V erenigingsnieu ws In memoriam op grote schaal beschikbaar 70U moeten komen. De bestaan de topografische kaarten (op de schalen tussen 1 10.000 en 1 500.000) hebben een te kleine schaal om hiervoor te dienen. Ook de kadastrale kaarten kunnen hiervoor niet fungeren. Zij hebben wel een grote schaal, maar bevatten te weinig topografische gegevens en zijn qua indeling minder ge schikt. De werkgroep heeft erop gewezen dat door verschillende be drijven en instellingen reeds ongecoördineerd aan de ver vaardiging van basiskaarten wordt gewerkt, waardoor be langrijk meer geld wordt uitgegeven dan nodig is en kaarten beschikbaar komen die maar door een beperkte groep kunnen worden gebruikt. Deze redenen hebben de Rijkscommissie voor Geodesie aan leiding gegeven, in overleg met de Nederlandse Vereniging voor Geodesie, een commissie in te stellen die moet onder zoeken op welke wijze deze grootschalige basiskaart van Nederland het beste kan worden verwezenlijkt. Deze com missie zal nagaan of het mogelijk is tot een kaart te komen (en up-to-date te houden) met een zodanige schaal, inhoud en nauwkeurigheid, dat de vraag naar die kaart de vervaardiging en bijhouding rechtvaardigt. Indien dit onderzoek positief uitvalt zal worden onderzocht op welke wijze de kaart zou moeten worden vervaardigd en door welke instanties. De commissie, waarin docenten van instellingen voor weten schappelijk onderwijs en vertegenwoordigers van enige rijks diensten zitting hebben, hoopt zijn werkzaamheden binnen een jaar te voltooien. Contactadres Ir. G. A. van Wely, Laboratorium voor Landmeetkunde, Landbouwhogeschool, Wageningen. PERSONALIA Dr. Ir. D. Neeleman is m.i.v. 1972-08-01 benoemd tot gewoon lector bij de economische faculteit van de Katholieke Hogeschool te Tilburg met als leeropdracht „Statistiek"; hij promoveerde tot doctor in de economische wetenschappen aan de Katho lieke Hogeschool te Tilburg. De titel van zijn proefschrift luidde: Multicollineariteit in lineair economische modellen. Geslaagd voor het doctoraal examen voor geodetisch ingenieur: J. E. J. van Angelen, R. Blans, L. A. H. Boeije, A. V. Hoek stra, K. R. Koole, A. A. P. J. M. baron van Lamsweerde, P. J. M. van Leysen en A. H. Polderman. H. C. van der Hoek is m.i.v. 1972-07-01 benoemd tot wetenschappelijk hoofd medewerker bij het Laboratorium voor Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft. J. E. J. van Angelen is m.i.v. 1972-07-01 benoemd tot wetenschappelijk mede werker in tijdelijke dienst bij het Laboratorium voor Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft. A. V. Hoekstra is m.i.v. 1972-07-01 in dienst getreden bij het C.T.O. van KADOR te Apeldoorn. W. A. van Rhee is m.i.v. 1972-07-01 eervol ontslagen als hoofdingenieur van het Kadaster te Breda. Op 29 mei 1972 is H. J. van Groningen op 70-jarige leeftijd plotseling overleden. Hij voltooide in 1925 zijn studie te Wageningen en trad bij het Kadaster als adspirant-landmeter in dienst. In zijn 42-jarige loopbaan klom hij op tot de rang van hoofdingenieur. Naast wat bij het Kadaster de „gewone" dienst heet, heeft hij zeer veel speciale opdrachten uitgevoerd. Zo hermat hij als jong landmeter Borculo, dat in 1926 door een windhoos ernstig getroffen was. Van 1930 tot 1934 werkte hij mee aan de hermeting van Eindhoven. Daarna was hij jarenlang ver bonden aan het bureau „Trans", zoals het Bureau Samen werking Waterstaat in Utrecht genoemd werd. Voor vele kaarten, die door de Meetkundige Dienst van de Rijkswater staat waren vervaardigd, verrichtte hij uitgebreide delimi taties en identificaties, zodat, tesamen met de gegevens uit de kadastrale veldwerkarchieven, de kadastrale grenzen op de grondplans van de Rijkswaterstaat aangegeven konden worden. Toen in 1946 de taken van het bureau „Trans" overgedragen werden aan de diverse bureaus van de Landmeetkundige Dienst van het Kadaster werd hij verplaatst naar het Utrecht se bureau van die dienst. Maar de bijzondere opdrachten bleven doorgaan: metingen voor wederopbouw in Gelder land en Limburg; „gewone" dienst in Limburg; hermetingen in Utrecht, en in 1951 de terrestrische begeleiding en kadas trale toepassing van de luchtkaartering die rond de stad Utrecht werd uitgevoerd in verband met de grote annexaties van deze stad. Daarna volgden nog verschillende hermetingen en ook de bijhoudingsmetingen in de Loosdrechtse-, Loenerveense- en Breukelerveense plassen; een gebied dat door de terrein omstandigheden en door de ontwikkeling van de recreatie zeer speciale moeilijkheden bood. Van Groningen was een accuraat en consciëntieus landmeter, die met een fijn gevoel voor humor en met grote liefde zijn werk deed. Uiterlijk was hij steeds rustig en kalm. Met men sen kon hij goed omgaan en omgekeerd had het publiek een hoge waardering voor zijn persoon en zijn werk. Na zijn pensioenering in 1967 vroeg men in Loosdrecht nog geregeld naar hem. Helaas heeft hij van zijn pensioen weinig kunnen genieten, omdat zijn laatste jaren door het overlijden van zijn vrouw eenzaam waren. We behouden een goede herinnering aan hem. E.M. ngt 72 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1972 | | pagina 21