Dat is dan de argumentatie, die het brede publiek
het meest aanspreekt. Maar er is een andere, niet
minder belangrijke. Als men bedenkt, dat de mens
in de laatste vijftig jaar meer delfstoffen heeft ge
bruikt dan in zijn gehele voorafgaande bestaan,
dan is het duidelijk dat ook daarvoor een beroep
moet worden gedaan op die 70% van het aard
oppervlak onder water.
Overigens is het u bekend dat daarmee al een begin
is gemaakt: olie- en gaswinning uit de zeebodem.
Momenteel staan er over de gehele wereld meer dan
200 boortorens in zee. De meeste in het betrekke
lijk ondiepe water van het continentale plat, maar
er zijn toch ook al commerciële boringen uitgevoerd
in 450 meter water.
Wetenschappelijke boringen zijn al verricht in water
diepten van 6000 meter, met name door de Glomar
Challenger, een oceanografisch schip, dat onder
auspiciën van het Scripp's Institute of Oceano
graphy van de University of California, al driejaar
lang onderzoekingen doet in de Atlantische en de
Stille Oceaan [13]. Een van die onderzoekingen be
trof het terugvinden van het boorgat, duizenden
meters onder water, nadat men de buis heeft terug
getrokken ter verwisseling van de versleten boor
kop. Met een ingenieuze akoestische methode is dat
al gelukt in 4.000 meter water [14, 15]. Dat de olie-
en gaswinning daarvan in de toekomst profijt kan
hebben, is duidelijk, maar zover is het nog niet om
dat de grootste waterdiepte waarin commerciële
boringen nog zinvol zijn, wordt bepaald door het
probleem van het monteren, op het boorgat, van
de installatie voor de afvoer van de olie of het gas.
Als men het heeft over ontginning van natuurlijke
hulpbronnen behoeft men intussen niet alleen aan
olie en gas te denken, maar b.v. ook aan het ver
zamelen van zg. mangaankorrels, aardappelachtige
concentraties van voornamelijk mangaan, nikkel,
koper en cobalt die in vele gebieden op de oceaan
bodem voor het grijpen liggen. Die uitdrukking
„voor het grijpen" is overigens wel wat eufemistisch,
als men weet, dat een Amerikaans-Duits consortium
„Deepsea Ventures Inc.", zich voorstelt in 1973
met een immens soort stofzuiger deze mangaan
korrels te gaan opzuigen in de Pacific bij water
diepten van 5.000 a 6.000 meter [16], Voor de schei
ding van de waardevolle metalen uit deze „aard
appels", is Deepsea Ventures bezig een fabriek te
bouwen, die, naar men verwacht, in 1976 in vol
bedrijf zal zijn en dan een jaarproduktie zal hebben
van niet minder dan 260.000 ton mangaan, 12.600
ton nikkel, 10.000 ton koperen 2.400 ton cobalt [17].
Ook in de vorm van vaste afzettingen zijn waarde
volle metalen in de zeebodem gelokaliseerd; zo zijn
exploitabele goudlagen geconstateerd in de Bering
Zee, in de buurt van Nome, Alaska, de plek van de
„gold rush" van 1897 [18].
Heel merkwaardig is wat men in de Rode Zee heeft
aangetroffen op diepten van 2.000 meter: onder
zeese meren 10 tot 20 meter diep, gevuld met een
soort warme „pekel", die niet alleen natrium-
chloride bevat, maar ook metalen in oplossing, als
zink, koper, lood, cobalt, e.d. Een Duits-Ameri
kaanse combinatie gaat deze pekel oppompen [19].
Een nog eigenaardiger vorm van metaalwinning die
wordt overwogen, maakt gebruik van het feit dat
verschillende sponzen en planktonwieren het metaal
titanium uit het zeewater opnemen en in zich con
centreren met een factor 10.000. Ook andere zeld
zame metalen worden door diatomeeën geconcen
treerd, zij het in mindere mate: vanadium, chroom
en barium. Het zou wel eens kunnen zijn dat de
toenemende schaarste aan deze metalen het in de
toekomst lonend zou maken deze plankton-orga
nismen te kweken; een fraaie naam is er al voor:
metallurgische maricultuur [20].
Maricultuur van zeewier - zeewiertuinbouw - voor
de voedselindustrie bestaat trouwens al lang in
Japan en de Philippijnen. De University of South
Florida is bezig met een onderzoek naar de moge
lijkheden van een dergelijke cultuur in Florida [21].
Interessanter nog is het idee van boerderijen 300 a
400 meter onder water, waar de „kudden vee" be
staan uit scholen vis, bewaakt door gedresseerde
dolfijnen [22]. De visboer - welke woord dan een
„diepere" betekenis krijgt, - zal zijn landgoed of
eigenlijk zijn „zeegoed" kunnen bezoeken en inspec
teren in een onderwater-zweefvaartuig, waarvoor
al een ontwerp bestaat [23]. Het is een 22 meter
lange, slanke, motorloze onderzeeboot, waarvan bij
het begin van de reis de ballasttank wordt gevuld
200
ngt 71