dienst. Deze zal hieruit moeten worden losgekop
peld en worden ondergebracht in een afzonderlijke
financiële organisatie-eenheid, die in het schema is
aangeduid met het bureau Financiën. Dit bureau zal
voorts worden belast met bedrijfseconomische taken
zoals kosten-batenanalyses, tariefcalculaties, kos-
tenbeheersingsmethoden enz.
De vaktechnische beleidsaspecten worden in de
directie behartigd door de bureaus technische werk
zaamheden, ruilverkaveling, registratie en juridische
zaken.
Het bureau technische werkzaamheden zal. naast de
behandeling c.q. begeleiding van alle technische
aspecten, speciaal belast zijn met het leiden van een
bureau „onderzoek en ontwikkeling" en met de zorg
voor de coördinatie der technische centra, zowel
onderling als met de uitvoerende eenheden in de
regio.
Het hoofd van het bureau Ruilverkaveling is ad
viserend lid van de Centrale Cultuurtechnische
Commissie en onderhoudt de contacten met het
secretariaat van deze commissie en met de directie
van de Cultuurtechnische Dienst.
Dit bureau is op landelijk niveau belast met het op
stellen, coördineren of verbeteren van samenwer-
kingsregelingen en taakverdelingen met externe
diensten, waarmee in het kader van de ruilverkave
lingen door de kadastrale dienst moet worden
samengewerkt. Onderzoek of ontwikkeling van
technische of juridische ruilverkavelingszaken zal
worden uitgevoerd door of in nauwe samenwerking
met de betreffende stafbureaus.
Het bureau registratie en juridische zaken wordt ver
antwoordelijk voor alle registratietaken (de open
bare registers, hypothecaire- en kadastrale boek
houding).
Dit bureau zorgt voor uniforme toepassing der door
het bureau op te stellen voorschriften van juridische
en bewaringstechnische aard.
Dit laatste in samenwerking met de afdeling organi
satie.
Realisatie van de reorganisatie
Realisatie van het voorgaande resulteert in een
wezenlijk anders opgebouwde dienst. Te kleine een
heden worden samengevoegd. Een bestaand strui
kelblok, de te geringe coördinatie tussen de ver
schillende dienstonderdelen, wordt opgeheven. Bo
vendien zal een goed overzichtelijk geheel voor de
directie ontstaan.
Met nadruk wil ik erop wijzen dat het mijn bedoe
ling is bovenbedoelde reorganisatie op dusdanige
wijze te realiseren dat geen personeel zal behoeven
af te vloeien.
Dank zij de toewijding van het personeel, in al zijn
geledingen, heeft de dienst tot nu toe aan de hoge
eisen die moeten worden gesteld vrij redelijk kunnen
voldoen. Om echter in staat te blijven de aan de
dienst opgedragen taken op doeltreffende wijze te
kunnen verrichten, acht ik het nodig dat de dienst
op de hiervoor aangegeven wijze wordt gereorga
niseerd.
Over dit beleidsvoornemen is op 8 en 20 december
1971 diepgaand gesproken met de Bijzondere Com
missie voor Georganiseerd Overleg bij het ministerie
van Financiën en de daaronder ressorterende dien
sten, ter inleiding van het overleg met die commissie
over de uitvoering daarvan voor wat betreft de ge
volgen op personeelsgebied. De personeelsvertegen
woordiging heeft daarbij naar voren gebracht dat
het vooruitlopend op dat overleg voor haar niet wel
mogelijk is zich thans positief ten opzichte van de
voorgenomen reorganisatie op te stellen zolang
de personele gevolgen niet meer zijn geconcretiseerd.
Vanzelfsprekend heb ik voor die benadering begrip
en zullen de personele gevolgen zodra dat mogelijk
is onderwerp van overleg met de bijzondere com
missie uitmaken.
Niettemin acht ik het wenselijk dat U reeds thans
wordt geïnformeerd over de ontwikkelingen die
gaande zijn. Over de resultaten van het over de per
sonele gevolgen te voeren overleg zal ik u eveneens
steeds informeren.
De Staatssecretaris van Financiën
A. P. J. M. M. van der Stee
29
ngt 72