen heeft: 1. als overboeking (i\P-^p) niet zinvol is, dan is F(i:P-+p)< 0; 2. als overboeking {i\P-+p) zinvol is, dan is F{i:P ->p) 0; 3. als overboeking (i:P-*-p) hoger wordt gewaar deerd dan overboeking (j: Q -> q), dan is F(i:P ->p) FQ -*■ q)i en j mogen gelijk zijn. Dit geldt nog alleen voor het beperkte aantal „re presentatieve" overboekingen. Nu komt het: breid de werking van de waardefunctie uit tot alle moge lijke overboekingen, maak van de eigenschappen beweringen: als F(i:P^p) <0, dan is overboe king (i:P -»p) niet zinvol, enz. en besluit de over boeking met de grootste positieve F uit te voeren. Die is het beste. Al met al een van valkuilen voorziene werkwijze. Aan een met een min of meer natte vinger gevonden formule worden beslissingen opgehangen die je zelf misschien nooit zou nemen. Met een waardefunctie is het plezierig rekenen, maar het gebruik van de uitkomsten is net zo subjectief als de keuze van de waardefunctie zelf. In het nu volgende zal ik een waardefunctie afleiden, die gezien het vorige zeker niet de ideale kan zijn. De bijlage laat daarbij in beelden zien wat ordening inhoudt. 6.2 Ordening volgens waarde kaveldeel en verschil sluittermen; waardefunctie S k {Ask) Door overboeking moeten de sluittermen van de blokdelen kleiner worden. Dit is alleen mogelijk als de waarde k van het over te boeken kaveldeel kleiner is dan het verschil van de sluittermen As svsw van de blokdelen waartussen wordt overgeboekt. Het mooiste is dan een overboeking die dit verschil As wegneemt: beide blokdelen krij gen dan een even grote over- of ondervraging. Hoofddoel is, de sluittermen zo klein mogelijk te maken met niet teveel overboekingen. We prefe reren daarom overboekingen met grote positieve As en bijpassende, niet te kleine k. De meest zin volle overboeking zal dus moeten worden gezocht ergens rechtsbovenin afb. b, waarin de mogelijke overboekingen zijn geordend volgens de (kwantita tieve) componenten k en zls - zie het maatsysteem langs de assen. Er kan nu al een waardefunctie worden ingevoerd die de keuze vergemakkelijkt. Een zeer geschikte is S k {Ask) met de eigenschappen S 0 voor k 0 en k As Smax As f voor k \As Bij een bepaalde positieve As is de waardefunctie voor een overboeking die precies dit verschil weg neemt maximaal. Afb. c geeft de ordening door S weer door middel van een variatie in grootte van de punten. Overboekingen met positieve 5 zijn door zwarte punten aangeduid, met negatieve S door witte. De scheiding ligt bij k As; deze lijn vormt de grens tussen zinvolle en niet zinvolle overboekingen, althans bij dit en volgende criteria. Het blijkt, dat de overboekingen met As 9 en k 4 of 5 dezelfde maximale 5 hebben, nl. 20. Zouden we geen verdere informatie hebben, dan zou het lot moeten beslissen. Maar moet wel één van deze twee overboekingen worden gekozen? 6.3 Ordening volgens gewicht; waardefunctie F S (2"G) Bij de formulering van het hoofddoel hebben we gesteld, dat vooral de kaveldelen, die bij de toege paste plaatsing een laag gewicht hebben, voor over boeking in aanmerking moeten komen. 142 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 12