zullen zijn door de grote gemeentelijke diensten.
Bovendien is de bedoeling van deze enquête ge
weest een indruk te krijgen van de behoefte aan
fotokaarten in het algemeen en niet specifiek aan
die op de zeer grote schalen.
De vragen waren ondergebracht in vijf groepen te
weten
A. vragen op organisatorisch gebied
B. vragen van (land)meetkundige aard
C. vragen over inhoud en uitvoering van foto
kaarten
D. vragen over de kosten i.v.m. fotokaarten
E. algemene vragen.
Op een deel van de vragen kon met „ja", „neen" of
„geen mening" worden geantwoord, maar op een
groot aantal was dit niet mogelijk. Gemeend werd
evenwel toch daarvoor de - moeilijker verwerkbare
- beantwoording van beschrijvende tekst te kiezen.
De antwoorden werden, vooral door de grote mede
werking van de Fotogrammetrische Dienst van het
Kadaster te Apeldoorn, samengevat in een prettig
te interpreteren vorm. Daarbij werden twee me
thoden toegepast namelijk een samenvatting per
groep van gebruikers (I t/m VIII, als boven aange
duid) en per vraag. Getracht zal worden in het
onderstaande het resultaat in het kort weer te geven.
De vragen uit groep A (op organisatorisch gebied)
betroffen vooral het gebruik van lijnenkaarten, van
fotokaarten, de schalen van de kaarten uit beide
categorieën, de uitvoering en de hoeveelheden van
de gebruikte fotokaarten.
Doeleinden
De in totaal 73 instituten noemden meer dan 90
verschillende doeleinden van de meest uiteen
lopende aard, waarvoor kaarten werden gebruikt.
Het kleinste assortiment kaarten wordt gebruikt
door de groepen I (architectenbureaus) en VII (semi-
particuliere instellingen). Deze vermelden namelijk
slechts drie categorieën kaarten nl. de kadastrale
plans, de stads- en gemeenteplans en de topogra
fische kaarten.
De overige groepen vermelden dat ze, naast de
reeds genoemde, nog vele andere soorten kaarten
voor hun werkzaamheden toepassen zoals technische
kaarten, beheerskaarten, cultuurtechnische plans,
waterstaats- en hydrografische kaarten en kaarten
met een thematisch karakter zoals de geologische,
hydrologische, economisch-statistische en bodem-
kaarten.
Karakteristiek voor groep III (planologische dien
sten) is het vermelden van „historische kaarten",
waarmee plattegronden en topografische kaarten
uit de 16de-19de eeuw zullen zijn bedoeld.
Schalen
De schalen van de gebruikte lijnenkaarten liepen,
zoals te verwachten was, sterk uiteen. Op de vraag
of men zonder kaarten zou kunnen werken werd
door 100% van de ondervraagden met „neen" ge
antwoord. Uit een dergelijk duidelijk antwoord
mogen allen, die de kaartvervaardiging in de een of
andere vorm beoefenen, de moed putten om verder
te gaan!
Een interessant punt was of men vroeger of thans
reeds fotokaarten gebruikte en in bevestigend geval
werd men gevraagd op te geven welke schalen deze
fotokaarten hadden of hebben. Uit het resultaat
bleek dat 73% reeds fotokaarten gebruikt(e). Daar
bij viel op dat 100% van de geënquêteerde architec
tenbureaus (groep I) fotokaarten gebruikte, dat
50% (twee van de vier) van de ondervraagde rijks-
wetenschappelijke instellingen (groep VI) geen foto
kaarten toepaste evenals 50% van de bezochte
waterschappen (groep VIII). Bij de schalen voor
fotokaarten, die werden genoemd, telde men 118
antwoorden in de volgende verdeling:
schaal 1:20.000 10%
1:10.000 18%
1: 5.000 15%
1: 2.500 11%
1: 2.000 11%
1: 1.000 10%
Neemt men groepen schalen samen dan krijgen we
het volgende
schaal 1: 1.000 of groter 12%
1: 4.000 t/m 1:2.000 25%
110.000 t/m 15.000 36%
112.500 of kleiner 18%
diverse schalen 9%
Hieruit blijkt dat de schalen 110.000 t/m 15.000
ngt 72
193