eenkomt met vlak 2. Uiteraard zal het grootste deel van de oceanen een gemiddeld zeespiegel niveau hebben dat gelegen is tussen de maximale anoma lieën en de minimale anomalieën (minimum geno men in de zin van dichter bij het aardmiddelpunt). Voor elk in het oog te vatten station zal dus de deviatie ter plaatse van vlak 2 gelegen zijn op een of andere interpolatie tussen de juist genoemde extremen. De afwijkingen die wij daar vinden, kunnen wij noemen afwijkingen van de tweede orde. Er zal immers altijd van een verkleining sprake zijn ten opzichte van de stations waar de afwijkingen maximaal zijn. In feite meten wij niet de afwijkingen van de tweede orde bij ontstentenis van een referentiehoogte. Een peilmeetstation verschaft alleen de fluctuaties in de afwijkingen van de tweede orde. Deze fluctuaties dienen te worden aangezien als deviaties van de derde orde. Tussen de behandelde mondiale conceptie en de lokale conceptie dient te worden gesteld de regionale conceptie. Aan het woord regionaal kan elke be tekenis worden toegekend, dus enerzijds lokaal en anderzijds mondiaal. Indien wij onder lokaal ver staan het peilmeetstation en deszelfs directe omge ving, zeg tot 5 a 10 km in het ene geval en tot 100 of misschien zelfs 500 km in een ander geval, dan zal onder regionaal verstaan kunnen worden af standen van 6 a 60 km, opwaarts tot 6.000 km of meer. In samenhang hiermede zullen wij spreken van mon diale krachten als zij invloed hebben op de mondiale gestalte van de gemiddelde zeespiegel. Hierbij denken wij minstens aan de halfronden of de totale oceanen. Wij spreken over regionale krachten als deze de mondiale vorm van de zeespiegel moduleren tot een regionale vorm. Wij spreken van lokale krachten wanneer zulke krachten de mondiale en de regionale zeespiegel nader moduleren binnen uit sluitend lokale afmetingen. Het is de samenwerking van mondiale invloeden, regionale invloeden en lokale invloeden welke uiteindelijk gestalte geven aan de gemiddelde zeespiegel welke uit de registra ties van een bepaald meetstation kan worden af geleid. 3 De timehistory van M De waterstandscurven geregistreerd op een peil meetstation bevatten niets dat nuttigheid heeft voor de kennis van het ruimtelijk karakter van N. De peilschaalcurven verschaffen alleen lokale informatie en alles wat betrekking heeft op het ruimtelijk karakter van de gemiddelde zeespiegel ontbreekt. Om tot het ruimtelijk karakter van de gemiddelde zeespiegel te komen is, uitgaande van een gegeven peilmeetstation, een andere discipline nodig te weten nauwkeurigheidswaterpassing. Zonder onderlinge verbinding van de nulhoogten der peilschalen door middel van waterpassing wordt geen enkel inzicht verworven in het mondiale begrip gemiddelde zee spiegel: geen vorm, geen verhangen, geen afwij kingen ten opzichte van enig hypothetisch geopoten- tiaal vlak. De individuele peilmeetstations evenwel produceren wel degelijk een zeer specifieke bijdrage tot onze kennis nl. de timehistory van de gemiddelde zeespiegel ter plaatse van het peilmeetstation. Dit bestaan in tijd heeft vier fundamentele aspecten: 1. een basishoogte 2. trends 3. cyclische perioden 4. stochastische variaties De basishoogte wordt geïntroduceerd als een wille keurig gekozen beginpunt. Deze basishoogte open baart niets. Niets voor wat betreft het ruimtelijk karakter van de gemiddelde zeespiegel, alsook niet met betrekking tot zichzelf. Bovendien verbergt de basishoogte als willekeurig startpunt immer een on bekende trend, onbekende perioden en onbekende toevalligheden die in het spel van stochastische variaties zich manifesteren. De basishoogte is evenwel onvermijdelijk als ver binding tussen de fysische realiteit van de zee en de kust enerzijds met de aan de registraties te ontlenen trends, perioden en stochastische variaties ander zijds. Trends zijn er in een brede scala van tijdschalen en hoegrootheden. Trends van maand tot maand, van jaar tot jaar, van elke spanne tijds tot een andere, openbarende een nooit eindigend proces van aan passing van de zeespiegel van het ene complex van werkende krachten aan het daaropvolgende. Zo ge- ngt 71 181

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 5