De sluitvectoren in de punten 21 (Wilnis 1) en 23 (Vinkeveen-Waverveen 1waren hier aanzienlijk klei ner dan in het net Vinkeveen, zodat deze punten hier niet verworpen werden. Punt 15 is een snellius- punt, hier vond men zo'n grote sluitvector, dat be sloten werd dit punt te verwerpen. Het net werd uiteindelijk aangesloten op de punten 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 17, 19, 21, 23 en 29. Dit laatste punt werd overgenomen uit het net Vinkeveen. De samenvoeging Het probleem was nu, waarom de punten 21 en 23 in het net Vinkeveen wel en in het net Oukoop niet verworpen werden. Om dit op te lossen zijn de beide netten samengevoegd en zijn door het Labo ratorium voor Geodesie m.b.v. een Wild T2 theodo liet bijgemeten de richtingen 23-303,303-23, 303-305, 305-303, 303-185, 185-303, 305-19, 19-305 en m.b.v. een geodimeter de lengten 23-303, 305-303, 185-303, 305-19 en 147-23. Hierdoor ontstonden de volgemeten kringen: 19 - 305 - 303 - 23 - 147 - 71 - 67 - 65 - 19 23 - 191 - 195 - 29 - 151 - 143 - 145 - 147 - 23 en 185 - 245 - 243 - 239 - 237 - 25 - 303 - 185 De volledige figuratie van het net is te zien in fig. 3. Hierin ziet men dat de punten 21 en 23 niet meer alleen zijn opgenomen door middel van spitse in snijdingen, maar nu voorkomen in enkele volge meten kringen en goed verbonden zijn met elkaar evenals met de nabije aansluitingspunten 1, 3 en 19. Behalve de nieuwe metingen zijn voor deze samen voeging de waarnemingen van de oude netten ge bruikt. In de vereffening zijn alle richtingen met een standaardafwijking van 10 dmgr ingevoerd en de lengten met een van 1,5 cm. De interne vereffening is uitgevoerd met 198 voorwaarden. Het resultaat: een schatting van de variantiefactor a2 1,5 en negen verworpen waarnemingen met een w-waarde van ±3,6. Deze zijn voor zover mogelijk overge- meten, waarbij de overgemeten richtingen 30 a 50 dmgr wijzigden. Met deze hermeten waarnemingen is de interne ver effening nogmaals uitgevoerd, waarna de schatting van de variantiefactor a1 1,3 werd en nog vier waarnemingen verworpen werden met w ±3,4. Dit is voornamelijk te wijten aan de kwaliteit van de hoekmeting, die gezien de vrij grote vv-waarden van een groot aantal richtingen, niet al te hoog was. At At Tabel 1 Sluitvectoren in aansluitingspunten na interne vereffening Ax en Ay in cm 1 2 3 4 5 oorspronkelijke netten samenvoeging Vinkeveen Oukoop Vinkeveen Oukoop totaal punt Ax At Ax Ax At Ax Ax At 1 Abcoude 3 - 1,4 3,1 15,4 14,1 5,8 9,4 6,6 11,4 -11,5 9,2 3 Loenen 1-1 ,0 ,0 ,0 ,0 -12,5 1,3 5 Breukelen 6 2,4 - 1,4 ,9 - 4,2 - 8,6 - 7,0 7 Breukelen 2 13,6 5,7 14,5 6,7 7,7 6,3 9 Maarssen 1 ,6 - 1,5 1,7 - 3,5 ,0 ,0 11 Vleuten-De Meern 7 - 3,7 6,5 - 2,1 3,5 - ,6 2,1 13 Kockengen 1 13,8 16,8 13,5 14,4 11,0 9,0 15 Snelliuspunt 40,2 15,8 39,7 14,3 37,5 3,4 17 Nieuwkoop 4 ,0 ,0 ,0 ,0 - 4,4 -17,4 19 Mijdrecht 1-1 5,2 4,4 6,5 4,2 - 5,1 - 9,4 21 Wilnis 1 18,5 -17,1 8,0 ,0 19,4 -36,7 7,7 - 3,5 - 2,1 -13,4 23 Vinkeveen-Waverveen 1 13,2 -25,9 6,4 11,1 15,9 -20,7 9,4 1,5 - 3,6 - 5,8 169 Nieuweramstel 6 ,0 ,0 ,0 ,0 ,1 16,7 181 Vinkeveen-Waverveen 3 ,1 - 2,3 ,2 - 1,7 13,8 17,9 207 Loenen 2 ,0 ,0 ,0 ,0 -26,2 ,7 215 Abcoude 1 1,1 - 4,2 ,1 1,1 - 8,2 - 1,3 287 Ouder Amstel 2 - 4,0 - 5,7 - 6,2 -5,4 ,0 ,0 ngt 72 119

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1972 | | pagina 15