Officiële overdracht Centraal Kadastergebouw
Rede van de staatssecretaris
van Financiën
Op 28 juni 1972 werd door de staatssecretaris van Financiën mr. A.P. J. MM.
van der Stee het nieuwe Centrale Kadastergebouw in Apeldoorn officieel over
gedragen aan de commissie van beheer.
In dit gebouw zijn thans ondergebracht de centrale diensten van Kador, te
weten de fotogrammetrische dienst, de bijhoudingsdienst van de Rijksdriehoeks
meting en het centraal teken-, reken- en opleidingsinstituut. Als de reorganisatie
van de dienst Kador zie NGT 72, nr. 2, b/z. 25een feit wordt zal ook de
directie, die thans nog in Den Haag zetelt, in dit gebouw worden gehuisvest.
Ter gelegenheid van de overdracht heeft mr. Van der Stee in een rede verleden,
heden en toekomst van de kadastrale dienst belicht.
Betekenis van het kadaster
Het kadaster heeft steeds wel veel langs de weg ge
meten, maar erg weinig aan de weg getimmerd.
Daarom stel ik het op prijs van deze gelegenheid ge
bruik te maken om iets van de dienst te vertellen en
vooral de betekenis die deze heeft voor de moderne
maatschappij te belichten. Een korte terugblik in de
historie is daarvoor wel nodig.
Het registreren van de grond in kaartvorm en in een
verbaal systeem is niet nieuw. In het oude Egypte,
2000 jaar voor het begin van onze jaartelling, be
stond reeds een systeem van grondregistratie.
Merkwaardigerwijs stamt de bestuurlijke activiteit
voor het vast goed op landelijk niveau, zoals wij die
kennen, pas uit de tijd van de Franse overheersing.
Precies als thans had de overheid van toen behoefte
aan meer inkomsten. Naar Frans voorbeeld werd
besloten om grondbelasting te gaan heffen.
Bij keizerlijk decreet van 1811 werd verordonneerd
daartoe het gehele land op te meten en te kadastre
ren.
Ook na de restauratie bleven de Franse voorschrif
ten van toepassing. Twintig jaar later, lang nadat de
Bonapartes het wereldtoneel hadden verlaten, was
dat werk gereed. In 1832 werd het kadaster opera
tioneel.
De oorspronkelijke doelstelling was dus een fiscale.
Maar in de in 1811 gegeven handleiding is reeds
vastgelegd dat de eigenaren er op gewezen dienden
te worden dat een goede vaststelling van ieders
eigendom ook een middel zou zijn om in de toe
komst eigendom te bewijzen en grensgeschillen te
voorkomen.
Ook de organisatie van de openbare registers bij de
ngt 72
hypotheekbewaringen toont een duidelijke Franse
invloed. Het stelsel van openbaarheid met betrek
king tot de rechten op onroerend goed is echter niet
van Franse, maar van Germaanse oorsprong.
Bij de Germanen stond de grondeigendom in hoog
aanzien, ook al omdat daaraan staatkundige rechten
verbonden waren. Het was daarom van groot be
lang dat iedereen op de hoogte was met de stand van
zaken en overdracht van grond vond dan ook plaats
in de vergadering van vrije mannen. Later geschied-
135