vingen, door elektrische vertragingen of door mechanische
bewegingen van apparatuur onder de tafel.
Uitleesapparaten, gebaseerd op dit elektrische ruitennet,
worden op de markt gebracht door de Nederlandse firma
Hagen („Haropen"), door Aristo („Aristogrid") en door
Ferranti („Freescan"). De „Aristogrid" en de „Freescan"
zijn beide gebaseerd op het ,,Bendix"-systeem.
Met deze uitleesapparaten kan evenals met vele andere in
strumenten („D-Macpencilfollower", Hagen's „Haromat",
de „Codimat" van Contraves, de Coradi-„digitizer" en de
„Posigraph" van Nestier) ook continu worden geregistreerd.
Dat wil zeggen dat door de apparatuur met hoge snelheid
x- en y-coördinaten worden geregistreerd van punten die
men passeert bij het volgen van een lijn met een taster. Deze
registraties kan men vastleggen in ponsband of op magne
tische band.
Het registreren van afzonderlijke punten is daarmee ook
mogelijk. Dit continu registreren van kaartpunten opent
grote mogelijkheden voor de automatische kaarteringsme-
thoden.
De tentoonstelling toonde de electronische coördinatografen
in allerlei uitvoeringen. Een nieuwigheid daarbij was de reeds
genoemde fotografische tekenkop. Deze „photohead" biedt
ongetwijfeld zeer grote mogelijkheden voor de toekomst.
Men moet voor de toepassing daarvan de coördinatograaf
dan wel in een donkere kamer plaatsen.
Ook zag men bij de coördinatografen verschillende „displays"
waarmee men o.m. vóórregistratie kan verkrijgen van te
kaarteren lijnen. Deze schermen maken het mogelijk in te
grijpen in de kaarteringen die langs automatische weg plaats
vinden.
Tenslotte nog twee bemerkenswaardige zaken
a. de firma Staedtler brengt de tekenstift Mars 707K op de
markt. Daarmee is het mogelijk, in 7 lijndikten, lijnen op
gladde polyester te tekenen. Raderen van de getekende
lijnen is moeilijk.
b. de firma Klimsch produceert een apparaat onder het
nummer EM 150. Hiermee is het mogelijk om op zeer
nauwkeurige wijze film- en karteerbladen op te meten.
Een werkzaamheid die in de kartografie zeer veelvuldig
plaatsvindt.
L. van Zuylen
FIG-TENTOONSTELLING „GEO '71"
Deze omvangrijke tentoonstelling GEO '71 tijdens de FIG-
congresdagen bestond uit vier delen, namelijk een instru
menten-, een landen-, een historische- en een postzegel
tentoonstelling. Zowel congresgangers als talrijke belang
stellenden bezochten de tentoonstelling, in 't bijzonder het
eerste deel. Van de instrumenten-expositie zal straks een
verslag worden gegeven.
Op de landententoonstelling lieten 13 landen facetten van
hun wijze van beroepsuitoefening op landmeetkundig gebied
zien. Vooral de duitse en engelse inzendingen waren veel
omvattend en goed gedocumenteerd. De onderwerpen zoals
triangulaties, waterpasnetten, topografie en hydrografie,
fotogrammetrie, kadaster, ruilverkaveling, grondbeheer,
stadsplanning, cartografie, inventarisatie van landbouw, bos
bouw, recreatie, wildpopulaties etc. en tenslotte foto-inter
pretatie waren in verschillende hoedanigheden en beroeps-
vormen aanwezig.
De nederlandse inzending gaf in een doorlopende projectie
36 beelden te zien, die tezamen met een beschrijving een
duidelijk overzicht gaven van elektronische navigatie
systemen langs de nederlandse Noordzeekust.
De beide laatstgenoemde GEO '71-onderdelen waren niet
in de Rhein-Main-Halle, maar in het tegenoverliggende
Museum ingericht.
De historische tentoonstelling gaf een magnifieke expositie
van met zorg bijeengebrachte historische instrumenten en
kaarten. Een aparte catalogus zorgde voor de beschrijvingen.
Tenslotte bracht de internationale postzegel-tentoonstelling
een show van postzegels met globes, landkaarten, computer
verwerking (ook de nederlandse zomerzegel-serie 1970 was
present!), ruimtevaart en satellietgeodesie, landmeten etc.:
al met al een verbazingwekkende hoeveelheid.
Instrumenten-tentoonstelling
Dit onderdeel van GEO '71 verdient de kenschets „groots".
Niet alleen was de stand-oppervlakte enorm, maar ook de
inspanning van de deelnemende fabrieken en firma's om zo
breed mogelijk en met ter zake kundig personeel hun pro-
duktenreeks te presenteren, was groot. Voor de afzonderlijke
bezoeker bestond op deze wijze de mogelijkheid om binnen
de ruimte van drie hallen allerlei overeenkomstige produkten
te vergelijken op kwaliteit, prestatie, prijs etc. In dit ver
slag zal vooral op bepaalde aspecten de schijnwerper worden
gericht. Zo zullen terwille van de plaatsruimte de reeds be-
ngt 72
kende instrumenten hier niet de revue passeren; wat nieuw
was zal des te meer aandacht krijgen.
1. Theodolieten, waterpasinstrumenten
Een streven naar vereenvoudiging van de randaflezing met
minder kans op fouten is duidelijk bij enkele fabrikanten
waarneembaar, o.a. bij Zeiss (Th2) en nu ook bij Kern, die
haar theodoliet DKM2 geheel nieuw construeerde. Deze
theodoliet DKM2-A kan nu ook met een laser gecombineerd
worden (zie punt 2).
Ook een automatische compensator voor de vertikale rand
wordt bij theodolieten algemeen gebruikelijk. Zeiss liet in
zijn stand een doorsnede zien van het compensator-gedeelte.
Bij enkele Jena-theodolieten werd de bediening van de klem
men voor horizontale en verticale kijkerbeweging vereen
voudigd door de gebruikelijke ronde klemschroeven te ver
vangen door twee bij elkaar geplaatste klemstaafjes, waar
door in één handgreep beide bewegingen mogelijk gemaakt
worden.
Een opmerkelijk waterpasinstrumentje was de Jena Ni 050
(met compensator), dat i.p.v. stelschroeven voorzien was
van twee draaibare, over elkaar glijdende wiggen. Hiermee
kan de kijker snel in de goede positie gebracht worden. Voor
deze nieuwe constructie schijnen goede kansen aanwezig
door het gebruik van nagenoeg slijtagevrije kunststoffen.
Een niet geheel nieuw maar wel belangwekkend automatisch
eerste-orde waterpasinstrument is de Ni-A3 van Mom,
Hongarije, waarin een nadeel van de centrale instellens (nl.
de veranderlijkheid van de vizierlijn en van de optische
correctietoestand) geëlimineerd werd. De kruisdraden zijn
aangebracht aan de binnenzijde van de objectief lens, terwijl
de scherpstelling met spiegel-optiek wordt uitgevoerd.
Wild, Fennel, Mom, Aline (Lear Siegler, U.S.A.) e.a. expo
seerden hun typen gyrotheodoliet. De betekenis van dit instru
ment werd onderstreept door de oprichting van een aparte
studiegroep hiervoor in Commissie-6.
Drie Japanse fabrieken waren op de tentoonstelling present.
Eén ervan, Topcon (Tokyo Optical Company), heeft een
nederlandse hoofdvertegenwoordiging te Rotterdam.
Een hollandse bijdrage was er tenslotte met de planoscoop,
vervaardigd door de N.V. Optische Industrie „De Oude
Delft"; deze „Planoscope" kan mogelijk wedijveren met de
toepassing van lasers in de bouw zoals bij het profileren,
egaliseren e.d. Het instrument bestaat uit twee draadrasters
die in het uit te zetten vlak als een symmetrisch Moiré
patroon worden gezien.
13