van de zender en ontvanger die in het huis van de
theodoliet zijn ingebouwd.
De code-theodoliet
Bij een code-theodoliet geschiedt de aflezing van de
horizontale en verticale rand en van de micrometer
automatisch met behulp van gecodeerde schijven.
Het instrument is een tamelijk ingewikkeld fijn-
mechanisch, optisch en elektronisch geheel. Bij de
code-theodoliet is zoveel mogelijk het principe
van een gewone secondentheodoliet gehandhaafd,
omdat dit principe in de loop der tijden zijn be
trouwbaarheid heeft bewezen.
De optiek van de theodoliet bestaat naast de op
tische delen voor het verlichten en aflezen van de
randen uit een gecompliceerde kijker. Deze bevat
de elementen van de gewone theodolietkijker en
tevens de zend- en ontvangoptiek voor de infrarode
stralen ten behoeve van de lengtemeting. Er moet
bij de constructie voor worden zorg gedragen dat
geen straling van de zender rechtstreeks op de ont
vanger terecht komt.
De elektronica van de theodoliet bestaat voor
namelijk uit afleeseenheden van de codeschijven,
een vertaaleenheid en indicatoren met besturing. De
afleeseenheden worden gevormd door lampjes,
lichtgevoelige weerstanden en versterkers. Met de
vertaaleenheid worden de aflezingen van de code
schijven omgezet in de zogenaamde BCD-code. Op
de indicatoren kunnen de gemeten grootheden
worden afgelezen.
De fijn-mechanische delen van het instrument zijn
een pendelsysteem, een micrometer, alhidade-klem-
men, fijnbewegingen, instelmogelijkheden voor ni
veaus, ingewikkelde verticale en horizontale as-
constructies waarop zich zowel de theodolietranden
als de codeschijven bevinden, enz.
Het is onmogelijk om op alle aspekten van de theo
doliet in te gaan. Daarom zal hier slechts in het kort
het principe van de richtingsmeting met behulp van
de codeschijven worden beschreven.
In de theodoliet zijn onder meer drie optische code
schijven ingebouwd, die worden afgelezen met be
hulp van lampjes en foto-elektrische cellen, zodat
automatische registratie van de gemeten waarden
kan plaats vinden. De gebruikte code op de schijven
90
Fig. 4. Codeschijf.
is een progressieve binair-decimale code. Dit be
tekent dat steeds vier sporen op de schijf, die voor
zien zijn van een binaire code, één decimaal cijfer
vertegenwoordigen. De buitenste vier sporen geven
de eenheden, de daarop volgende vier sporen de
tientallen, enz. Progressief wil zeggen, dat bij de
overgang van de ene sector naar de andere, slechts
op één spoor een overgang van zwart naar wit of
omgekeerd mag voorkomen.
In het eerste type van de ART zijn de codeschijven
door ons zelf vervaardigd. Op de elektronische
tekenmachine is een tekening van de codeschijf
vervaardigd. Een zevenvoudige fotografische ver
kleining op glas geeft de codeschijf.
Zowel aan de horizontale als aan de verticale rand
is een codeschijf, voorzien van 400 sectoren, vast
bevestigd. Zie figuur 5. Zoals bij secondentheodo-
lieten gebruikelijk is, worden twee diametrale rand
standen t.o.v. elkaar afgebeeld. Bij de ART wordt
het principe van de Askania-theodoliet TU toege
past. Met de horizontale en de verticale rand kun
nen gehele graden worden gemeten. De draaiing
van de planparallelle glasplaat in de lichtweg is een
maat voor de onderdelen van graden.
De draaiing van de micrometerschijf is gekoppeld
aan de draaiing van de planparallelle glasplaat.
Eén gehele draaiing van deze schijf, die in 1000
ngt 72