De mogelijkheden die deze nieuwe camera biedt zijn door de Nederlandse Spoorwegen in nauwe samenwerking met Hansa Luftbild onderzocht en men heeft met succes getracht een direct gebruik van de opnamen te maken, dat wil zeggen zonder stereoscopische karteringsinstrumenten in te zetten. Straks wordt op het directe gebruik van deze op namen teruggekomen. 2 De Zeiss RMK A 60/23 (Schmalwinkelkammer) De RMK A 60/23 past in het standaardframe van Zeiss voor 23 x 23 opnamen en wordt met dezelfde filmcassette uitgerust (figuur 2). De sluitertijd vari eert van 1/100 tot 1/1.000 sec. De relatieve opening is 1:6,3; 1:9 respectievelijk 1:12,5. De exacte brandpuntafstand van de Hansacamera is 61,127 cm. De vertekeningskarakteristiek van de lens is in figuur 3 weergegeven. Hieruit blijkt dat de ver tekening in absolute zin veel ongunstiger is dan die van andere fotogrammetrische camera's. Hiervoor wordt een maximum van 5 a 8/i opgegeven. De grafiek geeft de gemiddelde waarde aan van vier tangentieel uitgevoerde waarnemingen. Het nul punt komt overeen met het centrum van de lens. Uit de grafiek is af te lezen, dat de maximale ver tekening van ca. 56/t in het opname-negatief is terug te vinden op een cirkel waarvan het middel punt in het opnamecentrum ligt en die een straal heeft van ca. 6 cm. De aangegeven vertekening stelt de radiale ver schuiving van afbeeldingen voor, het minusteken wil zeggen dat deze vanuit de rand der opname naar het centrum is gericht. Vergroot men door repro- duktie de schaal dan wordt deze vertekening over eenkomstig groter. Men moet zich echter realiseren om welke uiteindelijke resultaten het hier gaat. Voorbeeld: Opnameschaal12.500 maximale vertekening: 56/z gemiddelde vertekening: 30/t schaal van vergroting/ontschranking: 11.000 dan is de: maximale verschuiving: —0,14 mm gemiddelde verschuiving: —0,07 mm Ter vergelijking: tekennauwkeurigheid 0,10 a 0,15 mm. Daar fotogrammetrische camera's in de regel op een opnameafstand van oneindig zijn afgesteld, ont staat bij fotovluchten op lage hoogten met de RMK A 60/23 het beeld niet meer in het filmvak maar daarachter defocussering). Hierdoor treedt een beeldonscherpte op. In tabel I zijn de te ver wachten waarden aangegeven. Eist men een opnameschaal groter dan 13.000 dan moet de camera gecorrigeerd worden. Deze correctie bestaat uit de inbouw van een afstandraampje van een bepaalde uit de tabel af te lezen dikte. Een de focussering van 0,1 tot 0,2 mm kan getolereerd worden, omdat men in het algemeen een tolerantie grens van 30/i aanneemt voor de vermindering van de beeldkwaliteit ten gevolge van bewegingson- scherpte. Stelt men nl.l/s opnameschaal t belichtingstijd in milliseconden v vliegsnelheid in km/h w bewegingsonscherpte in /t 104vf dan geldt Uit volgt: 36s 200 km/h 1/650 sec. 1:2.500 w 34 n ngt 71 Fig. 3. Vertekening van de Zeiss RMK A 60/23 No 20905. Gemiddelde uit 4 radiale metingen. Negatief ver schuiving naar fotomidden. Tabel I Onscherpte in de foto door defocussering bij de 60/23 camera. fotoschaal vlieghoogte defocussering 1:500 300 m 1.2 mm 1:1.000 600 m 0.6 mm 1:1.500 900 m 0.4 mm 1:2.000 1.200 m 0.3 mm 1:2.500 1.500 m 0.24 mm 13.000 1.800 m 0.2 mm 1:5.000 3.000 m 0.12 mm w V t s 161

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 5