Agenda
D. Snijders
Bepaling van de vermogensschade bij onteigening in Nederland,
Engeland en Duitsland. De invloed van de omvang der schade
loosstelling op de kosten van het werk waarvoor onteigend
wordt.
Samenvatting
De aandacht is vooral geconcentreerd op reconstructie- en
uitbreidingsgebieden.
De vergoeding in Nederland wordt behandeld aan de hand
van een historisch overzicht van 1901 (inwerkingtreding van
de eerste Woningwet) tot heden. Een en ander omvat ook het
inmiddels ingetrokken wetsontwerp-Samkalden (november
1965) en het nauw daaraan verwante wetsontwerp Van den
Bergh c.s. (no. 10036).
In Duitsland bestaat ten eerste de vergoeding in natura, dat
wil zeggen de verstrekking van compensatiegronden. Deze
gronden kunnen reeds eigendom van de onteigenaar zijn of
door middel van een aankoop of soms zelfs een onteigening
door hem verkregen worden. Ten tweede kent men er de ver
goeding in geld, die overigens het meest voorkomt. Deze
wordt, zo mogelijk, bepaald door het koopprijspeil van ver
gelijkbare objecten in dezelfde omgeving. Het ontbreken van
een egalisatie-beginsel en het vrijwel nooit uitkeren van plan-
schade wordt gecompenseerd door een zeer grote bijdrage
van de eigenaren in de exploitatiekosten en wel naar de mate
van de baat die zij bij de uitvoering van het plan hebben.
In Engeland heeft in deze eeuw een aantal malen een princi
piële wijziging in de grondslag van de bepaling van de
schadeloosstelling bij onteigening plaatsgevonden. De
Engelse wetgever heeft geregeld blijk gegeven van de
28 maart 1972
Statistische Dag 1972
Delft
28 mei-3 juni 1972
International Conference of Surveyors and Annual
Meeting of the Permanent Committee of F.I.G.
Tel Aviv, Israel.
5-14 juni 1972
Tweede Internationale Mijnmeters Congres
Boedapest
23 juli-5 augustus 1972
S.I.P Congres
Ottawa
20 oktober 1972
Algemene Vergadering van de Vereniging voor
Kadaster en Landmeetkunde
38
wil om tenminste een deel van de „development value",
dat is het verschil tussen de verkeerswaarde, inclusief de
verwachtingswaarde, en de gebruikswaarde, in de staats
kas te laten blijven of te laten terugvloeien. Dit gebeurt onder
de nu geldende wetgeving door middel van de betterment
levy. Deze is, hoewel strikt juridisch bekeken niet tot het ont-
eigeningsrecht behorend, voor de effectieve hoogte der schade
loosstelling zeer belangrijk.
In Nederland is de schadeloosstelling achtereenvolgens met
de totale grondkosten en met de kosten van bebouwing ver
geleken. Er blijkt dan dat de verwervingskosten een relatief
gering deel uitmaken van de verdere kosten van een uit
breiding. Bij sanering is dat duidelijk anders.
Tenslotte wordt gepleit tegen een te snelle invoering van een
al te drastische beperking van de vergoeding, gezien de ge
ringe invloed op de totale kosten en zelfs het mogelijke
financiële nadeel voor de onteigenaar. Wel is het nodig dat
duidelijk wordt wat wel moet en wat niet mag worden ver
goed, opdat in ieder geval rechtsgelijkheid bestaat. Boven
dien zou een geringer deel van de verwachtingswaarde aan
de onteigende moeten worden uitgekeerd dan nu het geval is.
A. H. A. Grootvelt
Digitalisering van fotogrammetrische gegevens.
Samenvatting
In deze scriptie worden kaartgegevens in een digitaal model
weergegeven. Een en ander speelt zich af binnen een onder
zoek, dat door het Laboratorium voor Geodesie in samen
werking met de Dienst Landmeten van de gemeente Amster
dam wordt verricht.
Alvorens tot een gemotiveerde keuze van het digitale model
te komen wordt in hoofdstuk I de mogelijke plaats van de
digitalisering binnen de landmeetkunde aangegeven, waarna
in hoofdstuk II enkele automatiseringsactiviteiten van de
laatste jaren aan een nadere beschouwing worden onder
worpen.
Achtereenvolgens komen aan de orde:
- het Kadaster (de proef Dinther-Suawoude);
- de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (beelden-
paarfotogrammetrie)
- de Leidingenregistratie binnen de stad Rotterdam.
In hoofdstuk III wordt enige aandacht aan de gemeentelijke
automatisering besteed.
Hoofdstuk IV beschrijft het eigenlijke experiment: „de proef
Amsterdam". De topografie wordt gesplitst in ketens, die
een soortaanduiding krijgen aan de hand van een globale
inventarisatie.
De kenmerken van het gekozen digitale model (geheugen
bestand) zijn
- coördinaten
- soortaanduiding
- tekeninstructies.
Als adresseringsgegevens, benodigd om het bestand toe
gankelijk te maken, doen dienst:
- benaderde coördinaten
- soortaanduiding.
Het bovenstaande is toegepast op de digitale uitwerking van
twee relatief georiënteerde modellen (helicopteropnamen),
waarbij tevens een methode wordt aangegeven om de model
aansluiting te realiseren. Daarnaast wordt er een model be
schreven om het geheugenbestand te muteren.
Het voordeel van een dergelijk geheugenbestand is, dat men
gewenste objecten (door middel van hun soortaanduiding)
door tussenkomst van computer en elektronisch bestuurde
tekenmachine op willekeurige schaal op een kaart kan af
beelden. De bijlagen bevatten enkele resultaten van het
experiment.
ngt 72