Zeer algemeen zou men kunnen stellen, dat de meeste activiteiten die gebonden zijn aan of be trekking hebben op een bepaalde plaats op aarde, alleen maar zinvol zijn als men die plaats ook kent - en het is de taak van de geodeet daarvoor te zorgen. Trouwens, de behoefte aan plaatsbepaling is niet alleen een „tic" van de geodeet, maar is de mens blijkbaar aangeboren. Is het niet zo, dat als iemand ontwaakt uit een bewusteloosheid, zijn eerste vraag is: „Waar ben ik?" Een pur-sang geodeet zou dan eigenlijk moeten vragen: „Wat zijn mijn R.D.- coördinaten?" Het is overigens wel opmerkelijk dat de mens, als hij weer tot bewustzijn komt, geen enkele behoefte schijnt te hebben aan richtingsbepaling. Hij zal niet vragen: „Waar is het Noorden?" terwijl hij toch juist buiten westen is geweest. Maar nu in ernst, de mariene geodeet. Hoewel ernst? Ik zou u een sprookje kunnen vertellen van de me ting van een driehoeksnet op de bodem van de Atlantische Oceaan, waarbij men, zoals bij tunnel bouw, begint van twee kanten. Vanuit het Europese en het Amerikaanse continent worden onderzeese driehoekskettingen opgebouwd, die hier en daar diepten van meer dan 5.000 meter bereiken en elkaar ontmoeten op de toppen van de mid-atlantische bergrug „slechts" 2.000 meter onder water, op welk moment de leidende geodetisch ingenieurs zich in grote spanning wenden tot de bijna irriterend- on vermij del ijke computer om te horen hoe groot de sluitfout is. Een driehoeksnet, waarvan de driehoeks- punten worden gemarkeerd door akoestische trans ponders, verankerd in de zeebodem en in staat om, op akoestische oproep, supersone signalen te pro duceren om hun positie kenbaar te maken. Een sprookje, maar het kan u bekend zijn dat op initiatief en onder leiding van het Batelle Memorial Institute, Columbus, Ohio, drie jaar geleden een experimentele „geodetic marker" op de oceaan bodem is geplaatst 200 kilometer ten zuidwesten van Los Angeles op een diepte van 2.000 meter [38]. Dit eerste mariene driehoekspunt is gemarkeerd door drie akoestische transponders op de oceaan bodem, gegroepeerd in een gelijkzijdige driehoek met zijden van ongeveer 3 kilometer. Twee ervan ontlenen hun energie aan conventionele accu's, de derde aan een radio-isotoop met een levensduur van 10 a 20 jaar. De positie werd bepaald door met be hulp van akoestische signalen de plaats van het schip boven de transponders vast te stellen, terwijl met een vliegtuig de positie van het schip ten op zichte van drie bekende punten op het continent werd gemeten met „Lorac", een elektronisch plaats bepalingssysteem. De coördinaten hebben een stan daardafwijking van ongeveer 20 meter. Een fraai experiment, maar wel duur: een half miljoen dollar. Maar dat is weinig vergeleken met de kosten van een reis naar de maan, terwijl men zich nog kan afvragen wat nuttiger is: een veer dienst naar de maan of een driehoeksnet op de oceaanbodem. Ik zou u een sprookje kunnen vertellen van een sub- mariene habitat - een woning onder water - waar landmeters maandenlang wonen en er elke dag met hun aqualong of, op grotere diepten, in hun één- of tweepersoonsduikboot of in een onderwaterauto op uittrekken, gewapend met hun akoestische af standsmeters en akoestisch-holografische opname apparatuur. Een sprookje - maar u herinnert zich de habitat- proeven van de Franse pionier Cousteau. En wel licht de zg. „sealab"-experimenten van de U.S. Navy met 8 man gedurende 12 dagen op een diepte van 200 meter [39], Dan het zg. „Tektite II"-pro- gramma, onder auspiciën van het U.S. Department of the Interior, waarbij 60 geleerden betrokken zijn [40]. Dat speelt zich af in twee onderwaterlabora toria, een paar honderd kilometer ten Z.O. van het Nederlands-Franse eiland St. Maarten-San Martin: een grote 5-persoons habitat op een diepte van 35 meter en, op 65 meter, een klein lab voor 2 personen, dat minitat is gedoopt. Een eventueel bij u aanwezig mannelijk superioriteitsgevoel zal een zeer gezonde deuk krijgen als u verneemt dat van de elkaar opvolgende vijfkoppige bemanningen, die telkens twee weken achtereen onder water leven en werken, er één geheel bestond uit vrouwelijke oceanografen. Kleine één- en tweepersoonsduikboten zijn er al verschillende [41], maar die onderwaterauto die ik ngt 71 203

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1971 | | pagina 7