zien zijn trends niet scherp te onderscheiden van
perioden of van stochastische variaties. Immers elk
van de drie is het eindresultaat van een stochastisch
proces en niet een eenduidig causaal veroorzaakt
effect behorende bij een nauwkeurig omschreven
kracht. Integendeel, er is een breed spectrum van
krachten en de zeer gecompliceerde gevolgen daar
van zijn alleen langs statistische wegen toegankelijk
om daarin trends en perioden te ontdekken.
Wat betreft de perioden, de belangrijkste is de jaar
cyclus. Deze is het statistisch resultaat van een groot
aantal werkende krachten en er is uiteraard geen
principieel verschil met de trends en de stochastische
variaties. Alleen de getijden Sa en Ssa hebben een
fysische amplitude en een cosinuskarakter. Zij be
hoort evenals het nodale getij van 18,6 jaar tot het
spel van oorzaak en gevolg. Alle andere componen
ten dragen een statistisch karakter. (Geologische
perioden en ijstijden worden in de zin van dit onder
zoek beschouwd als trends).
Onder stochastische variaties worden begrepen alle
effecten, die meer speciaal de onregelmatigheden in
de gemiddelde zeespiegelgetallen vertegenwoordi
gen. Hoewel alle bewegingen, behalve dan de getij
den, in beginsel stochastische variaties betreffen,
zijn wij geneigd om van perioden te spreken, indien
het statistisch resultaat een periode simuleert en
van trends te spreken indien het statistisch resultaat
een trend simuleert.
4 Peilmeetstations gezien als ontmoetingspunt van
de conceptie N en de conceptie M
Elk aan de kust geplaatst peilmeetstation is als het
ware het verbindingspunt tussen de concepties M
en N. Zulk een punt verbindt de timehistory op het
moment nu met het ruimtelijk karakter van de ge
middelde zeespiegel op de plaats hier.
Voor dit doel is het peilmeetstation een instrument,
dat minder ideaal functioneert als men somtijds ver
onderstelt. Het peilschaalsysteem als zodanig intro
duceert een eigen maar ongewenste bijdrage tot de
basishoogte, tot de trends en tot de stochastics. In
het volgende hoofdstuk zal een overzicht worden
gegeven van de bijdragen, die gegeven worden door
mondiale invloeden, regionale invloeden en lokale
invloeden zowel als de invloeden van de peilschaal
zelf tot de basishoogte, tot de trends, tot de cyclische
periode en tot de stochastics. Dit is weergegeven
in tabel I, waarin de invloeden in de ruimte mon
diaal, regionaal, lokaal zowel als van de meet
stations, zijn genummerd I t/m 33 en al naar hun
karakter zijn aangekruist in één of meer der kolom
men A, B, C of D.
De tabel is bedoeld als een algemene indruk. Het
plaatsen der kruisjes draagt in verscheidene ge
vallen een subjectief karakter. Het was onvermijde
lijk om in hoofdzaak aandacht te schenken aan de
meer relevante invloeden, want als men ook reke
ning zou willen houden met kleinere details zouden
op bijna alle plaatsen kruisjes gezet kunnen worden.
5 Inventarisatie der invloeden: tabel I
De in tabel 1 opgesomde 33 punten zullen thans
van een beknopt commentaar worden voorzien.
De mondiale invloeden
1. De ellipticiteit van de aarde heeft de volgende
grootte:
radius equator 6 378 388 m
radius aan de polen 6 356 912 m
afplatting 21 476 m
De oppervlakte van de oceanen wijkt van de
bolvorm af en is aan de polen ruim 10 km te
laag en aan de equator ruim 10 km te hoog.
Bovendien wijkt de aarde af van een hydrosta
tisch evenwicht.
Het concept van een aarde in eeuwige rust zal
uitlopen op een sterke deviatie van de vorm
van de aarde. De betreffende bijdrage is alleen
in kolom A aangekruist, hoewel ook in kolom
B een kruis geplaatst zou kunnen worden van
wege de stabiliteit van de aardrotatie genomen
op een geologische tijdschaal.
2. De inhoud van de oceanen, 1450.106 km3, is
onderworpen aan eustatische en tectonische be
wegingen die verticale bewegingen geven van
tientallen meters, zij het op lange tijdschaal.
3. Dagelijkse, veertiendaagse en maandelijkse ge-
182
ngt 71