wij aan een of ander peil meetstation een trend menen te kunnen aanwijzen, dan kan die aan zeker twaalf verschillende invloeden worden toegeschreven. Zes daarvan liggen in de instrumentele sfeer en men kan zich ertoe inspannen om deze zo klein mogelijk te houden, maar zelfs kleine resterende fouten kunnen lange waarnemingsreeksen volkomen bederven. Zo zal een enkele discontinuïteit van slechts 5 cm over een waarnemingstermijn van 30 jaar een zo groot bederf inbrengen, dat men uit de tijdreeks van dat station geen enkele conclusie meer kan trekken. Hetzelfde geldt voor het samenlopen van bijvoor beeld 17 met 22 of van bijvoorbeeld 5 6 met 17 en 22. Heel anders en veel gunstiger staat het ervoor met de cyclische perioden. Naar de tabel laat zien behoeft er nauwelijks te worden gevreesd voor enigerlei bij drage tot de perioden door de instrumentatie. De in de registratie geconstateerde cyclische perioden zullen inderdaad uit de natuur komen, d.w.z. uit de oceanen en uit het weer. Tabel 1 vermeldt in kolom C 12 zulke cyclische invloeden. Zij kunnen worden onderscheiden in drie groepen: 1. de astronomische groep van 1 jaar, 1,16 jaar en 18,6 jaar. 2. onregelmatige fluctuaties naar grootte en duur veroorzaakt door de veranderlijkheid van het weer. 3. de jaarcyclus. Verre de belangrijkste is de jaarcyclus. Het is ge bruikelijk om over een jaarcyclus te spreken als ware dit een coherent verschijnsel, als ware het de einduitkomst van een oorzaak- en gevolg-procedure. Inderdaad is het dit voor een of twee van zijn com ponenten namelijk Ssa en Sa, maar voor alle andere componenten is er iets heel anders aan de hand. De twaalf maandwaarden van de gemiddelde zee spiegel zijn in hoge mate onderling onafhankelijke waarden. De resulterende jaarlijkse cyclus is niet het eindresultaat van een cyclisch variërende kracht, maar is een statistisch resultaat. De jaarcyclus is geen spel van hoe groot maar van hoeveel en bovendien kunnen dezelfde waarden verkregen worden uit een groot aantal verschillende componenten. Hoge waarden in de lente kunnen volkomen onafhanke- lijk zijn van lage waarden in de herfst. Zelfs kan het zijn, dat de waarde van de gemiddelde zeespiegel in de lente in de loop van de jaren een positieve trend vertoond en tegelijkertijd de gemiddelde zee spiegel in de herfst een negatieve trend. Men doet er dus goed aan om de jaarcyclus te interpreteren in de statistische sfeer en niet in de causale sfeer. Nadruk is erop gelegd, dat de cyclische perioden eigenlijk slechts een derdehands informatie geven omtrent hetgeen er op mondiale schaal plaatsvindt. Een der grootste amplituden van de jaarcyclus vinden wij voor Maizuru in Japan met 36 cm. Mogen wij dit zo interpreteren dat wellicht ergens in de oceanen amplituden tot 40 of 50 cm of mis schien wel I m voorkomen? Indien zulke amplituden moeten worden geïnter preteerd als een variatie in een semistatisch even wicht dan zullen de maximale afwijkingen van deze dynamische evenwichtstoestand zeker de waarde van 1 m te boven gaan. De stochastics vertegenwoordigen de onregelmatig heden en schijnen als zodanig principieel niet be langrijk voor de gemiddelde zeespiegel. Maar het tegenovergestelde is het geval. Allereerst bedenke men dat de stochastics in essentie niet verschillen van de cyclische perioden; hun verschil is van statis tisch karakter. In de tweede plaats: voor de corre latie van onderling dicht bij elkaar gelegen stations alsook van op onderling grote afstand gelegen sta tions zijn juist de werkelijke maandwaarden van belang dus inclusief de stochastics. Deze stochastics openbaren meer omtrent de onderlinge samenhang der gemiddelde zeespiegelwaarden binnen een be paald zeegebied dan de trends en de cyclische pe rioden. 8 Samenvatting 1. De fysische conceptie N van de gemiddelde zee spiegel en de conceptie M gebaseerd op waar nemingen, behoren tot verschillende werelden. de fysische conceptie N is een verschijnsel in de ruimte met mondiale, regionale en lokale specificatie de op de waarnemingen gebaseerde conceptie M geeft een voorstelling der gebeurtenissen 186 ngt 71

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 10