a. het plan van wegen en waterlopen van het ruil-
verkavelingsblok;
b. een kaart waarop de plaats van alle boerderijen
staat aangegeven, met bij elke boerderij vermeld
de oppervlakte grond (verdeeld in onuitwissel
bare ruil klassen) die aan dit bedrijf moet worden
toegedeeld;
c. de oppervlakte grond die door elk weggedeelte
wordt ontsloten;
d. de ligging van de diverse ruilklassen.
Naast bovengenoemde gegevens is het wenselijk vast
te stellen of boerderijverplaatsing zal worden toe
gepast en zo ja, hoeveel en welke bedrijven hiervoor
in aanmerking kunnen en willen komen. Eveneens
verdient het aanbeveling na te gaan welke bedrijven
voor beëindiging in aanmerking wensen te komen.
2.2 Grafiekenmethode
Indien het wenselijk is in de ruilverkaveling boer
derijverplaatsing toe te passen wordt de grafieken
methode toegepast op het ruilverkavelingsblok
zonder inachtneming van ruilklassen. Voor een vol
ledige beschrijving van deze methode kan worden
verwezen naar Kik (1967).
Als resultaat van het toepassen van de grafieken
methode verkrijgt men de minimale, door uitruil te
realiseren, gemiddelde kavelafstand en een trans-
portintensiteitskaart. Met behulp van deze kaart
wordt vastgesteld welke boerderijverplaatsingen het
meeste effect hebben op de gemiddelde kavelafstand.
Er kan nu een keuze worden gemaakt welke van de
voor verplaatsing in aanmerking komende bedrijven
het beste kunnen worden verplaatst, waarna de
plaats van de nieuwe boerderijen wordt vastgelegd.
De gevonden verplaatsingen dienen op de boerderij-
kaart te worden bijgewerkt door de boerderijen op
de oude plaats te verwijderen en op de nieuwe plaats
aan te geven. Bij de te vermelden bijbehorende op
pervlakte wordt rekening gehouden met de moge
lijke bedrijfsvergroting. Aangezien deze bedrijfs-
vergroting moet worden gerealiseerd uit vrijko
mende grond van bedrijven die worden beëindigd
moeten deze laatste bedrijven van de boerderij kaart
worden verwijderd teneinde een sluitende grond
balans te verkrijgen.
Er wordt van uitgegaan dat de verplaatste bedrijven
al hun grond als huisbedrijfskavel krijgen toege
deeld. Dit houdt in dat over het algemeen de toege
deelde grond niet op precies dezelfde manier over
de diverse ruilklassen is verdeeld als bij de grond
van de oude bedrijven het geval was. De fout die
hierdoor in de grondbalans ontstaat kan worden
hersteld door hem evenredig aan de bedrijfsopper-
vlakte over alle niet verplaatste bedrijven te verdelen.
Tn hoeverre de geplande verplaatsingen en beëindi
gingen inderdaad verwezenlijkt zullen worden is
moeilijk te voorspellen. Bij het opstellen van een
voorlopig toedelingsplan zal deze handicap echter
moeten worden geaccepteerd.
Rekening houdend met de op de boerderijkaart aan
gebrachte wijzigingen tengevolge van verplaatsing
en beëindiging wordt nu de grafiekenmethode per
ruilklasse toegepast, waardoor per ruilklasse de
minimale gemiddelde kavelafstand en een transport-
intensiteitskaart worden verkregen. Wordt in de
ruilverkaveling geen boerderijverplaatsing over
wogen, dan kan uiteraard worden volstaan met op
de boerderijkaart correcties aan te brengen voor
eventuele beëindigingen, waarna direct de grafieken
methode per ruilklasse kan worden toegepast.
2.3 Bepaling van uitgangspunten voor het plan
van toedeling
Alvorens met de toedelingsprocedure te kunnen be
ginnen moet het ruilverkavelingsblok in vakken
worden verdeeld. Als begrenzing van de vakken
kunnen natuurlijke scheidingen en ruilklasse-
grenzen worden gekozen. Indien mogelijk verdient
het aanbeveling in één vak niet meer dan één ruil
klasse te laten voorkomen.
Zijn de onuitwisselbare ruilklassen goed vastgesteld,
dan betekent dit dat aan iedere eigenaar per ruil
klasse waarin hij grond bezit minimaal één kavel
moet worden toegedeeld. Anderzijds zal het kavel
aantal echter zo klein mogelijk moeten worden ge
houden. Combinatie van beide eisen resulteert in
het uitgangspunt dat per eigenaar, naast de huis
kavel, per ruilklasse waarin hij grond bezit één veld-
kavel moet worden toegedeeld. Een uitzondering
wordt gevormd indien in de bestaande toestand de
huiskavel in een ruilklasse is gelegen waar het be
trokken bedrijf verder geen veldkavels in heeft. Voor
208
ngt 71