Boekbespreking E. Gotthardt Grundsatzliches zur Fehlertheorie und zur Ausgleichung von Polygonzügen und Polygonnetzen. Herbert Wichmann Verlag Karlsruhe 1971. De bedoeling van de schrijver van dit boekje is een overzicht te geven van verschillende methoden van vereffening van een veelhoek en veelhoeknetten, evenwel zonder uitwerking van rekenprogramma's. Dit laatste wordt aan de lezer overge laten. Begonnen wordt met een beschrijving van een zestal voor- waardemodellen voor de vereffening van de veelhoek. De zogenaamde strenge vereffening die uitvoerig uitgewerkt wordt is niets anders dan een benaderingsmethode, omdat aan de gegeven coördinaten geen kansverdeling toegekend is, geen lengtefactor ingevoerd is, en de waarnemingen niet correlerend zijn verondersteld. De vereffening van een veel hoek volgens methode I wordt ook beschreven. In een aantal figuren wordt geïllustreerd, dat de berekende coördinaten van de veelhoek afhankelijk zijn van het gebruikte voor- waarde- en kansmodel. Precisieberekeningen zijn alleen uitgevoerd voor een ge strekte veelhoek zonder dat de kansverdeling van de gegeven coördinaten in rekening gebracht is. Interessant is de opsomming van de toleranties voor de sluit- fouten van de veelhoek zoals die door verschillende diensten in West-Duitsland gesteld zijn. Wat opvalt is dat geen enkel verband met de statistiek gelegd is. Beschouwingen over de betrouwbaarheid van een veelhoek (net) zal de lezer dan ook niet aantreffen. Twee oplossingsmethoden voor de vereffening van een veel- hoeknet worden in het laatste hoofdstuk behandeld. De ene methode splitst het net in afzonderlijke veelhoeken die apart vereffend worden. De andere methode maakt gebruik van knooppunten waarbij opvalt dat de schrijver geen schaal- onbekende (lengtefactor) invoert. In verband met de talrijke nieuwe opvattingen op het gebied van de vereffening van veelhoek en veelhoeknetten, berekening van precisie en betrouwbaarheid hiervan, komt het mij voor dat de stof toch wel op een nogal verouderde wijze gepresenteerd wordt. J. van Mierlo De grote Bosatlas. Zevenenveertigste druk onder redactie van prof. dr. F. J. Ormeling. Wolters-Noordhoff Groningen 1971. Prijs f 29,50. Als een geodetisch tijdschrift een atlas ter bespreking ont vangt mag de aanbieder verwachten dat de bespreker een geodeet is, die een atlas vooral vanuit geodetisch standpunt bekijkt. Een geodeet let op een exacte en vervormingsvrije afbeelding en begint dus schalen en projecties van de ver schillende kaarten te bestuderen. Hij zal dan ontdekken dat kaart 24A niet op schaal 1 400000 maar op 1 1400000 is en kaart 135 een nul teveel heeft in de schaalfactor. Met de projecties heeft hij het moeilijker. In het algemeen zijn de in atlassen gebezigde projecties equivalent (de geodeet zoekt het meer in het conforme), maar de Bosatlas laat zich daar niet altijd over uit, kent „kegelprojectie" en „azimutale pro jectie" zonder meer, slechts in enkele gevallen „oppervlakte- getrouwe azimutale projectie" of „vlakware azimutale pro jectie" wat een niet bestaand verschil in projectiemethode suggereert. De oude getrouwe Van der Grinten, noch hoek- noch oppervlaktegetrouw, vinden we terug op kaart 142. Kaart 158 is in Mercatorprojectie, met tussen haakjes „Nor male conforme cilinderprojectie of wassende breedte-kaart". Met deze summiere toelichting moet de gebruiker het doen, hoewel, hij wordt in Groenland gewaarschuwd met moeilijk leesbare rode lettertjes: „Pas op! Op deze kaart lijkt Groen land veel groter dan het schiereiland Arabië. In werkelijk heid zijn deze gebieden ongeveer even groot". Als een equi valente projectie was toegepast zou deze waarschuwing niet nodig zijn geweest. Meer uniformiteit in en een nauwkeuriger omschrijving van de gebruikte projecties, met een beknopte uiteenzetting over kaartprojecties zoals ook in andere atlassen voorkomt, lijkt me zonder meer noodzakelijk. De Bosatlas is weer verrijkt met een groot aantal thematische kaartjes. Ook hierin is soms een zekere onnauwkeurigheid in omschrijving te bespeuren en moeten een enkele keer grote rode letters worden geplaatst. In kaart 60, Toerisme in de Alpen, wordt onderscheid gemaakt tussen toeristengebieden die 's zomers druk en andere die zeer druk worden bezocht. De redacteur heeft ergens een grens getrokken; hij moet deze dan in de legenda omschrijven. In grafiek 19G is gezondigd tegen het principe, dat de opper vlakte en niet de lengte van een symbool (hier een vliegtuig) evenredig moet zijn met de kwantiteit van het voor te stellen verschijnsel. Werkelijk misleidend is kaart 162, Nederland in de wereld. Hier zijn export naar en import uit Nederland voorgesteld door twee naast elkaar geplaatste staven, die elk vier ver schillende lengten kunnen aannemen, resp. voor klassen van minder dan 10, tussen 10 en 100, 100 en 1000 en van meer dan 1000 miljoen gulden handelsvolume. Onwillekeurig vergelijkt men beide staven en dan lijkt de handelsbalans meestal in evenwicht, zulks terwijl import en export een factor 10 kun nen verschillen! De grafische voorstelling in de vorige druk was niet duidelijk, maar goed, nu is ze duidelijk maar fout. Het door de redacteur aangevoerde argument dat kwantita tieve gegevens vaak ontbreken mag dan misschien voor de Alpenkaart als excuus gelden, voor de handelskaart had de oorspronkelijke informatie zonder voorbewerking moeten worden gebruikt of had een ander beeld moeten worden gekozen. Mag er dan hier en daar wat haperen, als geheel is de nieuwe druk een voortreffelijk werkstuk, dat zeer veel, vaak zeer actuele, informatie biedt vooral in het sociaal-economische vlak. Door een formaatwijziging was het mogelijk naast de hoofdkaarten vele nieuwe thematische kaarten op te nemen. Ten opzichte van de vorige druk is het aantal kaarteenheden zelfs met 30% toegenomen, terwijl daarnaast vele kaarten een nieuw, bij de geografische wel wat te klassiek, uiterlijk hebben gekregen. De Bosatlas is duidelijke méér dan een schoolatlas; ook voor wie het schoolbankstadium al lang achter de rug heeft lijkt me deze atlas geen slechte koop. R. van der Schans ngt 71 175

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 19