kon geen correctie worden aangebracht en dit werkte enigszins storend bij de uitwerking. Ge bleken is echter dat met name door de grote op- nameschaal, door mensen die op spoortechnisch gebied nauwelijks ervaring hebben een uitstekende interpretatie van spoortechnische details plaats vond. Onder andere door het ontbreken van aangepaste uitwerkapparatuur is getracht om van niet hermeten gebieden toch geodetisch verantwoorde kaarten te vervaardigen zonder stereo-uitwerkapparaat. Men gaat daarbij uit van diapositieven vergroot en eventueel ontschrankt met behulp van de in R.D. bepaalde inpaspunten naar een schaal 1500. Op een doorlichttafel worden de gewenste details over genomen op een tekenfilm voorzover het punten zijn die in het inpaspuntenvlak liggen. Alle punten „boven" of „onder" dit vlak hebben een radiale verschuiving ondergaan, en van deze punten worden met een parallaxmeter in een stereoscopisch model de hoogteverschillen ten opzichte van het inpasvlak bepaald. Vervolgens worden deze punten gekar teerd met een uit deze hoogteverschillen te berekenen radiale verschuiving ten opzichte van het foto midden. In figuur 9 is de opstelling van tekentafel en stereoscoop aangegeven. Het lijkt een ingewik keld en tijdrovend werk, maar in de praktijk gaat dit zeer vlot. Bovendien moet bedacht worden dat de uit te werken stroken zeer smal zijn, dat juist de 60 cm-opnamen relatief weinig radiale verschui ving hebben en dat bij de NS de omgeving van de vrijwel vlakke spoorwegeigendom schematisch wordt aangegeven. Bovendien biedt een spoorlijn een zo danig goede oriëntatie bij de fotovlucht, dat de af beelding ervan nagenoeg midden in het negatief komt. Al met al moet slechts voor 5 tot 10% van de te karteren punten de genoemde werkmethode worden toegepast. Bovendien zal men de inpas punten bij voorkeur juist in dat vlak kiezen, waarin de meeste te karteren topografische details zijn ge legen. In een proefstadium ligt het voor de hand om een zo vervaardigde kaart te vergelijken met controlematen, die met een Dl 10 in het terrein werden gemeten. De resultaten van deze verge lijking wettigen ruimschoots de hierboven uitge sproken mening, dat een op deze wijze vervaardigde terreinafbeelding uitstekend als kaart dienst kan doen, immers de maten uit de tekening verschilden minder dan 1 cm met de met de Distomat bepaalde afstanden. De afhankelijkheid van goed vliegweer speelt bij het vervaardigen van karteringen of het toepassen van revisies, zolang dit planmatig gebeurt nauwe lijks een rol. Bovendien is het de bedoeling om het gehele NS-net binnen een aantal jaren met de RMK A 60/23 op te laten nemen, zodat negatieven van elk gedeelte van het net steeds beschikbaar zijn. Teneinde te voorkomen dat met negatieven wordt gewerkt die dooi ouderdom slechts een gedeeltelijk juiste terreinindruk geven is herhaling van de op name éénmaal per vijf jaar gewenst. Met de opnamen van de RMK A 60/23 kan men evenals met die van andere camera's langs digitale weg coördinaten van terreindetails verkrijgen. Men gebruikt daartoe een stereo-uitwerkapparaat met digitale vertaalapparatuur of een stereocomparator. Fig. 9. Uitwerking met behulp van stereoscoop. 166 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 10