moment waarop de gewichten worden toegekend: vóórdat alle plaatsingen per blokdeel bekend zijn of erna. Of combinatie van de ordening met rang en die met gewicht uitvoerbaar is weet ik niet. Uit het voor gaande blijkt dat er een binding kan zijn, maar of deze niet tot logische tegenstrijdigheden leidt is nog een punt van onzekerheid. Voorlopig laat ik, tot er beslissingen genomen moeten worden, beide orde ningen naast elkaar voortbestaan. 4 Keuze uit de plaatsingen 4.1 Eerste keuze: plaatsingen met rang 1 We gaan er nu verder van uit dat het mogelijk is voor elke kavelaanspraak te specificeren kaveldelen, plaatsingen, rang en gewicht. De kaveldelen hebben een bepaalde grootte, uitgedrukt in waarde, de plaatsingen zijn aangegeven met de nummers van de blokdelen geordend naar rang, de rang zelf is toegekend en tenslotte heeft elke plaatsing een ge wicht. Van de blokdelen is de grootte gegeven in dezelfde waardeëenheden als waarin de kavel delen zijn uitgedrukt. Hoe we aan al deze gegevens komen laat ik hier buiten beschouwing; het is een kwestie van beleid en organisatie. INVOERGEGEVENS Met uitsluitend deze informatie moet nu verder ge werkt worden. Om een kaveldeel te kunnen trans formeren in een kavel in de zin van: landmeetkundig te omschrijven deel van het blok, moet het nood zakelijkerwijs in één van de gespecificeerde blok delen worden geplaatst. De transformatie geschiedt dan binnen het blokdeel, waarbij een belangrijke voorwaarde is dat alle kaveldelen die in het blok deel zijn geplaatst samen qua grootte ongeveer overeenkomen met de grootte van het blokdeel. Ongeveer, omdat bij de omzetting in kavels toch wijzigingen in de grootte van de kaveldelen moeten worden aangebracht. Uit de gegeven plaatsingen moet dus een zodanige keus worden gedaan, dat de blokdelen bij bena dering sluiten. Door volledige opsomming van alle combinaties van plaatsingen vinden we ongetwijfeld één combinatie met de kleinste sluittermen, of scherper uitgedrukt: met de kleinste som van alle positieve sluittermen (overvragingen) of van de kwadraten van de sluittermen. Deze volledige enu merate van alle mogelijkheden is echter naast on begonnen werk ook onjuist en niet doelgericht, aan gezien we nu nog uitsluitend gebruik hebben ge maakt van de informatie over de grootte van de kavel- en blokdelen en over de plaatsingsmogelijk heden, niet van onze kennis van rang en gewicht. Een ruilverkavelingsbelang is dat alle bedrijven een zo goed mogelijke toedeling krijgen. Stellen we dit belang primair, dan is het zinvol te proberen plaat singen met rang I toe te passen. Sluiten hierbij de blokdelen onverhoopt, dan kan iedereen een toe deling krijgen die het meest in zijn belang is, mis schien niet in het belang van de blokdelen, maar zeker niet in strijd met de billijkheid. Billijkheid speelt immers pas een rol als bepaalde belangen niet gehonoreerd kunnen worden, in het bijzonder bij overvraging van blokdelen. Bij de keuze van plaat singen met rang 1 kan nog een moeilijkheid op treden, nl. wanneer twee of meer plaatsingen van één kaveldeel elk rang 1 hebben. Dit kan worden opgevangen door van de volgens rang geordende plaatsingen de eerste te kiezen. We doen dan even alsof deze eerste plaatsing de rang 1 heeft en dus net iets beter is dan de andere. Vrijwel zeker zullen de blokdelen bij keuze van de eerste plaatsingen niet sluiten en over- en onder vraging vertonen. Dan is de enige manier om de sluittermen te veranderen in gunstige of ongunstige zin het kiezen van andere plaatsingen voor sommige kaveldelen, met andere woorden het uitvoeren van overboekingen. kaveldeel waarde plaatsing 1 plaatsing 2 plaatsing 3 plaatsing 4 plaatsing 5 R1 nr r bd g r bd g r bd g r bd g r bd g 88 1 48460 1 19 3 88 2 42300 1 19 2 2 18 1 2 17 3 3 11 1 3 9 2 89 1 28180 1 10 3 89 2 43980 1 10 3 2 12 1 2 13 2 89 3 40660 1 12 1 1 13 3 1112 2 9 1 blokdeel waarde 10 495200 11 386720 12 546080 13 569720 Fig. 2 Beschikbare informatie. R1 nummer bedrijf, r rang, bd blokdeel, g gewicht 138 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 8