Personele en organisatorische 10. L. van Zuylen, Experimental Orthophomap of Camp Fortune Skiing Area of Gatineau Park. British Carto graphic Journal. Vol. 5, 1968, no. 2, biz. 157. 11. W. A. Brucklacher, Rationalisierung der Kartenherstel- lung durch Umstellung auf Photokarten. Kartogra- phische Nachrichten. 17e Jg. 1967, no. 4, biz. 109 e.v. 12. R. Schweissthal, Grondlagen, Bearbeitung und Her- stellung grossmasstabiger Luftbildkarten. Dissertatie Techn. Hochschule, Hanncver, 1967. 13. T. J. Blachut, Mapping and photo-interpretation system based on stereo-orthophotos. Publication of National Research Council, Ottawa, Juni 1971. 14. W. Brucklacher, Zur Frage des optimalen Bildmasstabes bei der Herstellung von Orthophotokarten. Bildmessung und Luftbildwesen 1970, nr. 3, pp. 188-193. 15. Z. Dubuisson, Intégration des orthophotoplans dans la photogrammétrie cartographique. Canadian Surveyor 1968, pp. 135-144. 16. A. D. N. Fernando, Mosaics, their precision and use in the production of integrated aerial survey maps. Pro ceedings of the Toulouse Conference, Unesco, Paris 1968, pp. 439-443. 17. E. Gigas, Automated construction of variable scale series of charts by use of orthophotomaps. Canadian Surveyor 1968, pp. 65-74. 18. O. Johansson, Further developments of producing photomaps as a base for the economic map of Sweden. Cartographic Journal, Vol. 6, nr. 2, 1969. 19. G. Krauss, The production of photomaps. Bulletin Soc. Univ. Cartographers, Vol. 4, nr. 2, 1970. 20. E. Pape, Die deutsche Grundkarte 1 5.000 als Luftbild- karte. Bildmessung und Luftbildwesen 1971, nr. 5, pp. 194-198. 21. W. A. Radlinsky, Orthophotomapping. Report of pro ceedings, Conference of Commonwealth Survey Officers. London 1967, pp. 530-540. 22. L. Scott, Early experience in the photomapping tech nique. Cartographic Journal, Vol. 6, nr. 2, 1969. 23. R. Schweissthal, Diskussionsbeitrag zur deutschen Grundkarte 15.000 oder Luftbildkarte 15.000. Karto- graphische Nachrichten 19, 1969, pp. 107-109. 24. L.. M. Sebert, Photomaps for resource development in Canada. Canadian Cartographer, Vol. 5, nr. I, 1968, pp. 50-53. 25. H. Troeder, Deutsche Grundkarte und Orthophoto- karte 1 5.000. Nachrichtenblatt d. Verm.- und Kataster- verwaltung Rheinland-Pfalz 12, 1969, nr. 4, pp. 144-147. 26. F. Voss, The production of 15.000 orthophotomaps in Nordrhein-Westfalen. Nachrichten öffentl. Verm. Dienst Nordrhein-Westfalen 1, 1968, pp. 3-13. 27. G. A. van Wely, De fotokaart. Nederlands Geodetisch Tijdschrift 1, 1971, nr. 4, pp. 65-72. 28. C. H. Lawrence R. W. Powell, Map compilation with orthophotography. Papers of the 28 th Annual Meeting of A.C.S.M., 1968, pp. 253-263. 29. D. Stiefel, Aufnahme gezielter Luftbildreihen für Katas- ter-Photokarten in Thailand. Bildmessung und Luftbildwesen 1968, nr. 2, pp. 134-141. 30. R. P. Momsen, The orthophotomap, geographic tool of the future. The professional Geographer, 20, nr. 3, 1968, pp. 177-180. 198 Opening door de voorzitter De voorzitter, Ir. G. A. van Wely verwelkomt de leden van Werkgroep I - waarvan de voorzitter, Ir. S. Rienstra, en het lid Ir. H. J. Visser deze studiedag niet kunnen bijwonen -. Zeer in het kort wordt de wordingsgeschiedenis van deze werkgroep gememoreerd. Nadat in 1964 bij de toenmalige N.L.F. de suggestie was gedaan om bepaalde onderwerpen in werkgroepsverband te behandelen, waarbij de behoefte bleek ook andere zaken ter hand te nemen dan louter technische, werden eind '65 twee werkgroepen geïnstalleerd, die zich zou den bezighouden met een aantal bedrijfskundige onderwer pen. Werkgroep I zou daarvan de personeelsaspecten voor haar rekening nemen, terwijl Werkgroep II zich voornamelijk zou richten op de economische en organisatorische problemen. Deze laatste werkgroep is nog niet gereedgekomen. Blijkbaar heeft deze meer doornen op haar pad ontmoet dan Werk groep I waarvan het rapport thans is ingediend en vandaag ter discussie zal komen. De heer Avenarius wordt thans gelegenheid gegeven om het rapport in te leiden. Inleiding door de heer Avenarius De heer Avenarius - optredend als waarnemend voorzitter van de Werkgroep - stelt in zijn inleiding dat het al weer een jaar geleden is dat de werkgroep het concept van het eind rapport vaststelde. Hij schetst de moeilijkheden welke over wonnen moesten worden om te komen tot een taakomschrij ving en een taakverdeling. Hoe de geodeet voor problemen komt te staan als hij zich, zonder basiskennis, gaat bewegen op het gebied van de, in sterke evolutie zijnde, mens- en maat schappijwetenschappen. Vervolgens worden de mutaties in de samenstelling van de werkgroep gememoreerd. Gesteld wordt dat zonder de in spirerende leiding van de voorzitter deze studie mischien nimmer tot een einde zou zijn gekomen. Met betrekking tot de samenstelling van het rapport is veel profijt getrokken van de assistentie en de medewerking van de heer Draisma terwijl, voor wat betreft de vormgeving van eindrapport en bijlagen, met grote erkentelijkheid melding gemaakt wordt van de technische bijstand van de Fotogram- metrische Dienst van het Kadaster. De inleider achtte het experiment - de instelling van de werk groep destijds door de toenmalige Nederlandse Landmeet kundige Federatie was bedoeld als een experiment - met name geslaagd voor wat de leden van de werkgroep zelf betreft. Deze hebben veel aan hun studie gehad. Het rapport heeft geen pretenties. Dat het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie er toe is overgegaan het rapport te publiceren en er een gedeelte van deze studiedag aan te besteden is ver heugend - met name en vooral, zo besloot de heer Avenarius zijn inleiding, omdat het gewoon goed is de geodeet van heden te doordringen van de noodzaak de mens als variabele in alle facetten van het werk te betrekken. Op voorstel van de Voorzitter wordt nu één onderwerp uit het rapport gelicht, dat gaat over de wenselijkheid van een land meetkundige opleiding op M.T.S.-niveau, en wordt ingeleid door ir. G. Vink. ngt 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1972 | | pagina 10