In afb. d zijn de overboekingen geordend volgens
het gewicht van de toegepaste plaatsing, G. Gewicht
hebben we gedefinieerd als een ordinaal getal en
vandaar dat dit beeld verschillende tinten grijs be
vat. Gezien de definitie van gewicht valt overigens
wèl te betwijfelen of een gelijke behandeling van
de overboekingen met het zelfde gewicht G wel juist
is.
Het aantal te onderscheiden trappen in de compo
nent gewicht is waarschijnlijk vrij klein; daardoor
kan men wel verschillende groepen onderscheiden,
maar niet één enkel element op basis van gewicht
alleen uitkiezen. Combinatie met andere compo
nenten is daarom noodzakelijk. We kiezen de com
ponent S, die zelf weer is afgeleid uit de compo
nenten sv, Sw en k.
De combinatie kan op twee principieel verschillende
manieren plaatsvinden:
1door ordenend gebruik van de gewichteneerst
uit de overboekingen met het laagste gewicht
telkens die met de grootste positieve S opzoe
ken en uitvoeren; pas wanneer dit niet meer kan
overgaan op het een na laagste gewicht, enz.
2. door de gewichten kwantitatief te gebruiken, b.v.
door vermenigvuldiging van de waardefunctie
met een van het gewicht afgeleide factor. Bij
voorbeeld: F S(2~G). Zie afb. e. In feite is
de waardefunctie F 4 S (2~G) afgebeeld, maar
dit maakt voor de ordening geen verschil.
Het praktische resultaat van methode 2 benadert
dat van methode 1 meer naarmate de van het ge
wicht afgeleide factoren onderling meer verschillen.
Het kwantitatieve gebruik sluit het ordenend ge
bruik min of meer in en laat ongetwijfeld meer
speelruimte bij het kiezen van een criterium.
Het meest zinvol is nu de overboeking met k 6
en As 9. De sluittermen worden met deze over
boeking minder goed gereduceerd dan met de eerder
gevonden overboekingen, doordat toevoeging van
een nieuwe component in de beoordeling het be
lang van de andere componenten doet afnemen.
6.4 Ordening volgens rang; waardefunctie
F S(2~G) R/r
Ook voor de rang-getallen van de plaatsingen geldt,
dat ze niet zonder meer met elkaar mogen worden
vergeleken, omdat ze immers slechts zijn gedefini
eerd voor de plaatsingen van de afzonderlijke kavel-
delen. Evenals het gewicht kan ook de rang van de
plaatsingen zowel ordenend als kwantitatief wor
den gebruikt. Zo is een overboeking van een plaat
sing met rang 3 naar een plaatsing met rang 1 aan
trekkelijker dan een overboeking in omgekeerde
richting. Als we voor een kaveldeel maximaal drie
plaatsingen toelaten kan de volgende tabel van
voorkeuren worden opgesteld:
Misschien zal men een lichte voorkeur hebben voor
2 -> 1 boven 3 -> 2, en voor 2 3 boven 1 -> 2,
maar deze volgt dan niet uit de definitie van rang.
Aan de hand van deze voorkeurstabel is een soort
waardefunctie R/r te construeren, die dezelfde orde
ning aanbrengt en die, direct (afb. f) of b.v. met een
exponent 10, kan worden gecombineerd met andere
waardefuncties. Zie tabel II.
Combinatie van Rjr met de reeds
gevonden waarde-
functie F S 2~Gleidt tot de waardefunctie
F S (2~G) (R/r), of volledig uitgeschreven in
de oorspronkelijke componenten:
F k (svswk) (2~G) (R/r)
Deze waardefunctie is weergegeven in afb. g. De
grootste waarde voor F, 15, heeft de overboeking
met k 5 en As 7. Deze overboeking zou dus,
volgens de gekozen waardefunctie, het meest zinvol
zijn.
Tabel I. Ordenend gebruik van de rang
voorkeur van rang R naar rang r
1 3 1
2 2 -> 1 en 3 -> 2
3 1 1 en 2 2
4 2 -> 3 en 1 -> 2
5 1 ->3
Tabel II. Kwantitatief gebruik van de rang
voorkeur
van rang R naar rang r
R/r
(7?/r)10
1
3 -*■ 1
3
0,59-105
2
2 -> 1
2
0,10-101
3
3 ->2
3/2
0,58-102
4
1 -*■ 1 en 2 -» 2
1
0,10 -101
5
2 -> 3
2/3
0,1710-
6
1 2
1/2
0,98-10";
7
1 -> 3
1/3
0,17-10-
ngt 71
143